En? Wordt dit het jaar van de wereldtitel van Max Verstappen?
“Daar is nog niks van te zeggen. Resultaten uit het verleden bieden absoluut geen garantie voor de toekomst, maar de reglementen zijn niet erg veranderd. Dus is Lewis Hamilton favoriet tot het tegendeel bewezen wordt. Ik denk wel dat het dit jaar dichterbij elkaar ligt, daar geloof ik wel in.”
Dus het wordt niet zo saai als vorig seizoen?
“Het was saai omdat Hamilton niet onder druk stond. Van mij mag Hamilton, of wie dan ook, alle wedstrijden winnen, als dat maar steeds gebeurt met een voorsprong van een tiende van een seconde en het een spannende race is geweest. Maar dat gaat niet, want als er steeds zo’n klein verschil is, sta je onder druk en maak je fouten. Zeker bij Mercedes, dat heeft het verleden wel aangetoond. Dus je moet zorgen dat je ze vanaf het begin af aan onder druk zet, dat is het enige wat je kan doen.”
En gaat dat gebeuren?
“Ik hoop het. Bij Red Bull hebben ze in ieder geval goede hoop, ze hebben Pérez aangenomen in plaats van Albon om te kijken of ze met twee auto’s in de top-4 kunnen rijden. Je moet ook echt twee auto’s hebben om de twee Mercedessen onder druk te zetten. Ik weet niet of dat lukt. Als ik ja zeg, zeg ik dat omdat ik het hoop. Maar er is pas één dag getest (op de dag van dit gesprek, red.), daar durf ik dus nog niks over te zeggen. Maar ik ben heel benieuwd naar dat gevecht tussen Mercedes en Red Bull.”
Waar ben je nog meer benieuwd naar dit seizoen?
“Ik kijk enorm uit naar Sebastian Vettel in de Aston Martin. Ik ben een fan van Vettel in de zin van: iemand die vier keer wereldkampioen wordt, kan nooit zo slecht zijn als dat hij vorig jaar is afgeschilderd. Ik hoop daarom dat we de oude Vettel weer terugzien. Verder vind ik het interessant hoe het gevecht tussen Sainz en Leclerc zich ontwikkelt bij Ferrari. En dat tussen Ricciardo en Norris bij McLaren. Ik ben ook benieuwd naar Yuki Tsunoda, een Japanner die het goed doet, dat zou mooi zijn voor de Formule 1.”
Hamilton en Michael Schumacher staan nu allebei op zeven wereldtitels. Stel dat Hamilton dit seizoen zijn achtste titel wint, maakt hem dat voor jou dan de beste coureur aller tijden?
“Cijfers liegen niet. De laatste twee decennia is Hamilton de absolute heerser en daar kun je niks dan respect voor hebben. Maar kijk je naar de jaren negentig: daar stak Schumacher er met kop en schouders bovenuit. Eerder had je Williams dat de klok sloeg en waren Prost en Senna de grootsten. Ik vind dat je het per periode moet bekijken. Je kunt iemand als Jackie Stewart niet vergelijken met Hamilton, zoals je dat ook niet kunt doen met Juan Manuel Fangio en Schumacher of Jim Clark.”
Je vindt de Formule 1 momenteel te veilig, zeg je in je onlangs uitgekomen biografie. Maar juist die veiligheid heeft er toch voor gezorgd dat Romain Grosjean zijn horrorcrash van vorig seizoen nog kan navertellen? Vind je dat geen goede ontwikkeling?
“Met ‘te veilig’ bedoel ik juist niet dat Grosjean ongedeerd uitstapt, daar ben ik 100 procent voor.
Daar kun je ook niet op tegen zijn.
Wat ik bedoel: tegenwoordig kun je op veel circuits de baan afrijden en er gelijk weer op, soms is het nog sneller ook. Dat mag niet mogelijk zijn, als je van de baan rijdt, móét je een prijs betalen. Die hoeft niet zo hoog te zijn als Grosjean bijna betaalde, je hoeft niet in een vuurbal te belanden. Maar je moet wel mínimaal tijd verliezen. Kijk je naar de Blanchimont-bocht op Spa-Francor-champs: daar haalde je het vroeger niet in je hoofd om met z’n tweeën naast elkaar te rijden. Dat doen ze nu wel, want er kan toch niks gebeuren. Schiet je de baan af dan rij je er zo weer op. Dat is geen racen en daarom zeg ik: het is te veilig. Ik probeer het altijd genuanceerd uit te leggen, maar het wordt vaak ongenuanceerd gebracht. Klink natuurlijk wel aardig: Allard vindt de Formule 1 te veilig. Tot op zekere hoogte is dat ook zo. Vanwege die veiligheid creëer je juist ongelukken die helemaal niet nodig zijn. Dat is een beetje de logica achter die opmerking. En op Spa zijn ze nu zo ver dat de grindbakken terugkomen, omdat te veel coureurs naast de baan rijden. Dus ook de circuits en coureurs zijn erachter dat ze niet de goede weg zijn ingeslagen. Gelukkig.”
‘Schiet je de baan af, dan rij je er zo weer op. Dat is geen racen en daarom zeg ik: het is te veilig’
In het boek zeg je een paar keer:
“Dat zou nu niet meer kunnen in de Formule 1.” Vind je dat er aan romantiek is verloren ten opzichte van de tijd dat jij nog verslag deed in de pits?
“Ja en nee. In de jaren negentig ging ik met de coureurs op vakantie tussen twee races in. Huurden we een boot en was het lang leve de lol. Dat zie ik ze nu niet meer doen. Ieder jaar gingen er wel een paar mensen dood, daarom was de kameraadschap in die tijd, zeker in de jaren zeventig en tachtig, groter. De wereld is ook kleiner geworden. Tussen de GP’s van Japan en Australië verbleven we met z’n allen in een resort, nu vliegen ze even naar huis. En ik vond het mooi om de pits in te lopen en vanuit daar verslag te doen. In Imola stond ik ooit in een laag brandstof omdat een tank was stukgegaan. Dat soort dingen maak je niet meer mee, omdat je nu met hybridesystemen zit. Als er iets verkeerd gaat, sta je gelijk onder stroom. Dat soort zaken vind ik wel jammer, maar de sport evolueert, er komen ook weer dingen voor terug.”
Benieuwd naar de rest van het interview? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Clemens Rikken