Playboy sprak een zestal creatieve gelukszoekers die dromen van een bestaan tussen de sterren of juist achter de schermen.
‘Ik had eigenlijk altijd een kuthekel aan Amerika. Die mentaliteit daar sprak me helemaal niet aan. Toen ik met mijn vriendin die kant op vertrok, verwachtte ik echt binnen twee jaar weer terug te zijn. Nu zijn we tien jaar verder, voel ik me thuis, hebben we een kleine en gaat het qua werk supergoed.’ Justin van der Lek (33) kan er soms nog steeds niet over uit. Samen met zijn vrouw Jacqueline, die make-up-artist is, reisde hij op de bonnefooi richting Hollywood om daar aan de slag te gaan als special en visual effectsdesigner. Zijn opleiding: het grafisch lyceum, want puur special effects bouwen leer je in ons land niet in de schoolbanken. Hij kocht zich suf in de American Book Store in Amsterdam, puur om inspiratie op te doen en de stiel te leren. Al van kinds af aan is hij gegrepen door de macht van de visuele illusie. ‘Met Star Wars als heilige graal natuurlijk,’ zegt hij lachend. ‘Het was dan ook een jongensdroom dat ik uiteindelijk aan die serie heb mogen meewerken.’
De eerste tijd dat Van der Lek, afkomstig uit Nieuwegein, in Hollywood verbleef, waren volgens hemzelf een flinke struggle. ‘We hadden samen flink gespaard en daarvan twee tickets gekocht. Eenmaal aangekomen in de States, kwamen we erachter dat je natuurlijk ook een werkvisum nodig hebt. Hadden we helemaal nooit bij stilgestaan. Het duurde tijden voordat dat geregeld was. We hadden dus amper inkomsten en dat terwijl huisvesting bijvoorbeeld in Hollywood heel erg duur is. We sliepen letterlijk twee jaar lang op een luchtbed, omdat we geen gewoon bed konden betalen. Ons eten: instant noodles. Elke dag. Maar het is het allemaal waard geweest.’
Want na een tijdje begint het te draaien voor Van der Lek. Hij klopt letterlijk bij elke filmmaatschappij aan, totdat Look!FX toehapt. Hij mag meewerken aan de blockbuster Pirates of the Caribbean 2, die vervolgens de Oscar voor Best Visual Effects wint. Twee jaar later kan hij aan de slag bij Digital Domain, een van de topstudio’s op het gebied van visual effects. ‘Als je mee hebt gewerkt aan een Oscarwinnende film, wordt alles makkelijker. Je visum verlengen, opdrachten krijgen en je netwerk vergroten. Maar het blijft keihard werken. Mensen hebben het beeld van Hollywood dat alles glitter en glamour is, nou: vergeet het maar.’ Van der Lek mag vervolgens meewerken aan Iron Man 3 en The Hobbit 2, maar zijn droom komt uit als hij wordt gevraagd als supervisor voor de Millennium Falcon-chase in Star Wars: The Force Awakens. ‘Dat was voor mij echt full circle. Als superfan was ik natuurlijk wel bang dat ik het zou verkloten. Ik weet als geen ander hoe kritisch er wordt gekeken naar de visual effects in Star Wars-films, sinds episodes 1 t/m 3. Maar hoewel ik het bijna elke dag in mijn broek deed van de spanning, ben ik heel tevreden over hoe het is uitgepakt.’
