Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Tom Coronel

Tom Coronel: 'Ik heb een zware verslaving: scoren!'

Tom Coronel (50) wil geen ‘veldvulling’ zijn, hij wil scoren. Die prestatiedrang duwt hem al z’n hele leven vooruit, alle richtingen op. Dat is waarom hij voor de negende keer meedeed aan de Dakar Rally en – naar eigen zeggen – vaker op het circuit heeft geracet dan wie dan ook op aarde. “Het gaat me om de kick van: jullie zeggen dat het me niet lukt, maar het kan wel.”

Het is een paar weken na de Dakar Rally, waarin Tim en Tom Coronel een spectaculaire klapper maakten. Vier, vijf, zes keer rolden ze over de kop, nadat een zandheuveltje hun Century 5 kilometer voor de finish lanceerde. De crash kostte de broers hun vijftiende plek, maar ze wisten alsnog het podium in Damman te bereiken. Zonder fysieke schade of mankementen.

Sterker nog: Tom Coronel lijkt kwieker dan ooit. Als een energiebommetje loopt hij binnen bij het restaurant van z’n kartbaan in Huizen, onderwijl handen schuddend en mensen aansprekend. Kaarsrechte houding, grote lach op zijn gezicht. Hij komt net terug van een vergadering bij Booster Media Solutions, een socialemediabureau dat hij runt met broer Tim, Marc Koster en Manon van Someren, met wie hij in een ver verleden het webshopbedrijf Create2Fit opzette. De kartbaan is onderdeel van het bedrijvenimperium dat hij deelt met Tim en hun andere broers Raymond en Jip, net als de waterskibaan Wet and Wild, twee sportscholen, de Febo bij Schiphol, een klimbaan en nog veel meer, vertelt Tom Coronel schouderophalend, alsof het gaat over een kleinigheidje in plaats van bedrijven die samen goed zijn voor een omzet van miljoenen euro’s per jaar.

“Ik zit op de achterbank, hè, niet achter het stuur,” legt hij uit. “Mijn broers Jip en Raymond zijn van het kaartlezen, ik kijk mee. Maar zoals dit, deze kartbaan,” zegt hij, gebarend naar een groepje jongens van een jaar of 6 dat gillend en schreeuwend van opwinding tussen de tafeltjes door rent, “dat is onze naam, het is onze passie. Mijn ene broer werkte hiervoor jarenlang als tandarts, maar daar is hij mee gestopt. Ik kan me dat voorstellen, mensen zijn bang voor je, niemand gaat blij weg. Wat een vreselijk beroep. Iedereen die hier naar buiten gaat, doet dat met een big smile. Dat is lachen, dat is leuke business.”

‘We crashten tijdens de Dakar Rally, maar het ging goed. Dat is voor mij het bewijs dat ik er niet te oud voor word. De raceauto weet niet hoe oud je bent’

Maar het is de racerij waar zijn hart echt sneller van gaat kloppen, laat daar geen onduidelijkheden over bestaan. Dit jaar deed hij voor de tiende keer mee aan de Dakar Rally, in april staat hij aan de start van de Morocco Desert Challenge en vrijwel elk weekend is hij ergens aan het racen. “Er is niemand op de planeet aarde die meer racet dan ik,” zegt hij met de zelfverzekerdheid van iemand die weet dat hij gelijk heeft. “Dat is geen bewijsdrang, pak mijn cv er maar bij. Het is prestatiedrang naar mezelf. Ik pronk niet met de beker, ik hoef geen felicitaties, het gaat mij om het moment zelf.”

Denk je nooit: ik word te oud voor deze onzin?

“Juist niet, dat zag je tijdens de Dakar Rally. We crashten, maar het ging goed. Dat is voor mij het bewijs dat ik er niet te oud voor word. De raceauto weet niet hoe oud je bent.”

Het had ook mis kunnen gaan…

“Maar het ging niet mis! Het was ook helemaal geen harde klapper. Dat is het mooie van rollen: de energie gaat langzaam uit de auto. Rij je tegen een boom aan, dan kom je instant tot stilstand, wat hoofdpijn oplevert. Na zulke ongelukken gaat je lichaam tegenspartelen. Maar ik heb hier niks van gevoeld, echt niet, en Tim ook niet.”

Heb je het nodig, de kick van dit soort momenten?

“Een crash geeft een negatieve kick. Je ziet de puinhoop en denkt instinctief: we gaan niet kijken wat er allemaal mis is en huilen van o dit is stuk en dat ook of au mijn been. We keken elkaar aan, vroegen hoe het ging en zeiden: Opruimen die zooi. Voorkant eronderuit slopen, weer gaan rijden op drie wielen en onderweg zei Tim: Ga even achterop zitten, want hij loopt te veel aan. Achteraf denk je: ben je wel goed bij je hoofd, maar dat is daarna. Het is het instinct om te overleven tot de finish, die prestatiedrang.”

Het moet ergens vandaan komen, jouw behoefte aan adrenaline.

(Beslist) “Van mijn moeder, absoluut. Ik deed vroeger aan fietscross en zij zei altijd: Second place is the first loser. Alleen een winnaar kunnen de mensen zich herinneren, de rest doet er niet toe. Dat is er van jongs af aan wel ingepeperd. Mijn opa was ook een racer, je kent dat liedje Oerend hard wel toch, van de band Normaal? Het gaat over Bertus op zijn Norton en Tinus op de BSA. De Bertus in dat liedje was mijn opa, Bertus van Hamersveld. Hij was de eerste Nederlander die de TT op Isle of Man reed, een race die totaal insane is: bovenmenselijk en levensgevaarlijk. Het komt uit die hoek, met mijn moeder als aanjager. Zij heeft ons ermee opgevoed en zette Tim en mij zelfs tegen elkaar op, zodat we net nog dat stapje extra zouden zetten. Ik merk wel dat het leven van Tim en mij daardoor in een wat steilere lijn omhoog is gegaan. We zijn altijd net wat meer opgevallen dan onze vriendjes, omdat wij elkaar voortdurend triggerden.”

Dat klinkt ook een beetje ongezond.

“Nee, nee, het gebeurde op een leuke manier, altijd boven de gordel, nooit achterbaks.”

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Wie won er meestal, Tim of jij?

“Ik. Als ik iets doe, dan wil ik het goed doen. Dat heb ik al m’n hele leven. Ik wil geen veldvulling zijn, ik wil scoren. Daar hebben Tim en ik ook weleens een conflict over, dat mag je best weten. Hij heeft die scoredrift veel minder dan ik. Dat is denk ik ook waarom ik in de autosport verder ben gekomen dan hij. Tim vindt het allemaal mooi en prachtig, maar het is bij hem ook al snel goed, terwijl ik pas tevreden ben als ik gewonnen heb. Dat is oneindig, het stopt niet.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.

Entertainment
  • Clemens Rikken