Vijftig jaar in het vak: gefeliciteerd. Maar waar zijn de slingers?
“Daar doen we niet aan: dit jubileum vieren wij heel ingetogen. Ik heb een paar vrienden en collega’s uit het vak uitgenodigd waar ik het gezellig mee ga hebben, and that’s it.”
Wat is een groter feest waard: uw jubileum of het feit dat u in leven en welzijn voor ons zit?
“Dat laatste, bij wijze van spreken. Nog geen jaar geleden lag ik met covid-19 op de intensive care, waren mijn overlevingskansen minder dan 25 procent en woog ik nog maar 57 kilo. Ik leefde al vijftien jaar met chronische lymfatische leukemie: de medicijnen die ik daarvoor kreeg, zorgden ervoor dat ik ondanks twee vaccinaties en een booster geen antistoffen in mijn lichaam had. Mijn familie en omgeving hielden al rekening met een uitvaart.
We hebben het er nog over gehad, hoe ik dat nou zou willen zien, maar ik was er nog niet over uit. Het gekke van de situatie was, ofschoon aan de ene kant de mensen om mij heen een zekere doodsangst in mij zagen, dat ik het niet zo bewust heb beleefd.”
‘Ik laat mij niet leiden door de daad van de betrokkene, of ik nou een moordenaar, verkrachter of Thierry Baudet bijsta’
Want?
“Dat weet ik niet. Ik weet wel dat het een ellendige periode is geweest, waarbij ik constant beademd werd en aan de zuurstofmaskers lag, maar niet het gevoel had dat ik doodging. Het gaat heel geleidelijk en dat maakt dat je van een aantal dingen niet goed bewust bent.”
Hoe gaat het nu met u?
“Het gaat fantastisch. Ik werk ook weer hele dagen. Ik heb het gevoel dat ik mij lichamelijk en geestelijk beter voel dan ervoor. Ik maak dagen van 09.00 tot 18.00 of 18.30 uur, maar dan heb ik het ook wel gehad.”
U bent inmiddels 76: heeft het daar ook niet mee te maken?
“Ik heb geen enkele aanwijzing dat mijn leeftijd daar ook maar iets mee te maken heeft.”
In een artikel van HP/De Tijd uit 1996 werd u bestempeld als ‘advocaat van gore zaken’:
“Volgaarne op de bres voor het recht van de meest verachtelijke sujetten en dan met argumenten waar geen zinnig mens op zou komen.” Is dat het grootste compliment dat u in de afgelopen vijftig jaar heeft gehad?
“Ik beschouw dat wel als een compliment, ja. Er werd gezegd dat ik toch wel over een zekere vindingrijkheid beschik, wat een goede eigenschap van een strafadvocaat is. Maar er werd ook gesuggereerd dat ik mij niet laat afschrikken door wat de goegemeente van mijn werk vindt. Dat klopt: ik doe mijn werk en het interesseert mij niet zoveel wat de buurman daarvan denkt.”
Maar hoe ‘goor’ zijn de zaken waarin u pleit?
“Er zijn een hele hoop gore zaken, dat is de waarheid. Zedenzaken bijvoorbeeld, maar je zou er ook georganiseerde misdaad onder kunnen verstaan. Goor brengt een beetje tot uitdrukking dat je te maken hebt met nietsontziende gewetenloze criminaliteit. Maar de aard van het misdrijf maakt mij niks uit: moord, verkrachting, zedendelicten, diefstal, fraude, ik heb ze allemaal.”
U verdedigt ook Thierry Baudet in een kort geding dat tegen hem is aangespannen, omdat hij de coronamaatregelen van twee jaar geleden vergeleek met de Holocaust. In Grootmeester lezen we dat mensen in uw omgeving het niet verstandig vinden dat u hem verdedigt, toch doet u het: waarom?
“Omdat het natuurlijk de grootst mogelijke onzin is om het niet te doen. In beginsel sta ik iedereen bij. Ik laat mij niet leiden door de daad van de betrokkene, of ik nou een moordenaar, verkrachter of Thierry Baudet bijsta. Want dan kan ik mijn praktijk wel sluiten. Van al deze mensen wordt beweerd dat ze iets hebben gedaan waar schade uit voortvloeit en waardoor de goegemeente ze bestempelt als ‘slecht’. Ik sta volgens hen dus een hoop slechteriken bij, maar dat is geen goede graadmeter. Ik haal altijd het voorbeeld aan van de zeer gerespecteerde advocaat Wijckerheld Bisdom die na de Tweede Wereldoorlog oorlogsmisdadiger Anton Mussert bijstond (leider van de NSB, red.). Als er één abject figuur in Nederland heeft rondgelopen, dan is het meneer Mussert wel.
En toch heeft de heer Wijckerheld Bisdom de verdediging gevoerd en een pleidooi gehouden. Mussert is uiteindelijk geëxecuteerd, maar niemand is te hoop gelopen tegen zijn advocaat waarom hij deze man heeft bijgestaan. Iedereen had juist respect voor zijn verdediging. Waarom zou het toen wel hebben gekund en vandaag de dag niet meer?”
Zou u Mussert ook hebben verdedigd?
“Natuurlijk. Ik heb ook een tijdje oorlogsmisdadiger Pieter Menten bijgestaan, dat is gewoon ons vak.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- Clemens Rikken