Neem maar mee, dan kun je weer voor overlast zorgen.” De knipoog van complexbeheerder Huub Adriaens (52) is alleszeggend. Het is dat de werkplaats onder de Wagenaarflat in Geleen vol staat met hout, zaagmachines, rekken vol gereedschap, werkbanken, tafels om aan te praten en fietsen die schreeuwen om een opknapbeurt, anders had zijn bulderende lach door het hele pand geëchood.
In het midden van de Werkhal, zoals de werk- en ontmoetingsplek van de flat ook wordt genoemd, staan twee zwarte luidsprekers van bijna een meter hoog die Damian (19) mag opknappen en meenemen naar zijn woning, een paar verdiepingen hoger. Deze speakers waren van een vrouw die nog hoger in de flat woont, maar in de Werkhal krijgen ze een tweede leven. Net werd er ook nog een kapotte mijnwerkerslamp binnengebracht die een beetje liefde nodig heeft, terwijl Tanja uit het dorpje Bingelrade, hier niet ver vandaan, op het punt staat om een paar houten huisjes die tegen de muur staan mee te nemen. Met haar stichting ‘Samen voor elkaar’ had ze al voor zogeheten ‘minibiebs’ op straat gezorgd, kleine boekenkastjes waar mensen gratis een boek uit kunnen pakken en weer terug kunnen zetten als ze klaar zijn met lezen. De nieuwe huisjes worden zogenoemde ‘schatkasten’, zegt ze. Daar komen straks levensmiddelen in, gesponsord door een lokale supermarkt, die mensen gratis mogen meenemen. Spullen die veel mensen niet meer kunnen betalen, zoals tampons, tandpasta en ook andere verzorgingsmiddelen.
“Maar waar is het slot op die kastjes?” vraagt Tanja.
Huub schudt zijn hoofd: “Dat maakt het alleen maar interessant om open te breken. Zonder slot worden ze niet gemolesteerd, wedden?”
Betonnen reus
Op het eerste oog is de Wagenaarflat een flat als alle andere. Een betonnen reus, letterlijk in de rook van het naastgelegen chemieconcern Chemelot (het vroegere DSM), met 156 huizen verdeeld over twaalf verdiepingen. Een gebouw dat af en toe zijn tanden laat zien, maar dat vanbinnen ook maar gewoon een schoothondje is dat zo nu en dan geaaid moet worden. Huub: “Hoe kleiner de hond, hoe groter de mond.”
Als je er niet woont, dan zijn de vooroordelen groot. Woon je hier wel, zoals Willy en Gertie al 35 jaar doen, dan wil je hier nooit weg. “Alleen tussen zes planken,” zegt Willy resoluut. Natuurlijk staat hier weleens politie voor de deur, zegt hij, maar waar gebeurt dat niet? Willy: “Het schijnt dat er weleens iemand van zijn balkon naar beneden is gesprongen, precies langs mijn raam, maar daar heb ik niks van gemerkt. Nee, eigenlijk vind ik het best wel rustig hier.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- Marcel van den Bergh