Hans de Booij (Arnhem, 1958) is voor altijd de man van Annabel (en vooruit, óók die van de iets minder grote hits Thuis ben en Een vrouw zoals jij), maar als we grasduinen door een interview dat wij al in 1985 met hem hadden, lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan. Toen al had hij geen cent te makken, zoals de kop van het verhaal luidde; toen al zei hij dat hij ‘tot de bottom’ was gegaan in Antwerpen: “Ik deed alles: drank, shit, ik ging heel ver. Ik kwam uit Apeldoorn (waar Hans opgroeide, red.), niet de meest swingende stad van Nederland, en alles in Antwerpen was nieuw voor mij. Ik heb er enorm veel tijd verloren in het nachtleven, verschrikkelijk. Elke avond bollekes drinken, een drama, een ramp! Het is niet gezond en het is tijdrovend. Je leeft dubbel, dat kon absoluut niet zo doorgaan. Mijn vriendin had ook nog eens een café, een zaak die liep als een trein, en daar stond ik dan. Elke nacht aan de toog: tien, twintig pinten drinken, lachen, kletsen, maar presteren? Niks!” Of hij dronk om te vergeten? Hans toentertijd: “Nee hoor, zomaar, voor de gezelligheid.” Ook toen was de humor nooit ver weg: “Als ik geen kater heb, ben ik heel romantisch.”
Nu veertig jaar later worstelt Hans nog steeds met zijn leven. We spreken hem in Antwerpen, wat een van de laatste dagen blijkt te zijn dat hij bij een vriend logeert: “Ik moet echt terug naar Nederland om mijn zaken goed te regelen.” Waar hij gaat wonen? Op het landgoed van niemand minder dan Johan Vlemmix in het Brabantse Hoeven: “Johan heeft daar een groot stuk land waar een sterrenwacht staat, een auditorium en binnenkort ook een paar tiny houses. Daar mag ik een tijdje blijven.” Vorig jaar probeerde Hans om een kleine café-tour te doen, te beginnen in Heusden waar hij de laatste jaren een huis had, maar die poging strandde in schoonheid. Wat hij nu graag wil doen? “Ik wil iets doen voor mensen die eenzaam zijn. Optreden in verzorgingshuizen of iets dergelijks. Ik vind echt dat we er meer moeten zijn voor elkaar.”
Hoe staat het met de liefde, Hans?
“Wat bedoel je precies?”
‘Optredens, managers, overal moeten opdraven, die verantwoordelijkheid kon ik helemaal niet aan. Het werd één grote chaos’
Op Valentijnsdag zagen we je opeens voorbijkomen in het datingprogramma First Dates!
“Ja! Een vriend van mij bij wie ik een tijdje op Malta woonde, had mij opgegeven. Vorig jaar werd ik overmand door eenzaamheid, dus hij dacht: ik geef ’m op. Belde niet lang daarna iemand van het programma: Hé Hans, we horen dat je nodig aan de vrouw moet!”
Dacht je niet: wat krijgen we nou?
“Nee hoor, ik had het weleens voorbij zien komen en vond het eigenlijk wel een komisch programma. Omdat je niet weet met wie je gaat eten, hè. Nou, dat bleek dus een leuke dame te zijn. Een dame die ukelele speelde.”
Maar die geen idee had wie je was.
“Ik zei dat ik iets in de muziek deed en dat ik vroeger een hitje had. Toen ik vertelde dat dat Annabel was, viel bij haar pas het kwartje.”
Heb je ook verteld dat dat nummer eigenlijk niet van jou is?
“Hoezo niet van mij? Oké, Boudewijn de Groot had het inderdaad al vóór mij opgenomen, maar liet dat vervolgens jaren op de plank liggen. Dat was maar goed ook: het was eigenlijk niet om aan te horen. Veel te langzaam vooral. Per toeval gooiden wij er in de studio een drumcomputer onder, die ik ook nog eens per ongeluk versnelde, waarna iedereen dacht: dit kan zomaar iets worden.”
Wat heet: je werd er wereldberoemd mee in Nederland en België.
“Opeens word je geleefd, wat helemaal niet goed voor me was. Optredens, managers, overal moeten opdraven, die verantwoordelijkheid kon ik helemaal niet aan. Het werd één grote chaos. Ik was heel slecht in communiceren: ik wist mij geen raad met al die afspraken. Een groot deel daarvan kwam ik niet na, omdat ik gewoon niet wist hoe. Pas sinds een jaar of twaalf geleden weet ik waarom: ik blijk al mijn hele leven een vorm van Asperger te hebben. Had ik dat dertig jaar eerder geweten, dan was mijn leven ongetwijfeld een stuk makkelijker geweest.”
Want?
“Dan was er een diagnose gesteld en zouden mensen weten waarom ik zo slecht communiceerde. Dan hadden die mensen misschien hun handen niet van me afgetrokken, omdat ze nooit iets van mij hoorden. Dan was er misschien minder misbruik van de situatie gemaakt. Dan had ik misschien betere contracten kunnen sluiten en niet maar 2 of 3 procent van de royalty’s gehad. Dan had ik misschien een vrouw bij me kunnen houden. Ik heb drie vrouwen met wie ik ieder een kind heb. Ik heb heel lang geen contact met ze gehad, omdat ik overal en nergens was.”
Toen we jou in 1985 interviewden, noemden wij jou de Don Johnson van ’t Gooi.
(lacht) “Je moest eens weten. Ik stond ’s nachts na een optreden eens bij een tankstation. Kwam er een gast naar me toe met een Lamborghini. Iedereen herkende mij in die tijd, dus hij ook. Hé Hans! riep hij, Annabel! Toen hij zijn jas opzij deed, zag ik een pistool in zijn broek zitten. Zo’n type dus. Of ik achter hem aan wilde rijden naar een feestje. En of ik dan een keer of drie Annabel wilde zingen. Uit zijn zak haalde hij een pak geld. Drie ruggen. Dat heb ik dus maar gedaan.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- Clemens Rikken