Een exclusief verhaal over het leven van een kroongetuige. En de spijt die daarna is gekomen. “Ik zie de ene na de andere zaak voorbijkomen waarbij mensen levenslang krijgen op basis van een kroongetuige. Ik krijg daar echt een knoop van in mijn maag.”
“Ik dacht in die tijd alleen maar aan mezelf. Als ik het niet zou doen, zouden er anderen klaarstaan om het te doen. Dat dacht ik. Nu zou ik die rechercheurs wegsturen als ze naar me toe zouden komen of ik kroongetuige zou willen worden. Ik heb mensen geofferd voor mijn eigenbelang. Of dat niet knaagde aan mijn geweten? Ik denk dat ik toen geen geweten had.”
Aan het woord is David Bos*, een fit ogende 46-jarige man met een zeer betrouwbare oogopslag. Maar die betrouwbaarheid is schijn. David is in 2005 opgetreden als kroongetuige in de moordzaak van Jaap van der Heiden. Deze drugscrimineel is in 1993 geliquideerd door een bom in een plastic tasje die aan de knop van zijn voordeur hing. Toen Van der Heiden dichtbij genoeg was, is die afgegaan.
Justitie heeft altijd de groep rond Mink Kok, Jan Femer en Stanley Hillis gezien als opdrachtgever voor die moord en is heel ver gegaan om vooral Mink Kok voor deze moord veroordeeld te krijgen. Veel te ver, zo zal blijken uit dit verhaal.
Waarom Mink Kok? Jan Femer was in 2000 al geliquideerd en Stanley Hillis is altijd op de achtergrond gebleven in die organisatie en leek niet te koppelen aan deze barbaarse liquidatie. Het probleem voor Justitie was alleen dat het maar niet lukte om Kok veroordeeld te krijgen voor die moord. Toen is men overgegaan op het construeren van bewijs en verklaringen tegen de Amsterdammer. Een van die verklaringen is afgegeven door David Bos, een man die Mink Kok maar twee of drie keer gesproken heeft in de eerste helft van de jaren negentig. Tóch was er een link tussen David Bos en Kok; hun wederzijdse kennis R. R.**
Gecharterd door de AIVD
David Bos: “Justitie heeft mij inzage in het dossier gegeven zodat ik mijn verklaring kon aanpassen om Mink Kok en R. R. erbij te lappen. Dat deden ze omdat er veel telefonisch contact was in die tijd tussen R. R. en Mink. Daar zijn ook taps van. Ik woonde van 1992 tot en met 1994 samen met R. R. in zijn huis in Amsterdam-Noord. Ik nam ook weleens de telefoon op en Mink kwam best vaak thuis bij ons. Dus ja, Justitie had wel nagedacht over dit verhaal. Het zat allemaal heel goed in elkaar. Slim gedaan, alleen: er was niets van waar.”
David heeft heftige dingen gedaan, zegt ie: “Ik was geen boefje, maar een boef. Drugstransporten, overvallen, ripdeals, alles deed ik. Maar ik had niks met die aanslag op Van der Heiden te maken en R. R. ook niet. Ik ben destijds door de AIVD gecharterd om die deal te sluiten rond de zaak van Jaap van der Heiden. Tenminste, de mensen met wie ik sprak, deden me geloven dat ze van de AIVD waren. Dat was in eerste instantie in 2000 en later zijn ze bij me teruggekomen in 2004. In 2000 zat ik vast voor twee overvallen op geldtransporten. Ik wilde meedoen met dat kroongetuigeverhaal, maar dan wilde ik vrijstelling voor mijn straf. Daar wilden ze toen niet aan meewerken. Dan niet, dacht ik. Toen las ik in 2004 in de krant dat ze het onderzoek naar Van der Heiden opnieuw openden. Kort daarop hebben ze me uit mijn cel in Alphen aan den Rijn getrokken en ben ik met spoed naar Vught gebracht. Ze zeiden dat ik een vluchtpoging wilde doen. Dat was totaal niet waar. Die mensen die me eerst afwezen, kwamen weer bij me langs. Die deden me hetzelfde aanbod. Ik wilde er een week over nadenken. Nee, geen week, zeiden ze. Een dag of twee kan wel. Dan laten we je ophalen en nemen we je mee. Na één of twee dagen, ik weet het niet eens meer precies, zei ik dat ik mee wilde werken en werd ik opgehaald met een speciaal team. Ik werd overgebracht naar Den Bosch.”
Lees het in Panorama
Dit is een voorstukje uit ons blad. Wil je het hele artikel lezen? Bestel Panorama dan HIER, of haal 'm in de winkel.