Veelgehoorde vraag buiten de landsgrenzen van Italië: hoe kan zo’n mooi, rijk en welvarend land als Italië, dat qua mode, kunst, sport en keuken tot de top van de wereld behoort, nu jarenlang zo’n clownesk politicus als Silvio Berlusconi gedogen, iemand die tot drie keer toe premier van het land was? Het antwoord is eenvoudiger dan gedacht: omdat het merendeel van de 60 miljoen Italianen wilde zijn zoals Berlusconi. Stiekem droomden ze allemaal van eenzelfde bestaan als Il Cavaliere, De Ridder, die vanuit een arbeidersgezin in Milaan opgroeide tot een van de rijkste, meest succesvolle Italianen ooit (geschat vermogen 7,2 miljard euro). Iemand op wie de tijd geen vat leek te hebben. Met zijn Prodent-lach, strakgetrokken botoxgezicht en steeds jongere vriendinnen straalde Berlusconi een bijna jaloersmakende kracht en energie uit.
In Berlusconi schuilt een jongensboek. Een strip met een fout randje. Het is een verhaal dat al in 1936 begint, als Silvio wordt geboren als eerste van drie kinderen van een bankier (Luigi) en een huisvrouw (Rosa). Al snel wordt duidelijk dat Silvio een bijzonder kind is. Iemand die koppig kan zijn, maar ook heel creatief, ondernemend en charismatisch. En bovenal is hij superslim. Als hij op het internaat in Milaan zit, waar hij als haantje de voorste altijd als eerste zijn huiswerk af heeft, komt direct zijn handelsgeest bovendrijven: hij laat zijn huiswerk tegen betaling overschrijven door zijn wat minder ijverige klasgenoten. Met als garantie: niet goed, geld terug.

Contacten met de maffia?
Of het nu zijn bescheiden afkomst is, zijn oog voor handel of zijn drang naar zorgeloosheid is moeilijk te zeggen, maar feit is wel dat Berlusconi al vroeg voor ogen had financieel onafhankelijk te willen zijn. Hij wenst zijn leven zelf te bekostigen. En niet te hoeven leunen op zijn ouders. Zijn rechtenstudie aan de Universiteit van Milaan, waar hij later cum laude zou afstuderen, betaalt hij volledig uit eigen zak. Dat doet hij door talloze baantjes. De jonge Berlusconi zet zijn charmes in om langs de deur huishoudelijk apparatuur van Philips te verkopen, maakt fotoreportages bij huwelijken en begrafenissen, treedt op als zanger en muzikant én werkt zich in het zweet als medewerker van een bouwbedrijf. In de zomermaanden is hij entertainer op cruiseschepen. Met achter de piano zijn goede vriend Fedele Confalonieri, bijgenaamd ‘Fidel’, vormt Berlusconi een waar succesnummer op de luxeboten. Italiaanse toeristen lopen massaal met hem weg. Berlusconi vertelt moppen, zingt liedjes van Frank Sinatra en Yves Montand en bespeelt de basgitaar. Keihard werken? Nee, muziek is juist ontspanning voor de gedreven Italiaan.
Met zijn tomeloze energie - Berlusconi zou slechts vier uur per nacht slapen - gaat hij harder dan alle andere Italianen.
Na zijn afgeronde rechtenstudie stampt hij in no time een bouwbedrijf uit de grond, Fininvest. Al snel ligt er een mega-order klaar voor de jonge Berlusconi. Hij krijgt groen licht voor Milano 2, een reusachtig bouwproject aan de rand van zijn geboortestad, waar behalve 4000 flatappartementen ook winkels, bedrijven en een park moeten komen. Om de bouw van deze ministad mogelijk te maken, wordt zelfs de landingsbaan van vliegveld Linate verlegd. De flats zijn binnen de kortste keren verkocht.
