Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
The Godfather

The Godfather: van klerebende naar maffia-monument

In Nederland ging de volgens velen beste film aller tijden in première op 18 januari 1973, vijftig jaar geleden: The Godfather. Misdaad, Shakespeareachtig familiedrama, geweld, verraad en liefde, stijlvol en stemmig gestoofd tot een niet te versmaden pot. Zo rustig en evenwichtig, zo meeslepend als kijkspel, zo eenvoudig van opzet – op het oog. Hoe kan het dan dat the making of zo’n klerebende was?

‘I believe in America’

Dat is de eerste zin die je als kijker uitgesproken hoort worden. Het scherm is nog zwart, de eerste maten klinken van de ingetogen muziek: The Godfather Waltz (Main Title). Een man die Bonasera heet, begrafenisondernemer, vertelt over de gewelddadige aanranding van zijn dochter door twee mannen die later van de rechter alleen een voorwaardelijke gevangenisstraf kregen.

Het zwart wijkt, het beeld verschijnt, een somber, donker tafereel van de nederig pratende Bonasera. Heel langzaam zoemt de camera uit. Zo komt na seconden links het achterhoofd van Don Vito Corleone in beeld, de Peetvader, over wiens schouder we meekijken naar Bonasera. Deze gelooft in het land waar hij woont, zegt hij, maar is dit rechtvaardigheid? Kan Mr. Corleone daarvoor misschien wél zorgen?

Coppola (midden) achter de camera.

De camera draait, de beweging is traag. Waarom moet ik er voor jou zijn, jij was er toch tot op heden nooit voor mij, zegt de Don, nu vol in beeld. Is dat respect? Als Bonasera zijn hand kust en hem eerbiedig met Godfather aanspreekt, stemt de Don toch in, hij zal alsnog voor gerechtigheid zorgen – maar doden zal hij de twee daders niet. En: de begrafenisondernemer is hem een wederdienst schuldig. Zo! Je zit er meteen helemaal in. De Don als machtig man die beschikt over leven en dood. Het bestaan van een soort parallelle samenleving met eigen wetten, naast die van de officiële, maar falende rechtsstaat. De mores binnen de Italiaanse georganiseerde-misdaad-families: ik bewijs jou een dienst, ooit doe jij dat voor mij. De manier van filmen onder leiding van camera-chef Gordon Willis: traag, schaduwrijke beelden, subtiele camerabewegingen die iets vertellen over de situatie. De muziek, prachtige soundtracks van componist Nino Rota, die hebben bijgedragen aan het monument dat de film is geworden. En natuurlijk: de onvergetelijke vertolking van Vito Corleone, The Godfather, door de al even onvergetelijke, charismatische acteur Marlon Brando.

MARLON BRANDO KREEG EEN OSCAR VOOR ZIJN PRESTATIE MAAR DIE WEIGERDE HIJ AAN TE NEMEN VANWEGE ‘DE MANIER WAAROP HOLLYWOOD INDIANEN IN FILMS NEERZET’

Tissues in zijn wangen

Brando is in het voorjaar van 1971, als de opnames worden gemaakt, 47 jaar. In de jaren 50 was hij succesvol met A Streetcar Named Desire en On the Waterfront, rebelse rollen van een acteur die het anders deed en weinig moest hebben van de glamour van Los Angeles. Hij is ook de man van ‘method acting’, wat erop neerkomt dat de acteur gebruikmaakt van eigen emoties en ervaringen en zich daarnaast helemaal inleeft in het personage, bijvoorbeeld door zich in real life te begeven in omgevingen waarin het personage zich ophoudt, om de rol levensecht te kunnen spelen. Dat was tot in de jaren 50 niet gebruikelijk. Maar Marlon Brando (1924-2004) is in de sixties niet bepaald succesvol geweest. De films waarin hij speelde flopten. De man leidt bovendien een woelig persoonlijk leven: veel vrouwen en break-ups, en aan het eind van zijn leven dertien kinderen, plus naar verluidt nog tientallen nazaten bij onbekende moeders. Uitgerangeerd of niet, Francis Ford Coppola, pas 31 jaar, wil hem in 1970 voor de hoofdrol. En niemand anders.

“Het was een hunch (ingeving, red.), medewerkers zagen er niets in,” vertelt de regisseur later. “We zochten hem op in z’n huis aan Mulholland Drive (in LA, red.) voor een soort auditie. Ik wist eigenlijk niet zo goed wat ik ervan kon verwachten. Hij wilde wel, zag waarschijnlijk een kans om zijn carrière weer op de rails te krijgen, maar speelde aanvankelijk hard-to-get. Stel je voor, hij droeg een paardenstaart. Opeens pakte hij een tissue van de tafel en duwde die in z’n mond zodat z’n wangen opbolden, deed iets waardoor hij andere voortanden had, bond z’n blonde paardenstaart op, smeerde schoensmeer in z’n haar, maakte wat gebaartjes en begon zijn versie van Vito Corleone te geven.

Hij veranderde zomaar van een knappe jonge vent in een oude Italiaan die op mijn eigen oom Louis leek. Wij legden het vast op video. Fantastisch! zei de casting director toen hij het zag, de man die het meest op Brando tegen was geweest. Zo is het gegaan.”

Tegenwerking van studiobazen

Coppola vertelde in de vijf verstreken decennia meermalen hoe hij werkte met Brando: je moest hem niks zeggen over hoe je wilde dat hij acteerde, laat hem lekker gaan. Ook vijftig jaar later is er niets gedateerd aan Brando als Don Vito. Grenzend aan persiflage en dicht bij overdrijving, is zijn acteerwerk niettemin volkomen natuurlijk en overtuigend. Vito is een oude man, en hoewel leider van een misdaadsyndicaat dat genadeloze methoden van omkoperij, intimidatie en vergelding hanteert, is hij een man van eer en houdt hij zich aan morele normen, geworteld in Siciliaanse tradities. Als geen ander verbeeldt Don Vito Corleone het fenomeen dat zovelen heeft geïntrigeerd: dat het vermogen om lief te hebben, trouw te zijn, gul, liefdadig, zachtmoedig, heel dicht bij de bereidheid ligt om wreed en moorddadig te zijn en dat ook gerechtvaardigd te vinden.

Marlon Brando kreeg een Oscar voor zijn prestatie maar die weigerde hij aan te nemen vanwege ‘de manier waarop Hollywood indianen in films neerzet’.

Ja, Brando was een politiek activist die opkwam voor minderheden, een zeldzaamheid onder topacteurs. Zo ondersteunde hij Martin Luther King in de jaren 60 en deed hij mee aan demonstraties tegen segregatie, voor gelijke burgerrechten. Dat maakte hem als acteur tot een outcast in de conservatieve wereld van de filmstudio’s en almachtige bazen.

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Dat blijkt in 1970, want Robert ‘Bob’ Evans, producer bij Paramount Pictures, wil Marlon Brando per se niet. No way, géén Marlon Brando. Hij heeft na de afwijzende reactie van de befaamde Sergio Leone de jonge onbekende Francis Ford Coppola ingehuurd als regisseur, naar hij later toegeeft omdat deze makkelijk in de hand te houden zal zijn.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.

Entertainment
  • Paramount Pictures