The Dark Knight-trilogie zit – net als je meeste films – vol paranoia, schuld, chaos en een sterke dreiging dat de maatschappij op instorten staat. Wat maakt je bang in het echte leven?
In de huidige staat van de wereld ben ik het meest bang voor anarchie. De Joker uit The Dark Knight en Bane in The Dark Knight Rises kaarten deze problemen over de verdeling van de samenleving aan. Met Bane is het de angst voor demagogie en waar dat toe kan leiden. The Dark Knight Rises is wat dat betreft extremer, maar ik denk niet dat veel mensen dat doorhadden. In de eerste twee Batman-films speelden we met de dreiging van een verdeelde samenleving. In The Dark Knight Rises lieten we het daadwerkelijk zo ver komen. We dachten meteen aan mensen in Manhattan die uit hun huizen gejaagd worden. We probeerden het randje op te zoeken, en ik denk dat we ermee wegkwamen. [lacht]
Kwam je ermee weg omdat de meeste kijkers en critici dit soort politiek commentaar niet doorhebben wanneer het in een superheldenfilm zit?
Ik zag die films niet als superheldenfilms. Ik wilde vooral geweldige films maken. Maar een iconisch personage als Batman geeft je een bepaalde vrijheid bij het publiek. Ze volgen je naar plekken waar ze je niet naartoe zouden volgen als het niet om een icoon ging. The Dark Knight Rises uit waar ik bang voor ben: dat onze gedeelde normen en waarden en onze gekoesterde instituties fragieler zijn dan we denken. Nu zijn meer mensen dan toen net zo bang als ik.
Met die angst in je achterhoofd, hoe pessimistisch of optimistisch ben je dat onze normen en waarden en instituties blijven bestaan?
Als puntje bij paaltje komt, heb ik veel vertrouwen in de mensheid en dat alles goedkomt. Mijn vrienden zullen het wel grappig vinden als ik zeg dat ik een optimist ben, omdat ik mezelf vaak pessimistisch neerzet. Ik maak me veel zorgen en klaag over dingen die nu gaande zijn in de wereld. Ik wil dat de wereld beter wordt dan die nu is, en ik heb er alle vertrouwen in dat dat zal gebeuren. We leven in een interessante tijd. Wat me het meest tegenstaat aan de penibele staat van de wereld, is dat het onze eigen schuld is. Het ging goed, we gingen goed vooruit. We hadden twee generaties lang welvaart, twee generaties in het Westen die geen directe ervaring met oorlog hadden. Ik ben erg bang dat dit betekent dat mensen niet beseffen wat er allemaal verkeerd kan gaan in de wereld.
De kracht van dromen en nachtmerries is een van de vele thema’s in Inception en andere films. Wat is jouw grootste nachtmerrie?
Ik heb nog nooit in een oorlog gevochten, maar dat is mijn grootste nachtmerrie.
De meerderheid van de critici en fans houdt van de niet-lineaire verhaallijnen, complexiteit, ambiguïteit en cutting-edge wetenschap die jij in je films verwerkt. Klagen je tegenstanders weleens dat je films te pessimistisch of confronterend zijn?
Die reactie krijg ik vaak. Ik ben weleens de bioscoop uitgelopen – bijvoorbeeld aan het eind van Inception – voordat mensen tegen me konden praten. Alan Parker (regisseur, red.) heeft ooit gezegd dat alle cinema manipulatief is, en dat is waar denk ik. Ik probeer niet te manipulatief zijn – of, nou ja, ik probeer het niet te duidelijk te maken. Dat geeft mensen meer vrijheid om films te interpreteren zoals zij dat willen. Mensen hebben over mijn films geschreven dat ze emotieloos zijn, maar bij dezelfde films heb ik mensen in tranen gezien. Het is een onmogelijke tegenstrijdigheid voor een filmmaker om op te lossen. Eigenlijk is dat het spannende aan films maken. Mijn films zijn een soort Rorschachtest.
Dus, in tegenstelling tot de oude Hollywoodregisseur Howard Hawks, die toegaf dat hij ook niet alle plottwists van de klassieker The Big Sleep uit 1946 begreep, kan jij wel alle kronkels in je films uitleggen?
