Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Feyenoord

Hoe Feyenoord kampioen werd: de strijd van Slot & Kökcü

Huilend viel de aanvoerder van Feyenoord in de armen van zijn trainer na afloop van het kampioensduel met Go Ahead Eagles. Arne Slot en Orkun Kökcü hadden het toch maar mooi gefikst. Maar de landstitel kwam niet zonder slag of stoot tot stand blijkt uit het boek Wij gáán winnen van Willem Vissers en Bart Vlietstra dat deze week verschijnt.

In de oren van Orkun Kökcü klinken de meest vreselijke geluiden. Gegil, geschreeuw. Hij wordt uitgescholden. Zelfs getrapt en geslagen. Niet hard, wel zodat het flink irritant is. Tijdens deze geseling moet hij stug doorgaan met zijn kracht- en conditieoefeningen, sterker nog: hij moet nóg dieper gaan. Anders is hij ‘niets waard’, een ‘loser’, ‘het shirt nummer 10 en de aanvoerdersband van Feyenoord onwaardig’, zo schreeuwt zijn krachttrainer Jordan Kroon hem toe.

Het gebeurt allemaal in een, zeker van de buitenkant (graffiti, ijzeren hek, knipperende ledborden), aftands ogende sportschool aan de Nobelstraat in hartje Rotterdam, binnen ruikt het naar zweet en een vleugje natte hond. Of zoals een andere voetbalprof Jetro Willems het omschrijft: “Het ruikt hier naar hard werken. Hier maak je geen grappen.”

Normaal klinkt in The House of Champions, zoals de sportschool heet, louter gezucht en gesteun. Maar heel af en toe gaat de 26-jarige Kroon ‘als een mafkees’ tekeer tegen een van de zestig topsporters, vooral profvoetballers, die hij en zijn vader Hans trainen, om ze ook mentaal sterker te maken.

In deze setting is Kökcü uitgegroeid tot blikvanger van Feyenoord. Hij komt hier sinds anderhalf jaar twee- of driewekelijks voor meestal pittige sessies.

Inmiddels is hij niet meer de luie, kromlopende spelverdeler waar na een uur het beste van af is. Hij gaat voorop in de strijd tot de allerlaatste minuut. Hij passt niet alleen, hij dribbelt, hij tackelt, hij sprint in de diepte en weer terug, hij scoort en dirigeert. Pas 22 jaar en nu al de meest complete middenvelder van de eredivisie, zo klinkt het.

De elftalfoto voorafgaand aan Feyenoord-Sjachtar Donetsk in de Europa League.

Tekortkoming van de club

“Pás 22? Hij is ál 22,” zegt Jordan Kroon met luide stem in een bijzaaltje waar een ingedeukt kussen is neergelegd voor de hond en een halter op de ongelijke, gelige tegeltjesgrond ligt. Aan de muur hangen witte velletjes met teksten als: ‘de ervaring leert ons dat we niet automatisch leren van de ervaring’ en foto’s met handgeschreven bedankjes erop van onder meer oud-Feyenoorders Ron Vlaar en Stefan de Vrij en judoka Edith Bosch. Kroon, op besliste toon: “Het is jammer dat Orkun pas anderhalf jaar geleden begonnen is om serieus aan zichzelf te werken. Dat is een kleine tekortkoming van de club.”

Toch ligt het vooral bij de topsporter zelf, vindt Kroon. “Bij Orkun kon iedereen toch al jaren zien dat hij goed kan voetballen, maar dat zijn echte talent door het fysieke gedeelte verstopt bleef?”

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Feyenoord opende een paar jaar geleden een prachtig nieuw trainings- en jeugdcomplex inclusief groot fitnessgedeelte met de nieuwste snufjes. Het heeft een uitgebreide fysieke staf, gekleed in clubkledij. Een scherp contrast met de sportschool van Kroon. “Er staat hier geen hostess bij de ingang die vraagt of je eerst lekker wat te drinken wil zoals bij de sportschool van David Lloyd. Wij willen geen tijd verliezen en kijken alleen naar functionaliteit,” zegt Jordan Kroon, gehuld in een beige joggingpak. “We hebben alles wat we nodig hebben om topsporters sterker te maken. Anders haken mensen als Francisco Elson, Stefan de Vrij, Tyrell Malacia en Edith Bosch toch direct af? Het mag een beetje rauw zijn, juist niet doorsnee. Want ik wil geen doorsnee zijn en als je hier komt, wil je óók geen doorsnee zijn.”

Wat hem opvalt is dat topvoetballers ‘op het fysieke gedeelte best wel aan de ondergrens zitten’. Uit angst voor blessures, overbelasting, klinkt het dan. ‘Maar de voetballer is best verwend, alles wordt van jongs af aan voor ze geregeld, ze trainen in de mooiste omstandigheden. Dan komen ze hier en dan zien ze al behoorlijk grote, gespierde judoka’s, kickboksers, basketballers en volleyballers knetterhard trainen, terwijl voor hen vaak geen miljoenen lonken. Dat opent hun ogen.’

Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.

Sport
  • Willem Vissers en Bart Vlietstra
  • Pro Shots