Mooi landhuis heb je hier bij Enschede.
“Nee, dit is niet mijn huis, het is het huis van een goede vriend van me. Alleen doe ik hier liefst mijn interviews, met zijn toestemming uiteraard. Dat vind ik prettiger dan bij mij thuis. Zo hou ik mijn privéleven gescheiden van mijn professionele leven.”
De meeste artiesten kozen ervoor hun nieuwe materiaal pas na de coronacrisis uit te brengen. Jullie gingen tegen die stroom in en brachten in mei vorig jaar gewoon jullie nieuwe cd 2020 uit. Waarom?
“Wij hebben ook aan uitstellen gedacht. Maar ja, als deze pandemie voorbij is, krijg je een enorme massa aan artiesten die allemaal tegelijk nieuw materiaal uitbrengen. Dan was ons album misschien een beetje ondergesneeuwd. Dus besloten we het toch uit te brengen. Dat leverde in ieder geval een hoop aandacht op, en veel positieve reacties. Meer dan we hadden gedacht zelfs. Ik heb wel honderdtwintig interviews gehad. Was er van tien uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds mee zoet. Maar vervolgens kun je er dus weinig mee. Een tour kon niet. Dus ben ik maar alvast begonnen met het maken van een volgend album.
En dan hopelijk in de loop van dit jaar wel de bühne op.”
Heb je eigenlijk wat met de muziek van tegenwoordig?
“Bands als Kings of Leon en The Foo Fighters vind ik geweldig.
Maar verder. Rap… Ik vind het knap, hoor. Dat die gasten op een beat al die teksten eruit reutelen.
En die teksten zijn vaak heel spitsvondig. Maar ik heb er niet zoveel mee. Die hele dj-scene hetzelfde. Het zal wel een functie hebben.
Ik begrijp dat een beat een hypnotiserende werking kan hebben.
Een goede beat is heel belangrijk, maar er moet wel een extra laagje overheen zitten, vind ik. Ik hou van goede nummers. ABBA maakte die. Daar heb ik soms hele discussies over met mederockers. Die noemen me dan ‘opa’, haha! Maar die nummers zitten gewoon heel goed in elkaar. Tegenwoordig zie ik bandjes optreden die vroeger nog niet eens het schoolpodium op hadden gemogen. Muzikant is minder een ambacht dan voorheen, vroeger moest je echt kunnen spelen. Nu spelen andere dingen vaak een te grote rol en zijn de muzikanten soms gewoon erg middelmatig.”
Wanneer is een nummer goed in jouw ogen?
“Een goed nummer moet je op verschillende manieren kunnen uitvoeren. Dat je er bijvoorbeeld een country- of folkversie van maakt en het toch herkenbaar blijft. Als een soort kapstok die overeind blijft staan wat je er ook aan hangt.”
Over goede nummers gesproken. Jullie hebben Burning Heart opnieuw opgenomen en op jullie nieuwe album gezet.
“Dat was een idee van onze manager. Bedoeld als voorproefje op het album, want dat was nog niet af. Maar de platenmaatschappij vond het te gek en wilde het op het album. En ik realiseerde me dat het eigenlijk juist een hele mooie link is tussen toen en nu. En het ís ook een te gekke versie. Lekker fris en de zang van onze nieuwe zanger Ronnie Romero gaat echt door merg en been.”
‘Door al dat reizen verliezen veel muzikanten een plek waar je thuiskomt, met oude vrienden die je je hele leven kent en met wie de vriendschap een stootje kan hebben’
Je zette jezelf op de kaart met Vandenberg. Maar de laatste pakweg dertig jaar was je bezig met andere dingen. Whitesnake uiteraard, schilderen en MoonKings. Vanwaar deze terugkeer naar Vandenberg?
“Het was moeilijk internationaal te toeren met MoonKings, want die andere gasten hebben ook andere bezigheden. En het kriebelde bij mij, ik wilde weer eens wat hardere muziek maken. Ik had altijd het gevoel dat Vandenberg nog geen gesloten boek was. Daar begon het mee. Maar ik wilde het alleen doen als ik een paar gasten vond waarmee ik echt kon vlammen.
Met Ronnie als zanger, Koen Herfst als drummer en bassist Randy van der Elsen vond ik die.
Daarnaast speelde de rechtszaak van een paar jaar terug misschien ook mee. Toen wilden twee oude leden van Vandenberg, Bert Heerink en Dick Kemper, via de rechter de naam Vandenberg claimen. Mijn pa was daar een partij kwaad over zeg! Die zei: Jij hebt die gasten uit de fabriek gehaald, en nu willen ze onze familienaam hebben!? Het is ze niet gelukt.
Maar die hele zaak gaf mij wel een nare nasmaak, en die is met dit album wel weer weggespoeld.”
Je bent geboren in Den Haag, woonde vanaf je vijfde in Rotterdam en verhuisde toen naar Enschede, da’s andere koek. Vervolgens reis je de hele wereld over om terug te keren naar...
Enschede.
“Mijn vader was ingenieur bij Shell in Rotterdam. Wij woonden daar vlakbij en ik had enorme last van migraine. Elke week kostte dat me zeker twee dagen waarop ik weinig tot niets kon. Niemand had het destijds over luchtvervuiling. Maar ik heb weleens koeien dood in de wei zien liggen. Na onze verhuizing naar Enschede heb ik nooit meer last gehad van migraine. Ik woon nu nog in Enschede, omdat ik het belangrijk vind om ergens je wortels, je roots te hebben. Door al dat reizen verliezen veel muzikanten dat, een plek waar je thuiskomt. Met je oude vrienden, die je je hele leven kent en waarbij je weet dat de vriendschap een stootje kan hebben. Je kunt nieuwe vrienden maken, maar dat verleden krijg je nooit meer met vrienden die je op latere leeftijd maakt.”
Voor velen ben jij hun favoriete gitarist. Heb je die zelf eigenlijk? “Ja, Jimi Hendrix. En Jeff Beck is voor mij ook nog een levende legende. Die heeft zo’n eigen taal.”
Benieuwd naar de rest van het interview? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Clemens Rikken