Ik denk dat Hawks precies wist wat er gebeurde, maar dat hij een punt wilde maken. Het uitgangspunt van de film is belangrijker dan de plot – de plot kan wegvallen. Ik moet volledig de controle hebben over het mechanisme en de onderliggende realiteit van de film, ook als ik een ambigue reactie van het publiek verwacht. Ik had een interessant moment met mijn broer Jonathan tijdens het Filmfestival van Venetië in 2000, de eerste keer dat we Memento aan het publiek lieten zien. Ik had geen idee of we de bioscoop uitgejoeld zouden worden of niet, maar we kregen een staande ovatie die maar niet ophield. Achteraf werd me op een persconferentie gevraagd naar de betekenis van het einde, dus ik legde het uit. Toen ik later uiteten was met mijn broer zei hij dat ik dat niet meer moest doen. Ik zei: ‘Maar ik beantwoordde gewoon de vraag.’ Waarop Jonathan antwoordde: ‘Het punt van de film die je gemaakt hebt, is dat jouw mening niet beter is dan die van een ander.’ Hier had ik nog niet over nagedacht, maar toen ging er een lichtje branden. De film heeft een meerduidigheid aan het eind, net als Inception. Ik moet weten hoe het echt eindigt om het authentiek te maken, ik wil niet lui overkomen. Maar het punt dat Jonathan probeerde te maken, is dat ik mensen niet moet vertellen wat ik denk, omdat ze mijn mening dan zwaarder laten tellen dan het mysterie. En dat hoort niet, want de tekst, de grammatica van de film, vertelt je dat je die dingen niet hoort te weten. Ze zijn er niet om te weten, want het personage weet ze ook niet.
Je schijnt telefoons te verbieden op de set.
Ik tolereer geen afleiding, dus ik tolereer het niet als mensen hun telefoon op de set gebruiken. Ze raken dan uit de bubbel van het creatieve proces, ze verlaten de realiteit die we proberen te creë- ren. Hun hersenen zijn ergens anders. Ze doen niet meer mee. We hebben dit in meerdere fases meegemaakt. Eerst mochten mensen hun telefoon helemaal niet meenemen, maar dat is niet meer praktisch. Nu moeten ze gewoon uit zodat niemand ze gebruikt. Als je je telefoon moet gebruiken, moet je even weggaan. Zo kan niemand stiekem even zijn berichtjes checken. Sommige medewerkers vonden dit in het begin overdreven, maar ze zijn er nu aan gewend en vinden het juist ook fijn omdat ze zichzelf helemaal in het werk kunnen verliezen en dan hun berichtjes met de lunch weer lezen. Ik tolereer ook niet dat mensen te laat komen. Als je op tijd komt en meedoet, mag je verder alles van mij.
Je ziet er gelikt uit in je colbert, gilet en pochet. Is dit ook wat je draagt op de set?
Andere crewleden dragen praktische kleren. Ik heb altijd zo’n colbert aan. Op school moest ik een uniform aan en ik raakte gewend aan de jaszakken, dat ik alles bij me kon hebben. Toen ik echte films ging maken met een groter budget, pakte ik eens een zandzak op. Ik realiseerde me toen dat ik de crew had beledigd omdat dat niet mijn baan was. Ik draag altijd de kleren die ik draag als ik aan het schrijven ben. Ik draag wat ik comfortabel vind, want regisseren is geen fysieke baan.
Je nieuwe film Dunkirk gaat over de evacuatie van de geallieerde soldaten die omringd werden door het Duitse leger tijdens de slag om Frankrijk in de Tweede Wereldoorlog. Alles ziet er oncomfortabel, fysiek en meeslepend uit.
Het verhaal trok me al jaren. Het is niet zozeer een slag, maar meer een evacuatie, een race tegen de klok, een gezamenlijke missie to save the day, dus het is meer een overlevingsverhaal dan een oorlogsfilm. Een van de vreselijke dingen aan oorlogen en conflicten is dat we onze kinderen op pad sturen om te laten vechten. Ik wilde niet doen wat ze altijd doen in films, 28- en 35-jarigen casten om 18- en 19-jarigen te spelen. We hebben ons net breed gespannen en mensen uit theaterscholen geplukt, mensen die aan het twijfelen waren om naar een theaterschool te gaan, mensen die net hun middelbare school af hadden gemaakt, mensen zonder agent. Dat geldt zeker voor onze hoofdrol Tommy, gespeeld door Fionn Whitehead.
