Waar komt de drang vandaan om een eigen omroep te beginnen?
“Uit ongenoegen met de publieke omroep en eigenlijk de hele Nederlandse televisie. Ik ben al veertig jaar journalist en merk dat het volledige verhaal niet wordt verteld. Hoor- en wederhoor ontbreekt vaak in een reportage. Mensen worden op een bepaalde en eenzijdige manier voorgelicht. Vooral bij de problematiek rond de Europese Unie, het klimaat en massa-immigratie hoor je maar één kant. Dat vind ik gewoon onterecht, ook doordat ik de keerzijde ken. Met oorlogen is dat ook zo, die worden heel eenzijdig belicht. Nederlandse militairen die ergens naartoe werden gestuurd deden het altijd goed, terwijl ik uit eigen ervaring weet dat het ook anders in elkaar steekt. Die verhalen heb ik opgeschreven voor Nieuwe Revu, De Pers en in heel veel boeken, maar wil je echt invloed hebben, dan moet je je eigen omroep beginnen.”
Je ageert vaak tegen het NOS Journaal.
“Het is vaak driemaal het partijprogramma van GroenLinks en D66 dat je daar ziet. Als een linkse politicus iets zegt, heeft hij of zij altijd de kans zich te verdedigen, is het een rechtse politicus wordt ie alleen maar aangevallen. Die onbalans, dat meten met twee maten, vind ik zeer onjournalistiek en ik denk dat wij dat beter kunnen. Het is heel belangrijk om ook die andere kant van de bol te belichten. Je ziet het bij de rellen van de laatste tijd. Mensen keren zich tegen de lockdown en avondklok en willen daar uiting aan geven. Dat is ook een democratisch recht, maar dat wordt ze op het Museumplein dan onmogelijk gemaakt, terwijl ze helemaal niks kwaads van plan zijn. De politie grijpt in en dan krijg je ook relschoppers, maar de mensen die vredig demonstreren, krijgen de zwartepiet toegespeeld in de media. Zij zijn de aanleiding, maar komen gewoon op voor hun rechten. Is er een Black Lives Mat-ter-demonstratie op de Dam, dan wordt er geen politie ingezet en zijn er geen kritische vragen in de media. Zo’n zaak wordt heel anders belicht en die onbalans stuit me tegen de borst.”
‘Er is een kringetje van mensen die eerst hun verhaal mogen vertellen in het NOS Journaal en daarna in een talkshow. De grootste oppositiepartij, de PVV, komt nauwelijks aan het woord’
Hoe gaat Ongehoord Nederland dan te werk?
“In ieder geval door de bol van de andere kant te belichten en dat kun je op verschillende manieren doen, door bijvoorbeeld critici van de EU aan het woord te laten of van massa-immigratie zonder ze gelijk in de rechts-extremistische hoek te plaatsen. En ook door niet steeds dezelfde mensen aan tafel te hebben, zoals je nu ziet in talkshows. Dat is nu een kringetje van dertig tot vijftig mensen die eerst hun verhaal mogen vertellen in het NOS Journaal en daarna in een talkshow. En dat is vooral een mening die veel wordt vertegenwoordigd binnen de PvdA, Groen- Links en D66. De grootste oppositiepartij, PVV, komt nauwelijks aan het woord. Dat is in een ander land onvoorstelbaar, dat zo’n partij niet vaker wordt uitgenodigd.”
Dat is in het geval van Geert Wilders ook zijn eigen keuze.
“Ja, maar waarom doet ie dat? Zodra hij er wel gaat zitten, wordt ie geframed. Dat is bij Thierry Baudet precies hetzelfde. Die kan niet eens zijn verhaal afmaken, iedere twee zinnen wordt hij lastiggevallen en geïnterrumpeerd. Ze worden door de regie en de manier van vragen stellen in een hoek gedrukt die niet fair is. De tafelgasten trekken rare gezichten… Linkse politici worden heel anders geïnterviewd, dan draaien ze eromheen, maar gaat het over Trump, Wilders of Baudet gaan ze er vol in. Wij hebben Wilders en Baudet vaak in onze programma’s op internet, omdat ze weten dat wij gewoon geïnteresseerd zijn in hun verhaal. Ze vertegenwoordigen heel veel mensen en die hebben het recht hun mening te horen, anders werkt een democratie ook niet. Veel journalisten begrijpen de essentie van hun vak niet: mensen voorlichten. Op een paar uitzonderingen na zijn ze niet professioneel en heel partijgebonden. Vandaar dus de omroep die we zijn begonnen.”
Welke rol ga je zelf spelen als jullie worden toegelaten tot het publieke bestel?
“Die van directeur. We hebben nu een klein team, dus ik presenteer zelf nog programma’s, maar dat is meer uit nood geboren. We hadden kunnen wachten tot we die erkenning krijgen, maar we zijn vast begonnen op internet, want ik vind het belangrijk dat we ook nu al ons verhaal kunnen doen.
Het is de bedoeling dat als de club wat groter is ik hier en daar nog wat aan duiding doe, maar de presentatie komt bij anderen.”
Een rol op de achtergrond dus?
“Ja.”
Past dat wel bij jou?
“Dat past heel goed bij mij.”
Vind je het gek als ik daaraan twijfel?
“Nou ja, een journalist wil natuurlijk gezien of gelezen worden, dat hoort erbij. Maar als je een omroep runt, moet je verslaggevers speelruimte geven. Zij moeten de credits krijgen. Zolang ik verslaggever was, wilde ik de beste worden en zijn. Nu wil ik de beste directeur van de publieke omroep worden, door leuke programma’s te maken en nieuwe mensen een kans te geven.
Een geluid toe te voegen dat nu nauwelijks aan bod komt.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Clemens Rikken