Rinus Michels pakte het podium in Huis ter Duin voor het oog van de camera’s. De bondscoach zette, staand naast de begeleidende piano, zijn versie in van het nummer Beautiful Isle of Somewhere. Achter hem stond de selectie van Oranje er wat ongemakkelijk en lacherig bij. Onder hen Stanley Menzo.
Twee weken voor het begin van het EK 1988 werd de selectie met een feestelijke avond in het spelershotel uitgezwaaid. De volgende ochtend moesten alle geselecteerde spelers zich weer melden. Stanley mocht thuisblijven. Hij ging niet mee naar Duitsland. De bondscoaches mochten van de UEFA in tegenstelling tot bij de eerdere EK’s slechts twee doelmannen meenemen en Michels koos zoals in de jaren ervoor voor PSV’er Hans van Breukelen en Feyenoorder Joop Hiele.
Stanley was er de hele voorbereiding bij, maar op het moment dat het om het echie ging, viel hij af.
Hij voelde zich het vijfde wiel aan de wagen, en dat deed pijn. “Ik had mijn debuut nog niet gemaakt en had echt niet de illusie dat ik zou gaan spelen op het EK,” stelt hij. “Ik vond mezelf ook niet beter dan Van Breukelen. Hij was stabieler, had meer ervaring. Hiele was een ander verhaal. Ik vond mezelf beter en had er moeite mee dat Michels hem boven mij verkoos. Laat ik het zo zeggen: ik was Hiele voorbijgestreefd als moderne keeper. Ik was inmiddels drie jaar eerste doelman van Ajax, had twee Europacupfinales gespeeld. En toch mocht ik niet mee.”
Stanley zat dichter tegen een plek in de selectie aan dan hij zelf kon vermoeden. Dat zegt Frans Hoek, die voor het EK met Michels over zijn protegé sprak. “Michels begon met te zeggen dat hij ook vond dat Stanley eigenlijk de beste doelman van Nederland was op dat moment,” vertelt Hoek. “Daarna legde hij uit waarom hij Stanley toch niet meenam. Het werd een van de mooiste lessen die ik in de voetballerij heb gekregen. Michels zei: Hans heeft het in mijn optiek altijd goed gedaan en ik weet niet hoe Stanley het gaat doen als doelman op zo’n groot podium. Als ik hem er als tweede doelman bij haal, kan Hans nerveus worden en niet optimaal presteren. Dus als ik Stanley mijn nummer twee maak, heb ik ook een probleem.
Joop accepteert zijn positie als tweede man. Daardoor heb ik nu een koppel dat optimaal presteert. Hij voegde er wel aan toe dat als Hans geblesseerd zou raken de kans aanwezig was dat Stanley zou gaan keepen.”
‘Ik kan zelf vinden dat ik aan het Nederlands elftal toe ben, maar je blijft toch afhankelijk van de voorkeur van de bondscoach’
Hoek deelde het gesprek met Michels niet met Stanley. Het zou de Ajax-doelman alleen maar frustreren. De beste zijn en toch een EK missen, je zou er inderdaad een slapeloze nacht van kunnen krijgen. Stanley pakt het ruim dertig jaar later in elk geval sportief op. “Het doet me goed te weten dat ik niet onzichtbaar voor Michels was, dat hij in mij toch een volwaardige Oranje-keeper zag en dat hij me hoog had zitten. Het is jammer dat hij me dat destijds niet heeft gezegd. Dan had ik toch meer begrip gehad voor zijn keuze om Hiele mee te nemen.
Dan was het minder pijnlijk geweest.”
Een tikje van Cruijff
Als vaste keeper van Ajax werd Stanley door Michels steevast opgenomen in de voorselectie. Maar elke keer als de daadwerkelijke selectie bekend werd gemaakt, ontbrak zijn naam op de lijst. Alleen voor de oefenwedstrijd tegen België in september 1987 werd de Ajax-doelman opgeroepen, omdat Hiele met een enkelblessure kampte. Het bleek een eenmalige uitnodiging.
Zijn status als derde doelman van Oranje stelde niet alleen Stanley teleur. In Amsterdam fronste Johan Cruijffook keer op keer zijn wenkbrauwen. De Ajax-trainer was uitermate gecharmeerd van zijn eigen doelman en begon al in 1986 een stevige lobby om hem naar voren te schuiven bij Oranje.
In een interview met Voetbal International deelde Cruijffeen eerste tikje uit richting bondscoach Michels: “Ik zeg niet dat Hans van Breukelen het slecht doet, ik zeg dat Stanley Menzo de beste is,” zei hij.
Cruijffs eigen pupillen namen de lobby langzaam over. Zo hekelde Marco van Basten na een moeizaam gelijkspel tegen Griekenland in maart 1987 openlijk dat Michels Stanley en Danny Blind niet had geselecteerd. Dat was geheel in lijn met Cruijffs gedachte, maar het was misschien niet het juiste moment: er speelden op dat moment al acht Ajacieden in Oranje.
Hoe meer Cruijff aandrong op de selectie van Stanley, hoe meer Michels zijn hakken in het zand zette, aldus Dick Advocaat
De Amsterdamse lobby werkte voor Stanley juist averechts.
Michels liet zich niet piepelen, zeker niet door Cruijff. In april 1987 zei de bondscoach tijdens de persconferentie voor Nederland- Hongarije met een sneer naar de Ajax-trainer: “Het Nederlands elftal kan niet functioneren zonder Menzo, beluister ik. Niet leuk voor de keepers die hier in Zeist onder de lat staan. Die staan daardoor extra onder druk. Dat is geen goede zaak voor het Nederlands elftal. Maar het feit ligt er. Wat Menzo zelf betreft: mijn selectie-eisen ten opzichte van hem worden daardoor steeds scherper. Om te worden geselecteerd zou hij feilloos moeten spelen. Dat doet hij dus niet.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- BrunoPress, ProShots