Anouar (30) heeft geen advocaat meegenomen, waaruit je zou kunnen afleiden dat hij zich bij de feiten neerlegt en zijn straf accepteert. Maar niets is minder waar. Hoe glashelder zijn zaak ook lijkt, hoe hard het bewijs tegen hem ook is, het heeft geen enkele invloed op zijn strijdvaardigheid. Hij ontkent alles. Of in elk geval al het strafbare.
“Mohammed ging ergens spullen ophalen. Losse onderdelen van een schotelantenne. Hij vroeg of ik meeging. Het was zondag, ik had niks te doen. Maar ik ben nergens binnen geweest. Ik ben gewoon in de auto blijven zitten,” begint Anouar zijn verweer.
Dat laatste is al een aantoonbare leugen. Op de beelden van de bewakingscamera van het huis in Espel, een slaperig dorpje in de Noordoostpolder, is duidelijk te zien dat Anouar aan de bestuurderskant uit de auto stapt. Hij overhandigt iets aan Mohammed. Iets wat verdacht veel wegheeft van een paar handschoenen.
@backlink(158567)
Via het hondenluik
“Daar weet ik niets van,” zegt Anouar. Wanneer hij weer instapt, draait hij de wagen op het erf van het woonhuis met de neus naar de straatkant.
“Klaar om te vluchten,” interpreteert de officier van justitie.
“Vooruit wegrijden is altijd makkelijker,” zegt Anouar, “niet alleen bij het vluchten.”
Na een minuut of tien verschijnt ook Mohammed weer in beeld. Rennend en met een goed gevulde tas in zijn handen. Hij springt in de wagen en het tweetal rijdt weg.
“U vond het niet vreemd dat uw vriend rennend terugkwam?”
“Dat is mij niet opgevallen,” zegt Anouar.
“En die tas met spullen?”
“Ik ging ervan uit dat dat de spullen waren die hij kwam ophalen. Voor die schotelantenne.”
“U heeft niet in die tas gekeken?”
“Waarom zou ik?”
Nog geen 5 kilometer verderop, in het dorp Creil, vindt die dag nog een woning-inbraak plaats. Dit keer zijn er geen camerabeelden. De daders zijn via het hondenluik binnengekomen en één van hen was vermoedelijk Anouar. Zijn dna werd aangetroffen op een sok die pal voor de woning op straat achterbleef.
“Sinds wanneer is een sok verliezen strafbaar?” vraagt Anouar zich hardop af.
“Het was niet uw sok, het was een sok van de bewoner.”
De sok hing binnen aan een wasrek. De officier vermoedt dat hij door de inbrekers is gebruikt als handschoen, om geen sporen achter te laten.
“Als ik handschoenen nodig heb, dan trek ik handschoenen aan. Geen sokken. Zeker niet die van een ander,” zegt Anouar.
“Hoe komt uw dna dan op die sok?” vraagt de officier.
“Gewaaid of zo?” probeert Anouar. “Weet ik veel!” Hij haalt zijn schouders op en kijkt dan de rechter aan. “Kom op mevrouw, ik heb drie kleine kinderen, ik heb op zondag echt wel iets beters te doen dan inbreken.”
Die kinderen gaat hij een tijdje niet zien. Hij krijgt vier maanden cel waarvan een maand voorwaardelijk. Daarnaast zal hij de gestolen laptops, sieraden, horloges, paspoorten en portemonnees moeten vergoeden. Een bedrag van bijna 4000 euro.
“Maar ik kan nog in hoger beroep toch?” vraagt Anouar
“Binnen veertien dagen,” zegt de rechter.
“Met een advocaat?”
“Dat zou ik maar doen ja.”
@backlink(158535)
Lees het in Panorama
Dit was een aflevering van 'De politierechter' uit de oude doos, geschreven door onze verslaggever Jochem Davidse. Benieuwd naar de aflevering van deze week? Bestellen kan hier.