/ KANYE WEST
Doorbreken in Hollywood heeft ook te maken met ballen hebben, vindt Angelo de Witt, die voor de toekomst alvast zijn naam heeft veranderd in Angelo White. Hij kwam na de Oscars in het nieuws omdat hij zichzelf op de rode loper had gefotoshopt na een vermeende winst voor zijn visuele bijdrage aan The Jungle Book. Een halve waarheid, want De Witt werkte wel degelijk mee aan de film, maar zijn rol was klein en in Hollywood was hij die dag al helemaal niet. ‘Ach, je moet soms een beetje lef hebben in het leven,’ zegt hij lachend vanuit zijn huis in Almere. De Witt werkte onder meer mee aan Snow White and the Huntsman, Planet of the Apes en The Hobbit en maakte met zijn korte film Sorice zoveel indruk dat hij zelfs voor een grote productiemaatschappij zijn regiedebuut gaat maken. ‘Ik ben om de paar maanden in Hollywood, puur om mijn contacten te onderhouden en netwerk uit te breiden,’ legt de 26-jarige aspirant-filmmaker uit. Over zijn stunt tijdens de Oscars is hij verder duidelijk. ‘Het was vooral om te laten zien dat er ook achter de schermen heel hard wordt gewerkt aan het succes van een film. Soms wel door honderden mensen, die geen credits krijgen.’ Daniel Bouquet (34) ontmoet wel wereldsterren in levenden lijve. Als cinematograaf schoot hij namelijk videoclips van Kanye West en Rihanna. ‘Je moet ook een beetje mazzel hebben,’ zegt hij eerlijk. ‘Wat in de Verenigde Staten heel belangrijk is: een goede agent. Die regelt alles voor je.’ Bouquet studeerde elf jaar geleden af aan de filmacademie en trok vier jaar later richting het buitenland. Via Parijs belandde de Gouden Kalf-winnaar voor de film Nothing Personal in de entertainmenthoofdstad van de wereld. Puur op zijn portfolio kreeg Bouquet de klus voor de Rihanna-clip. De Nederlandse regisseur Paul Geusebroek betrok hem vervolgens persoonlijk bij de eerste videoclip van ‘Panda’, in samenwerking met Kanye West.
Bouquet vliegt op en neer tussen Nederland en de Verenigde Staten. Net als de meeste collega’s, al zijn er uitzonderingen. ‘Hollywood heeft een flinke community met Nederlanders die in de filmwereld werken. Onlangs draaide ik een commercial voor Converse en bleek de hele lichtcrew Nederlands te zijn en daar al twintig jaar te werken.’
/ NETFLIX-BLOCKBUSTER
Een van die creatieve gelukszoekers die ervoor koos om zich wel permanent in Hollywood te vestigen en slechts af en toe richting de lage landen te vliegen, is cameraman Rolf Dekens (38). Hij voelt zich prettig in het westen van de Verenigde Staten. Natuurlijk vanwege het klimaat, maar vooral vanwege de mogelijkheden, die bij zijn ambities passen. Dekens: ‘Wanneer je Engelstalige films maakt, heb je simpelweg een groter bereik en dat vind ik tof. Kijk, in Nederland wordt een topfilm door hooguit 500.000 mensen gezien. Amerikaanse films gaan meteen de hele wereld over. De budgetten zijn dan ook vele malen hoger.’ Toen Dekens echter in de Verenigde Staten arriveerde, merkte hij naar eigen zeggen dat ‘alle in het verleden behaalde resultaten niets meer waard waren’. ‘Niemand zit hier in Hollywood op je te wachten. Je begint echt als nobody. Ik heb driemaal gratis meegewerkt aan een film van regisseur Roel Reiné (Michiel de Ruyter, red.), voordat ik een betaalde klus kreeg bij Universal Studios.’
Volgens Dekens, die meewerkte aan de Netflixblockbuster Tokyo Trial, is de concurrentie tussen cameralieden enorm. Zo’n 4.000 man aast op dezelfde baantjes. ‘Het is opportunisme ten top. Je wordt soms twee weken voor een shoot gebeld met de vraag: ben je het komende half jaar beschikbaar? Dat is improviseren natuurlijk. Daarnaast hebben we als Nederlanders wel een enorm voordeel dat we efficiënt werken en dus minder kosten. Een film van tien miljoen is in Amerika low budget. Voor ons is dat een godsvermogen.’ Daarnaast staan Hollanders, die elkaar volgens Dekens ook allemaal opzoeken in Los Angeles, bekend als gezellig. ‘Amerikanen houden van onze sociale skills en humor. Kijk naar Franse regisseurs. Die maken meestal maar één film en hoeven daarna niet meer terug te komen, puur omdat het chagrijnige zakken zijn.’
/ STUNT-ZZP’ERS
Willem de Beukelaer is iemand die bijna letterlijk de filmwereld is ‘ingerold’. Zijn vader Hammy richtte namelijk in 1956 al een stuntteam op, dat momenteel 85 procent van alle gevaarlijke capriolen in speelfilms in de Benelux voor zijn rekening neemt. Zijn vader is inmiddels met pensioen en zelf laat De Beukelaer jr. zich ook niet meer overrijden of opblazen. Hij coördineert nu alle stunts van zijn team. Zestien jaar lang was hij actief in talloze producties. Ook voor ‘Hollywood’, waar hij onder meer aan Mindhunters en Ocean’s Twelve meewerkte. Filmen met Amerikaanse ploegen is volgens de 52-jarige De Beukelaer niet wezenlijk anders. ‘Ach, of je nu voor Goede Tijden, Slechte Tijden brandend van een gebouw afspringt of voor Ocean’s Twelve; het blijft hetzelfde. Het voordeel met internationale producties is dat er meer geld is en dat je het dus een paar keer kan en mag overdoen om het beste resultaat te halen.’
