Moordlijsten, moord op bestelling, geliquideerde getuigen, gestolen auto’s en een wapenarsenaal om een stad mee te veroveren. In het onderzoek 26 Koper wil justitie de infrastructuur achter een reeks gepleegde liquidaties en voorbereidingen aantonen. Bewijs is er volop, er zijn camerabeelden van verdachten met wapentassen, afgeluisterde belastende communicatie, nauwkeurige administratieboekjes die in woningen werden aangetroffen, wapenopslagplaatsen en het belangrijkste bewijsmiddel, de getuige. Maar met de liquidatie gisteravond van Ranko Scekic kan justitie opnieuw iemand van dat lijstje schrappen. Wie durft er straks nog zijn mond open te trekken? En wie is die mysterieuze meneer T.? Een bijdrage van onze misdaadverslaggever Jens Olde Kalter.
Deze week stonden de verdachten terecht in de zaak 26 Koper. Dat is het onderzoek naar het Nieuwegeinse moordservice-team dat volgens justitie complete liquidatie-infrastructuren uit de grond had gestampt en daar miljoenen mee verdiende. Zo zou de uit acht man bestaande ploeg voorbereidingshandelingen treffen zoals het met peilbakens en filmopnames afleggen van potentiële liquidatie-slachtoffers en linkt justitie de voornamelijk uit Surinamers en Marokkanen bestaande groep rechtstreeks aan drie liquidaties, waaronder die van Samir ‘Babbel’ Jabli en Mohammed Alarasi, beiden in Amersfoort in 2014.
Lees ook: de opkomst en ondergang van 'handige handelaar' Samir B.
Een van de afgelegde doelwitten zou later een verklaring bij de politie afleggen. Hij zei 'doodsbang' te zijn. Niet geheel onterecht, zo bleek toen hij afgelopen mei in de Amsterdamse Bijlmer werd geliquideerd. Ook Spyshop-ondernemer Ronald Bakker, bij wie leden van de groep ‘werktuig’ kochten en die allicht te veel wist of misschien wel praatte met de politie, werd bij zijn huis in Huizen vermoord. Het staat alleen nog niet vast of de groep hier ook daadwerkelijk achter zit.
De zoveelste pro-forma zitting van 26 Koper leek eerst een herhaling van zetten te worden: de verdediging hamerde op de schorsing van het voorarrest van hun cliënten, zodat die onder meer 'thuis hun kinderen mee konden helpen opvoeden'. ''Oh'', zei officier van justitie Koos Plooij. ''U bedoelt die kinderen die in dat huis woonden waar we twee kilo coke en vuurwapens vonden.'' Het bekende ge-emmer tussen aanklager en verdediging. En verder vielen er wat namen van mensen die nog gehoord zouden worden. Bijvoorbeeld van ene Scekic, die eerder al door de politie was gewaarschuwd dat hij op het lijstje van de moordbrigade stond. Wellicht stond hij op dat lijstje omdat hij teveel van drugstransporten door leden van de groep in Spanje af zou weten en hen daar zelfs in verband met een liquidatie kon brengen.
Gisterenavond, 22.15 uur. Ik kom thuis van de buurtsuper en kijk even op Twitter. Ik zie dat er iemand is doodgeschoten in Utrecht. Vlinderscrime, altijd boven op het nieuws, meldt dat het een Marokkaans slachtoffer betreft. Ik pleeg een paar telefoontjes die dat nieuws ontkrachten. Het is een Joegoslaaf, zegt mijn bron, en de naam van het slachtoffer is Ranko Scekic. De man dus die bij de Rechter-Commissaris zou gaan verklaren…
Wat is dit voor een ploeg die zo onder het vergrootglas van justitie ligt en toch nog zoveel slagkracht heeft? Iemand is in elk geval heel nerveus aan het worden. En diegene ruimt momenteel alle losse eindjes die hem/hen wellicht een duwtje richting levenslang kunnen geven zorgvuldig uit de weg. Zoals nu dus Ranko Scekic. De vader van drie jonge kinderen wordt eerst met een automatisch wapen in zijn rug geschoten waarna de schutters vertrekken om een seconde of twintig later terug te keren en hem voor alle zekerheid een kogel door het hoofd te jagen.
In dat licht wordt de zoveelste pro-forma in de zaak 26 Koper van een dag eerder toch nog interessant. Want aan het einde van de zitting heeft Koos Plooij het over een Spaans proces verbaal dat vooralsnog niet aan het dossier zal worden toegevoegd. Eén van de advocaten wil daar toch graag meer van weten.
Officier van Justitie Plooij is benieuwd waarom die advocaat dat zo graag wil weten. Het gaat niet eens over de cliënt van die advocaat. ''Of is dat omdat meneer T. toevallig ook cliënt bij uw kantoor is?'' Daar heeft de advocaat geen goed antwoord op. En dat antwoord is er nog steeds niet wanneer we later op de gang vragen wie die meneer T. (die niet voor het hekje staat) dan is. ''Eh, eh.. die ken ik niet,'' luidt het antwoord van de advocaat. Maar Plooij zei toch net dat meneer T. cliënt is bij uw kantoor? ''Ja, eh, ik. Ik kan er niets over zeggen.''
Ik ook niet, want ik ken deze meneer T. niet. Maar het lijkt erop dat we waarschijnlijk wel van hem gaan horen in deze zaak 26 Koper. Misschien niet van de (nog) levende getuigen, maar wellicht van Koos Plooij en zijn team. Volgende week een uitgebreid verhaal over deze zaak in de papieren Panorama.