Hoe was het om een van de rollen te geven aan een echte internationale popster, Harry Styles van One Direction?
Hij is geweldig in de film. Heel veel mensen deden auditie, Harry heeft de rol echt verdiend. Hij heeft talent en liet dit met veel passie zien. We proberen het niet te overdrijven, omdat het een ensemble-film is. Maar hij is echt goed, vind ik.
Tom Hardy speelt een Spitfire-piloot. Zijn scènes zijn solo, in de lucht en soms met een zuurstofmasker over zijn gezicht. Je kreeg veel kritiek dat mensen Hardy’s dialogen als Bane niet konden verstaan in The Dark Knight Rises, en vergeet niet de geluidseffecten en muziek die de dialoog in Interstellar overstemden. Riskeer je niet dat dit zich herhaalt?
Het is altijd interessant wanneer mensen je bestoken met vragen en kritiek over technische problemen. Ik snap het wel, maar mensen begrijpen niet altijd dat er een heel creatief proces aan vooraf is gegaan. De leek begrijpt niet dat, of het nu voor The Dark Knight Rises, Interstellar of Dunkirk is, ik acht maanden lang elk geluid heb beluisterd om alles heel precies en voorzichtig te balanceren. Ik luisterde in verschillende bioscopen en maakte steeds aanpassingen. Bij Interstellar probeerden we iets spannends te creëren met onze geluidscrew en de componist Hans Zimmer. Iets wat rauw was, echt en hard, zoals Hoyte van Hoytema’s camerawerk. We hadden deze reactie wel een beetje verwacht, want we wisten dat we ver gingen met deze dingen. Maar, ik had niet verwacht dat mensen zó boos zouden worden. Op Tom in The Dark Knight Rises nota bene, ik bedoel, hij is een fantastische acteur. We hebben er lang over gepraat. Hij heeft er ook veel werk in gestopt, en wat hij deed was fascinerend. Ik liet hem een iets ingetogenere versie doen van wat we hadden bedacht, en dat werkte gewoon niet. De stem is intrinsiek gelinkt aan het personage, wat natuurlijk grappig is voor iemand van wie je de helft van het gezicht en de mond niet ziet. We doen de stem nog vaak na.
Hardy’s scènes in de lucht in de Spitfire zullen het publiek verrassen, met name degenen die ‘m in IMAX zien.
De Spitfire is de prachtigste machine ooit gemaakt. Ik mocht in een tweezitter vliegen, je voelt je dan zo machtig. Ik had een grijns op mijn gezicht van het opstijgen tot aan het landen. De scènes waarin gevlogen wordt, betrekken het publiek echt bij de film. Om de kijker die ervaring te geven, moesten we speciale lenzen laten maken en andere technische dingen doen. We hebben dingen gedaan die nog niemand eerder heeft gedaan, zoals acteurs in een echt vliegtuig laten zitten en de scènes in de cockpit in large-filmformaat filmen. Het was onze grote ambitie voor de film, en het is het team gelukt.
Een paar van de Dunkirk-acteurs lijken onderdeel van een vast Christopher Nolan-kliekje, zoals Tom Hardy en Cillian Murphy. Wat is de dynamiek tussen jou en je acteurs?
Ik ben altijd fan geweest van wat ze doen en ik geef ze een goed publiek. Ik kijk niet naar een monitor. Ik kijk echt naar wat ze doen op de set, net als het publiek. Mijn stijl is erg tastbaar. Veel close-ups, waardoor de acteurs niet alleen de camera op zich gericht voelen maar ook mijn blik. Bij Dunkirk hebben we wekenlang met Mark Rylance en Cillian Murphy op een klein bootje gezeten, met een gigantische IMAX-camera in hun gezicht. Ik waarschuwde dat die camera’s luid zijn, maar het moest zo dichtbij omdat ik geïnteresseerd ben in de kleine bewegingen. Dat wilde ik vastleggen, zodat het publiek het kan zien. Acteurs zien dat ik totaal geen ego heb of te hoge verwachtingen wat betreft hun performance. Ik probeer ze niet te bedwingen of als marionetten te gebruiken, ik wil ze helpen.
