Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Boek van Heineken-ontvoerder Jan Boellaard is eindelijk uit - De poes maakt schoon schip

Boek van Heineken-ontvoerder Jan Boellaard is eindelijk uit - De poes maakt schoon schip

Eindelijk ligt het boek dan in de winkel: Wij Willen Gangster Worden van George Boellaard, gebaseerd op het manuscript van zijn broer Jan, een van de Heineken-ontvoerders. Een manuscript dat vijf ordners beslaat, meer dan 1500 a4’tjes telt en waaraan hij twee jaar werkte in de bajes. In Panorama een exclusief interview met de twee broers. Over Cor en Willem, over hun megaproject en over de foto’s die in het boek staan. “We zijn vergroeid met elkaar.”

Jan Boellaard – alias De Poes – zit tegenover me in een vrolijk gekleurd zomers overhemd en met een rood petje op. Zijn broer George zit naast me. Plaats van handeling is het atelier van George. Hij is restaurateur van zeventiende- en achttiende-eeuw-se schilderijen voor grote, merendeels buitenlandse musea en verzamelaars. Zijn broer Jan is een heel ander pad ingeslagen: hij is gangster geworden en voor een deel verantwoordelijk voor de Heineken-ontvoering in 1983. Jan leverde zijn manuscript in bij zijn broer George, een afgestudeerd historicus. Hij heeft het aangepast, ingekort en waar mogelijk gecheckt op foutjes.

Jan: “Ik heb er twee jaar op gezeten. Van 2001 tot en met 2003. Eerst mocht ik geen schrijfmachine. Maar er was al jurisprudentie over dit onderwerp. Ik had dat helemaal uitgezocht van tevoren en zei dat het mocht omdat het gewoon een schrijfmachine was met meer geheugen en dus ongevaarlijk. Uiteindelijk gingen ze overstag en zat ik in de PSC in Scheveningen op mijn cel te typen op mijn eigen Brother-schrijfma-chine. Daar kon je een diskette in stoppen en dan begon ik te schrijven. In de onderwijszaal haalde ik dan die diskette eruit en dan veranderde ik dat bestand in een Word-bestand. En ik drukte hem af zodat ik het meteen op papier had.”

Jan liet op kosten van zijn ouders een foto maken van zichzelf op school met twee vriendjes. Jan: "Ik sta rechts. Knap jongetje hè? Ik kreeg best vaak meiden aan mijn deur, maar ik moest er niks van weten. De jongen links is motoragent geworden. Hij heeft me een keer gematst bij een controle. Ik zei: Hé, ben jij het? Toen liet hij me doorgaan." George: "Het grappige is dat de buurtjongens heel vaak politie en boefje speelden. De zonen van agenten speelden dan politie en de zonen van vaders die het niet zo nauw namen met de wet speelden boefje."

George: 'Ik was gegrepen door het verhaal. Je krijgt een beeld van de dynamiek tussen de karakters en het milieu waar ze vandaan kwamen. Ik zei toen tegen Jan dat hij hier iets mee moest doen. Dit stuk van de geschiedenis was nog niet verteld.

Jan denkt veel na voor hij wat zegt. Hij praat rustig, met veel tussenpozen, maar als hij wat zegt dan gooit hij het er in één adem uit. De vraag is waarom hij dit op papier wilde zetten? Er is toch al een boek? Jan lacht: “Ja, inderdaad. Maar ik wil naar Hollywood. Ik moest mijn verhaal vertellen en heb mijn eigen herinneringen op papier gezet. Ik heb de dingen anders beleefd, maar dat is niet de reden dat ik het manuscript heb geschreven. Ik wilde het gewoon. Als ik ging schrijven zat ik in een soort trance waardoor ik alles herbeleefde. He was soms best moeilijk om in die trance te komen maar als het er dan was, dan ramde ik erop los. In mijn eentje op mijn cel kwam de film bijna vanzelf terug. Gewoon zitten, nadenken en dan kwam hij eraan…”

Deze foto's zijn gemaakt bij Frans Meijer thuis. De jongens werken rond 1970 in de slaapkamer van Frans aan hun lichaam. Jan: "Daar in de hoek staat het bed van Frans. Harry, de stiefvader van Frans, was kampioen gewichtheffen geweest. Zo kwamen we erop dit te gaan doen."
George: "Jan en Frans gingen eerst naar een sportschool, maar dat kostte 30 gulden per maand. Dat was te duur. Toen hebben ze zelf halters gekocht die ze financierden met kleine diefstalletjes."
Jan lijkt een beetje verschrikt te kijken dat hij de halters omhoog tilt. Hij zegt dat dit wel meevalt: "Volgens mij stelt dit nog helemaal niks voor hoor. Ik denk dat ik 80 kilo hef. Ik heb het zesentwintig jaar gedaan en ben gestopt uit luiigheid." Let ook op het hoefijzer boven de deurpost op de achtergrond. Dit zou geluk brengen, maar dan moet je het hoefijzer wel met de open kant naar boven hangen. Geluk komt namelijk van boven. Op de manier hoe het ijzer nu hangt, stroomt het geluk eruit...

Heb je altijd schrijver willen worden?

Jan lacht: “Nee, ik was als kind heel slecht in Nederlands. Ik wist ook helemaal niet hoe je dat deed, een boek schrijven. Ik beschreef gewoon elke dag: hoe ik wakker werd, dat ik onder de douche stapte, koffie zette en ging ontbijten. Veel te veel details. Ik beschreef ook onze types auto’s helemaal voluit: Mercedes Benz 280 CE. Ik dacht dat dat handig was voor de film. Weten ze precies welk type ze moeten hebben. Ook de wapens die we gebruikten heb ik helemaal beschreven. George heeft dat allemaal ingekort.”

George en Jan op de kermis in 1972. Natuurlijk schiet Jan raak. Jan: "Ik was pistoolschutter. Ik kan mijn hand heel goed stilhouden. (Hij doet het ongevraagd voor in het atelier van zijn broer. Jan strekt zijn arm uit en zijn hand lijkt inderdaad volkomen stil in de lucht te hangen, red.) En ik knijp niet één oog dicht. Ik hield beide ogen open om te richten."George: "We komen uit een geslacht van ambachtslieden en daarbij is de oog-hand-coördinatie erg belangrijk. Ook in mijn werk als schilderijenrestaurateur is dat zo. Jan heeft iets anders gedaan met die gave, maar vergis je niet: hij is ook een heel goede timmerman."
Jan en Frans maken een grappige foto tijdens een reisje langs de Rijn. Jan: "We gingen er op onze brommers naar toe: Kreidlers. Hadden we opgevoerd: 50cc met vijf versnellingsbak. We gingen honderd denk ik." George: "Ik heb nooit een brommer gehad. Ik was wielrenner."

Hebben de andere ontvoerders gereageerd op het boek?

Jan: “Ja, Frans Meijer. Die was er eerst niet zo blij mee, maar hij is helemaal mee nu.”

George: “Eerst had ie nog wat bezwaar ertegen omdat hij de tijd nog niet rijp achtte, maar dat is gladgestreken.”

En Holleeder?

Jan: “Nee. Hij komt amper voor in het eerste deel. Alleen aan het einde als chauffeur om materialen rond te rijden.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.