De student Berlusconi zet zijn charmes in om langs de deur huishoudelijk apparatuur te verkopen, maakt fotoreportages , treedt op als zanger en is entertainer op cruiseschepen
Het project wordt met argusogen bekeken in Italië. Hoe kan een twintiger uit een middenklassegezin ineens zo’n megalomaan bouwproject toegeschoven krijgen? En hoe komt hij aan het geld om de benodigde materialen, machines en arbeidskrachten te financieren? Critici twijfelen over de zuiverheid van Berlusconi. Wat zit hier achter? Heeft zijn bankierende vader hem een zetje in de juiste richting gegeven? Of speelt de maffia een rol, zoals de georganiseerde misdaad bij vrijwel alles een woordje meespreekt in Italië? Berlusconi zal dat geheim vermoedelijk meenemen in zijn graf. Hoewel er rond het bouwproject nooit illegale transacties aan het licht zijn gekomen, heeft Berlusconi ook nooit willen vertellen hoe hij wél aan zijn benodigde startkapitaal kwam.
‘Waarheid speelt geen rol’
Hoe dan ook: de eerste klap is een daalder waard voor Berlusconi. In de jaren 60 en 70 zijn er in Italië miljoenen te verdienen met de bouw van woningen. Iets waar Berlusconi dankbaar van profiteert met de verrijzenis van Milano 2, een trucje dat hij enkele jaren later nog eens kopieert met de bouw van Milano 3, een compleet dorp ten zuidwesten van het economische hart van Italië. Kopers voldoende. Overdag werken ze in de stad, ’s avonds ontspannen ze in een van Berlusconi’s appartementen. Het is een levensritme waar Berlusconi direct kansen in ziet. Want wat doen die mensen als ze ’s avonds thuis op de bank zitten? Het zaadje voor zijn media-imperium is meteen geplant. Via de ether brengt hij de bewoners van Milano 2 en Milano 3 dagelijks (regionaal) nieuws en vertier.
Maar zoals dat bij alles in het leven van Berlusconi zal gaan: go big or go home. Beperkingen kent hij niet. Net als met zijn bouwbedrijf maakt ook zijn tv-imperium meteen reuzensprongen. Met Canale 5 sticht Berlusconi de commerciële televisie in Italië, waar tot dat moment - in 1977 - alleen drie publieke zenders van de RAI beschikbaar zijn. En dan gaat het ineens snel. Berlusconi koopt de razend populaire quizmaster Mike Bongiorno weg bij de RAI, trekt de portefeuille voor driehonderd films die nooit eerder zijn vertoond op de Italiaanse tv en richt een reclamebedrijf op, Publitalia, waar adverteerders zich kunnen melden voor een reclamespotje op Canale 5. Klein smetje: de directeur van Publitalia, de Siciliaanse zakenman Marcello Dell’Utri, raakt al snel betrokken bij schandalen rond zwarte betalingen en transacties met de maffia. Berlusconi kan niet anders dan afscheid van hem nemen.

De omzet van Mediaset, het mediabedrijf van Berlusconi, stijgt meteen explosief in de jaren 80. Dat komt niet alleen door de spelprogramma’s van Mike Bongiorno, die op zaterdagavond als een soort zongebruinde Ron Brandsteder het Italiaanse volk vermaakt, maar vooral door de advertenties van bedrijven die hun producten als warme spaghetti over de toonbank zien gaan zodra hun reclame op Canale 5 te zien is geweest. Berlusconi reist stad en land af om reclamespotjes te verkopen. Zijn handelsgeest en gevoel voor marketing komen andermaal bovendrijven. “Het gaat er niet om wat de waarheid is,” zegt het personage van Berlusconi in zijn biografische film Loro. “Het enige wat telt, zijn je toon en je overtuigingskracht. Het enige wat telt is dat je me gelooft.”
Er is alleen een probleem: volgens de Italiaanse mediawet mogen alleen de drie RAI-zenders landelijk uitzenden. Hierdoor loopt Berlusconi miljoenen aan omzet mis. Een kwestie die middels een etentje wordt opgelost. Berlusconi schuift zijn benen onder tafel bij zijn goede vriend Bettino Craxi, toevallig de toenmalige premier van Italië. En dat helpt. Als de nieuwe mediawet eenmaal wordt aangenomen, krijgt iedere Italiaan behalve de drie publieke kanalen ook de zenders van Berlusconi.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- Entertainment
- ANP