Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Geschiedenis van de Berenhap - 'Zonde van het gehakt'

Geschiedenis van de Berenhap - 'Zonde van het gehakt'

Snack is het Engelse woord voor ‘een tussendoortje’. Maar op de gevel staat ‘tussendoortjeswinkel’ een beetje raar, dus is het snackbar geworden. Een appel is overigens ook een tussendoortje, maar die noemen we geen snack. Nee, ‘snacken’ is ‘een vette bek halen’ en dat doen we al heel lang, heel graag. Dat bewijst onze zevendelige geschiedenis van iconische snacks.

Het is een snack die luistert naar vele namen. Zodoende kun je een snackbar binnen lopen en ‘berenpoot’, ‘berenklauw’, ‘gehaktbal speciaal’, of ‘spoetnik’ roepen en je krijgt desondanks toch steeds gewoon dezelfde snack, de berenhap.

Deze bestaat uit enkele aan elkaar geprikte schijven gehakt met uienringen ertussen. Het zal de berenhap zelf worst wezen hoe je hem noemt, hij duikt altijd met evenveel enthousiasme het frituurvet in. De enorme hoeveelheid namen is het gevolg van verschillende verhalen over het ontstaan van de snack en ook van een rechterlijke uitspraak, ten faveure van fabrikant Mabos. Die claimde rond 1995 het alleenrecht op de naam Berenhap en kreeg dat recht ook toegewezen. Hoe een in stukken gesneden gehaktbal uiteindelijk zelfs in de rechtszaal belandde, daarvoor duiken we even terug in de tijd.

Succes heeft vaak vele vaders.

En een succes werd de berenhap.

Maar waar hij ontstond, daarover gaan vele verhalen. Een sterk op de berenhap gelijkende snack werd – naar eigen zeggen – in de jaren zeventig al door de Groningse cafetariahouder Appie Dokter in zijn snackbar verkocht onder de naam ‘Tipsy’. In Limburg echter claimt Jan Thielen, ter plaatse beter bekend als Friet-Jan, dat hij de eerste berenhap aan een stokje reeg. Een takje van een heg welteverstaan. Hij reeg, puur om zijn eigen honger te stillen, aan het einde van een vermoeiende dag schijven gehakt afgewisseld met uienringen aan een takje en frituurde dit. Vervolgens nam hij een hap en besloot deze nieuwe vinding gelijk in zijn assortiment op te nemen onder de naam Catweazle, vernoemd naar een destijds populair tv-programma over een verwarde tovenaar.

In Limburg claimt Jan Thielen, ter plaatse beter bekend als Friet-Jan, dat hij de eerste berenhap aan een stokje reeg

Aangespoelde gehaktballen

En dan is er ook nog het wat onsmakelijke verhaal over het ontstaan van de berenhap op Texel. Daar zou lokale horecaondernemer Frits de IJsbeer een doos aangespoelde gehaktballen hebben gevonden op het strand. Hij had er wel oren naar om daar iets aan te verdienen, maar zijn ogen zagen dat de ballen verre van fris waren en zelfs wat groen uitgeslagen.

Hij snapte dat deze gehaktballen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ook niet meer zo fris zouden smaken. Dus besloot hij de mogelijk zompige smaak te verdoezelen door uienringen toe te voegen en de boel te frituren. Bekend is dat uienringen wel vaker worden gebruikt om sommige producten een versere smaak te geven, denk bijvoorbeeld aan haring...

Wie nu echt de eerste was, zullen we waarschijnlijk nooit weten.

Wel dat in de jaren zeventig de snack steeds populairder werd en voor het eerst in de diepvries bij de supermarkt belandde.

Zeker is wel dat de berenhap momenteel rond de vijftig jaar oud is en nog immer zeer populair. Meer noordelijk in Nederland wordt de hap meestal overgoten met satésaus, zuidelijker wil men er nog weleens curry overheen kieperen. Aangenomen wordt dat dit door ‘Duitse invloeden’ komt. Daar is curry nu eenmaal populairder dan satésaus. Niet zo heel vreemd, want de voormalige ‘koloniën’ van Duitsland bevonden zich vorige eeuw namelijk – voor slechts een paar jaar – voornamelijk in Europa. Veel langer geleden bevonden die van Nederland zich lange tijd in – onder meer – Indonesië en Suriname, wat onze keuken en smaak toch een exotischer tintje heeft meegegeven.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Lifestyle
  • Goffe Struiksma, iStock