Deze zomer was het team van De Beukelaer actief in drie grote internationale producties, waaronder Dunkirk van Christopher Nolan. ‘Ons team bestaat slechts uit vier man, maar ik regel dan uit heel Europa stunt-zzp’ers. Op sommige dagen hadden we wel zestig man rondlopen op de set.’ Dat Nederlanders zoals hij het goed doen in de Amerikaanse filmwereld, verbaast De Beukelaer niets. ‘Wij weten wat we doen en snappen de logistiek van de set. Daarnaast communiceren we goed. Kijk, als je met grote acteurs werkt, zoals laatst met Guy Pearce in Brimstone, is vertrouwen heel belangrijk. We coachen, begeleiden en bouwen eigenlijk een vertrouwensband op. Dat is bij sommige andere buitenlandse teams veel minder. Dat speelt echt een grote rol in dat soort megaproducties.’
/ TOP OF THE BILL
Danser Timor Steffens bewandelde een totaal ander pad. De Rotterdammer deed ooit mee aan het tv-programma So You Think You Can Dance, waarin hij als tweede eindigde. Hij pakte zijn spullen en ging hierna op 20-jarige leeftijd op de gok naar het ‘beloofde land’. Via via belandde hij bij de audities van Michael Jackson’s tour en van de 6.000 kandidaten was Steffens een van de elf die met de King of Pop op het podium mocht staan. Jackson overleed echter vlak voor de eerste show in de O2 Arena. Voor Steffens natuurlijk een ramp, maar het maakte hem nog meer gedreven om te slagen in Los Angeles. ‘Ik dacht: als ik deze droomklus kan binnenslepen, moet ik toch kunnen slagen hier? Ik ben meteen weer gaan auditeren. Maakte niet uit wat. Films, commercials, videoclips, bij artiesten: anything.’ Steffens had succes, want hij kreeg features in videoclips van onder meer Beyoncé, Chris Brown en Usher. Daarnaast mocht hij meespelen in de film Burlesque en ontwikkelde hij zich tot choreograaf en artistic director.
‘De beginjaren waren echt pittig hoor,’ herinnert Steffens zijn eerste schreden in Hollywood nog goed. ‘De mentaliteit is hier best hard en koud. Iedereen probeert van elkaar te profiteren. Maar ik had al snel door dat ik vooral naar de Amerikanen toe moest trekken om echt in de scene te komen. En ik heb heel hard aan mijn Engels gewerkt. In het begin had ik nog zo’n Schwarzenegger-accent en dan blijf je toch altijd voor iedereen die ‘European guy’.’
Inmiddels is de sky the limit voor de 29-jarige Steffens. Hij is gestopt met dansen om zich volledig te richten op zijn rol als artistic director, heeft nu een green card, werkt met de groten der aarde en heeft samen met John de Mol het concept van Dance Dance Dance – een wereldwijd uitgezonden tv-format – bedacht. Zijn droom is om verder te gaan met acteren en zelfs te gaan regisseren. Voor anderen die fantaseren over een bestaan in Hollywood heeft hij een gouden tip. ‘Zorg eerst dat je in je eigen land top of the bill bent. Vaak gaan mensen naar Hollywood omdat ze het in Nederland niet kunnen maken. Maar dan kom je hier als een nobody on top of a nobody. En daar zit helemaal niemand op te wachten.’
Zij maakten het:
Paul Verhoeven: o.a. Basic Instinct, Starship Troopers
Jan de Bont: o.a. Twister, Speed
Anton Corbijn: o.a. The American, A Most Wanted Man
Rutger Hauer: o.a. Blade Runner, Flesh & Blood
Jeroen Krabbé: o.a. The Living Daylights, The fugitive
Famke Janssen: o.a. X-Men, Goldeneye
Thekla Reuten: o.a. In Bruges, The American
Yorick van Wageningen: The Girl with the Dragen Tattoo
Carice van Houten: o.a. Game of Thrones, Valkyrie
Michiel Huisman: o.a. Game of Thrones, The Age of Adeline
Carel Struycken: o.a. The Addams Family, Twin Peaks
Sylvia Kristel: Emmanuelle