Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Onno de Jong

Strafrechtadvocaat Onno de Jong: 'Ik buig voor niets of niemand'

De succesvolle strafrechtadvocaat Onno de Jong is onder meer bekend als een van de advocaten van kroongetuige Nabil B. Nabil speelt een cruciale rol in het lopende (en slopende) Marengo-proces, waarin Ridouan T. de hoofdrol heeft. De Jong (62) vertelt waarom kroongetuigen volgens hem nodig zijn. En: “Ik heb heel veel lof voor de mensen die mij beveiligen. Dat doen ze op een enorm toegewijde manier. Ronduit indrukwekkend.”

Toen wij net uw kantoor binnenkwamen, zagen wij...

“O, daar wil ik het niet over hebben. Daar is al zoveel over gezegd, zoveel over gevraagd. En zoveel over geschreven. Het is ook niet zo belangrijk. Ik kan inmiddels zeggen: it comes with the job.”

U wordt goed beveiligd.

“Dat betekent dat je moet leven met beperkingen. De spontaniteit verdwijnt een beetje uit je leven. Dat is heel vervelend, maar dat is nu eenmaal zo. En ik wil dit er nog wel over kwijt, dan houden we erover op: ik heb heel erg veel lof voor de mensen die mij beveiligen. Dat doen ze op een enorm toegewijde manier. Dat vind ik ronduit indrukwekkend.”

‘Ik werd maar geen betere acteur. Toen ben ik maar rechten gaan studeren. Maar in feite speel je in een rechtszaal natuurlijk ook een rol’

U bent in Nederland een van de weinige advocaten die gespecialiseerd zijn in het bijstaan van kroongetuigen.

“Gespecialiseerd... In zekere zin. Zelf zeg ik liever: ik heb er veel ervaring mee. Ik wil er wel graag bij vertellen dat ik het nooit zelf op heb gezocht. Het is zo gelopen, het is zo gegaan. Het is absoluut niet zo dat ik op een morgen opstond en dacht: ik word advocaat van Nederlandse kroongetuigen.”

U stond Fred Ros bij in het roemruchte Passage-proces. In het proces tegen motorbende Caloh Wagoh – nota bene de bende die de redactie van Panorama beschoot met een antitankwapen – verdedigde u kroongetuige Tony de G. U bent nu de advocaat van kroongetuige Nabil B. die nogal belastend verklaart in de zaak rond Ridouan T.

“Over Nabil B. zeg ik niets. Ik heb overigens veel meer kroongetuigen bijgestaan, maar ze zijn niet allemaal even bekend. Zelfs in het criminele circuit is de ene cliënt beroemder dan de andere.”

U staat inmiddels bekend onder de geuzennaam ‘De Kroongetuigenadvocaat’. Terwijl toen u jong was acteur wilde worden.

“Ha, ja! Maar in feite treed je in een rechtszaal natuurlijk ook op.

Daar speel je ook een rol. Nou ja, in feite speelt iedereen een rol, natuurlijk. Maar het klopt. Ik wilde lange tijd acteur worden. Ik heb ook gespeeld, op een redelijk hoog niveau, bij een professioneel jeugdtheatergezelschap. Ik zal het sterker vertellen: ik heb zelfs auditie gedaan bij een toneelacademie. Maar ik vond: het schoot allemaal niet zo op. Ik werd maar geen betere acteur. Of dat nu aan een gebrek aan talent lag of aan de mensen om mij heen, ik weet het niet. Ik ga van het eerste uit. Want je moet het altijd bij jezelf zoeken en proberen om jezelf te verbeteren. Maar toen ben ik dus maar rechten gaan studeren. Je moet wat.”

(De Jong lacht.) “Ik vond alleen het laatste jaar van mijn studie rechten leuk. Toen mocht je een afstudeerrichting kiezen. Ik koos voor strafrecht.”

Wij hoorden uit uw omgeving dat u een hekel hebt aan de overheid. Heeft dat ermee te maken dat u voor strafrecht heeft gekozen?