Ben je bang dat fans van je trippy sciencefiction en superheldenfilms je niet zullen volgen naar de Tweede Wereldoorlog?
Ja, dat risico is er. Maar mijn vrouw en producer Emma en andere collega’s vinden dat we hetzelfde doen als met Inception en The Dark Knight. We proberen altijd grenzen te verleggen. Anders zou ik mijn werk niet goed doen. Dus ja, het maakt me best zenuwachtig, maar het voelt goed om dit te doen.
Ik heb veel vrijheid en vertrouwen gekregen van de studio’s waarmee ik werk, vooral van Warner Bros. Dat brengt een verantwoordelijkheid met zich mee om die vrijheid te gebruiken voor een film waar ik echt in geloof, een die misschien niet in het Hollywoodmodel past. Inception was voor die tijd een radicaal voorstel voor de studio, maar we hadden net The Dark Knight gedaan, een van de grootste Warner Bros-films aller tijden. Die kans wilden we niet laten liggen.
Dunkirk voelt hetzelfde. Het is een van de grootste verhalen in de geschiedenis en het wordt al lang gebruikt in de popcultuur. Het idee van een gezamenlijke missie, als je bijna ten onder gaat maar toch nog weet te winnen. Er zitten allemaal sterke elementen in dit verhaal, maar het is nog nooit verfilmd. Waarom? Nou, een van de redenen is dat het veel moeite kost. Je moet een grote studio hebben. Je moet op grote schaal werken om het verhaal goed uit te beelden. Dus ik dacht, ik moet het nu doen, anders krijg ik de kans niet meer. Dus ja, ik zie het als mijn verantwoordelijkheid. Daar bedoel ik mee: als je het vertrouwen en de vrijheid hebt gekregen van een studio, moet je daar iets mee doen wat anders niet had gekund.
Telt het mee dat jij altijd je films op tijd af hebt en binnen het budget werkt?
Ik begon zo te werken om praktische redenen. Wanneer een studio je miljoenen dollars geeft voor een film, is de beste manier om je creatieve vrijheid te behouden om binnen het budget te blijven. Als ze zich geen zorgen hoeven te maken om jou als jij bezig bent, als je niet het vuur bent dat zij moeten doven, laten ze je met rust. Als ze zich niet gebruikt voelen, werkt dat alleen maar in je voordeel wat betreft creatieve vrijheid. Daar word je voor beloond.
Hebben jij en je team naar andere films gekeken?
We kijken naar veel films voordat we beginnen. Ik probeer meestal dingen te vinden die een relatie met onze film hebben, maar die niet overduidelijk is. Zoals de stille film Greed, waar ik altijd op teruggrijp omdat het zo’n prachtige en hartverscheurende film is. We hebben ook de stille film Sunrise gekeken, die had ik nog nooit eerder gezien. Het heeft elementen van een fabel en is erg simplistisch. Het is lastig voor mensen in het huidige digitale tijdperk om een stomme film te kijken. Je moet de stilte omarmen zoals de mensen toen deden. Het leuke aan stille films is dat je heel geïnspireerd kan raken als filmmaker. Of, plat gezegd, je kunt ervan stelen. [lacht].
Keek je ook naar oorlogsfilms?