“Nee, ik heb niet zozeer een hekel aan de overheid, ik heb moeite met de moloch die de overheid is. De macht die de overheid heeft – en dan vooral het mogelijke misbruik dat ze daarvan maakt. En dan bedoel ik nog niet eens dat dat misbruik expres gebeurt. De overheid is zo groot, zo machtig, dat ik vind dat het individu alle bescherming verdient die het kan krijgen. Als je eenmaal in de verdrukking komt bij de overheid, kom je er nooit meer uit. Dát is iets waar ik grote moeite mee heb.”

De toeslagenaffaire...

“Bijvoorbeeld. Dat was een machinatie van mensen die zonder aanzien des persoons doorgaan met wat ze vinden wat ze moeten doen. Dat komt nooit meer goed. Ook daarna niet meer, als er nota bene keer op keer op gewezen wordt van: jongens, dit is niet oké. Let op! Veel mensen in de toeslagenaffaire zijn nu nóg niet gecompenseerd. Die hebben hun kinderen nóg niet terug. Ik vind dat oprecht heel erg verschrikkelijk, want ik kan niet tegen onrecht.”

Even terug naar uw studententijd.

“Ja hoor. Als jullie per se terug willen naar het stenen tijdperk, ga je gang!”

Waren er veel rechtenstudenten die voor de afstudeerrichting strafrecht kozen?

“Dat weet ik niet meer.”

Wij vragen het omdat veel met name wat oudere strafrechtadvocaten aan ons vertellen dat strafrecht lange tijd niet populair was in de advocatuur. Het had geen cachet, geen statuur. Je werd gezien als ‘vriend van de boeven’.

“Dat is dan misschien inderdaad de oudere generatie advocaten.

Ik kan me er nu niet zoveel bij voorstellen. Het kan zijn dat er advocaten bestaan die neerkijken op strafrechtadvocaten. Ik lig daar absoluut niet wakker van. Ik doe mijn werk – en ik doe dat met hart en ziel. Ik kan mezelf in de spiegel aankijken. Ik leg de lat voor mezelf heel erg hoog. Wat wel zo is: toen ik begon in de advocatuur, in 1988, waren er nog niet zo heel veel advocaten die waren gespecialiseerd in het strafrecht. Strafzaken deden ze er vaak een beetje bij. Zo van: o, ik heb nog een uurtje over, dan pak ik wel even een strafzaakje op. Ik heb dat altijd een rare houding gevonden. Daarom ben ik ook al vrij snel mijn eigen strafrechtkantoor begonnen, samen met een compagnon. Dat was in Nieuwegein, of all places.”

Maar befaamd werd u pas toen u strafrechtkantoor Ausma De Jong startte, in 2000 in Utrecht, samen met strafrechtadvocaat Willem Jan Ausma.

“Nou ja, befaamd... Ik vind dat wel een heel erg groot woord. We deden ons uiterste best ja, dat wel. Je zou kunnen zeggen: we waren gerenommeerd.”

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Berucht was jullie stunt met het telefoonnummer 0900-vryspraak, waarbij de letters van ‘vryspraak’ overeenkwamen met getallen op de toetsen van een vaste druktelefoon. Zo kon iedere verdachte jullie telefoonnummer goed onthouden.

“Ja, dat was leuk. Maar op een zeker moment konden verdachten vanuit de gevangenis geen 0900-nummers meer bellen. Dus toen had dat nummer geen zin meer. Het was ook een beetje een grapje. Als je vastzit, is dat niet prettig. Als je dat dan een beetje kunt verlichten, dan is dat mooi. Tenminste, dat vind ik. Het leven is niet zwart-wit. Je kunt in de rommel komen, ook als je dat niet wilt of als je dat niet van plan was. Je hoeft elkaar niet altijd en niet constant de maat te nemen. Maar er zijn natuurlijk wel grenzen.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Misdaad
  • MGA PHOTOGRAPHY