Vroeg in het proces hebben we The Thin Red Line gekeken, een favoriet van mij. Het voelt alsof het elke oorlog had kunnen zijn, en dat is erg poëtisch. Maar dat had niet de juiste vibe voor wat wij wilden doen. We keken ook All Quiet on the Western Front, die James Jones in een essay beschreef als een film die laat zien dat oorlog mannen in dieren verandert, en hoe langer ze in de oorlog vechten hoe beestachtiger ze worden. En daarna, wie weet wat er dan gebeurt. Steven Spielberg leende zijn kopie van Saving Private Ryan aan me uit, die net zo choquerend en onplezierig was als ik me herinnerde. Het moment dat de kogels begonnen te vliegen wilde je niet in de bioscoop zijn. Dat duwde ons meer in de richting van Hitchcock, om een andere soort spanning op te bouwen, eentje waarbij je meer naar het scherm kunt kijken en niet je ogen af hoeft te schermen. Ik vond het idee om oorlog zo frontaal te benaderen best eng, omdat ik er nooit in een heb gevochten. Zoals ik al zei is het mijn ergste nachtmerrie. Maar ik kon Dunkirk vol vertrouwen tackelen omdat ik de regels van spanning en een thriller ken, waardoor ik het publiek op het perspectief van de mensen op het strand zet, zodat je alle vliegtuigen aan ziet komen en de bommen ziet vallen. Dat is eng. Deze aanpak met meer spanning, als een thriller, gaf me meer vrijheid. Dunkirk gaat om het fysieke proces, over de spanning in het moment, niet de achtergrondverhalen. Het gaat erom of deze mannen een plank over dit gat krijgen. We geven om de personages. We willen niet dat ze vallen. We geven om ze omdat we menselijk zijn en empathie hebben. Dunkirk maakt het wel zwaar voor zijn publiek, maar daar zit ook iets positiefs in.
Ben je nog in de verleiding om je eigen James Bond of Star Wars te maken?
Een Bondfilm, sowieso. Ik heb al met de producers gepraat. Ik ben gek op het personage en vind het leuk om elke keer te zien wat ze nu weer gaan doen. Misschien lukt het op een gegeven moment. Je moet nodig zijn, als je snapt wat ik bedoel. Het moet een nieuw jasje nodig hebben, het moet jou nodig hebben. Ze doen het nu al heel goed.
Is het een goede tijd om Christopher Nolan te zijn?
Het voelt goed, maar het is ook een spannende periode omdat Dunkirk bijna uitkomt. Je raakt geobsedeerd en je wilt overal je zegje over hebben in de technische finish om het zo goed mogelijk te maken. Nu komt het moment dat de film de hele wereld overgaat. Dat is nooit gemakkelijk.
Playboy’s top 5
De films van Christopher Nolan zijn het bewijs dat Hollywood-regisseurs niet per se hun goeie verhaal hoeven op te offeren om een commerciële blockbuster te maken, maar zet je telefoon uit tijdens het kijken. Zijn vijf vetste.
Memento (2000) Nolan’s Hollywoodcarrière begint met deze psychologische thriller over een man (Guy Pearce) die achter de moordenaars van zijn vrouw aan gaat. Hij lijdt aan een zeldzame vorm van geheugenverlies, waardoor hij af moet gaan op polaroids, notities en tattoos. De innovatieve manier van vooruit en achteruit spoelen, leverde twee Oscarnominaties op.
The Prestige (2006) Twee rivaliserende illusionisten (Hugh Jackman en Christian Bale) bekampen elkaar in gevaarlijke shows, waarin tijd de grootste uitdaging is: als ze te lang over een stunt doen, verdrinken ze. Ook hier weer gebruikt Nolan veel flashbacks, waardoor de illusionisten op twee plekken tegelijk kunnen zijn. Ook nu weer twee Oscarnominaties.
The Dark Knight (2008) Het tweede deel van Nolan’s Batman-trilogie en misschien wel de beste Batman ooit. Het is totale chaos in Gotham en ‘The Dark Knight’ (Christian Bale) wordt zowel psychologisch als fysiek danig op de proef gesteld door The Joker (Heath Ledger). Won twee Oscars, waaronder een voor beste support act. De enige postume Oscar ooit, voor Heath Ledger.
Inception (2010) In de droomwerelden van Inception vertraagt de tijd als oplichters de slapende hersenen van hooggeplaatste zakenmannen infiltreren, en zo hun geheimen ontfutselen. Het talent van de hoofdpersoon (Leonardo DiCaprio) is dat hij dromen binnen dromen kan creëren, waarin tijd voorbijkruipt. Won maar liefst vier Oscars.
Interstellar (2014) De hoofdpersonen (onder meer Matthew McConaughey) van Interstellar worden op een ander tempo ouder, door zwaartekracht en een foutje ergens in de melkweg. Onderzoekers reizen door een wormhole in de ruimte om de mensheid te redden. Het is zoeken naar aanknopingspunten, anders verlies je zeker je evenwicht tijdens het kijken. Won één Oscar.