Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Kansparels

Eens Marokkaan, altijd onderaan? Op zoek naar de ‘kansparels’ van toen

Al veertig jaar lang volgt criminoloog Hans Werdmölder een groep van twintig Marokkanen die in de jaren tachtig opgroeide in De Pijp in Amsterdam. Toen veroorzaakten ze veel overlast met autokraken, inbraken en berovingen. Hoe is het nu met ze? In zijn nieuwe boek Kansparels zoekt Werdmölder ze opnieuw op. Exclusief in Panorama: de verhalen van Brahim, Bob en Nordin. “Wij waren toen heel domme jongens, kinderen nog.”

Brahim: inbreker, heler en succesvol ondernemer

De vier M-formule, Mooie Meid, Misdaad en Money, gaat in het geval van Brahim beslist op.

Brahim (1962) heb ik leren kennen als een professionele crimineel in de dop. Hij was boerenslim en ondernemend, ook in crimineel opzicht. Criminelen noemen zo iemand een ‘wiseguy’. Zijn vrienden voorspelden hem een gouden toekomst.

Brahim komt uit een Marokkaans gezin van tien kinderen.

Na zijn basisschool ging hij naar de mavo, maar al in de tweede klas werd hij van school verwijderd. Vervolgens ging hij naar de lts, een school op individueel niveau. Tijdens schooltijd hield hij zich bezig met allerlei criminele scharrels. Bij zijn eerste aanhouding, hij was toen vijftien jaar, ging het nog om een gestolen fiets. Daarna volgden meerdere inbraken en aanhoudingen. Op jonge leeftijd kreeg Brahim een tuchtschoolstraf opgelegd en een ondertoezichtstelling (OTS).

Aan zijn toeziend voogd liet hij weten geen behoefte te hebben aan bijzondere hulp.

Zijn toenmalige leraar op de lts noemde Brahim ‘een verbaal knap joch met een vlotte babbel, die er altijd goed uitziet en weet van de rottigheid in de buurt’. De vier M-formule – Mooie Meid, Misdaad en Money – ging in het geval van Brahim beslist op. Zijn toenmalige Surinaams-Nederlandse vriendin, volgens de docent ‘een bloedmooie meid’, werd door Brahim gekleed met de eerste keuze kleding afkomstig van diefstal. Brahim noemde haar Hafida, maar dat was niet haar echte voornaam. Hafida was een oud-leerling van mijn vrouw, die toen lesgaf aan een lhno-school, de voormalige huishoudschool.

Uit Brahims relatie met Hafida zijn drie kinderen geboren. Ik herinner mij dat bij een kraambezoek de prijskaartjes nog aan de kinderkleding hingen. Formeel woonden Hafida en Brahim niet samen; dat was uitkeringstechnisch beter. Na enkele jaren kwam er een kink in de kabel van hun relatie. In een gesprek dat ik met hem had in 2010 zegt hij hierover: “Hans, het gezin is als een huis. Als de pilaren niet goed zijn, zakt het huis in elkaar. Zo is het ook gegaan met mijn gezin.”

Hafida, zijn ex-partner, heeft nog aangifte gedaan van aanranding. Ook paste Brahim, aldus een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, ‘functioneel geweld’ toe bij de opvoeding van zijn kinderen. Zo hield hij de vlam van de aansteker onder de duim van zijn oudste dochter, om haar op deze wijze de gewoonte van het duimzuigen af te leren. De volgende keren dat het kind haar vader zag, reageerde zij angstig en begon zij meteen te huilen.

Kansparels – Mocro’s op het scherp van de snede van Hans Werdmölder ligt nu in de winkel. Uitgever: Just Publishers. Prijs: €21,99

Fikse ruzie

Brahim was afkomstig uit de gelederen van de groep uit clubhuis ’t Pandje, maar hij ging al snel zijn eigen weg. Daar ging een conflict met Najib aan vooraf. Dat moet in 1985 zijn geweest. Najib kwam bij Brahim met het voorstel om, samen met Zwarte Jesse, een kraak te zetten in een loods in Amster-dam-West. Brahim stelde zijn auto beschikbaar, die in de buurt werd geparkeerd. De kraak ging perfect en de gestolen tv’s, stereoapparatuur en andere spullen werden tijdelijk opgeslagen in het huis van Najib, want zijn ouders waren toen met vakantie. De volgende dag kwam Brahim langs en eiste op hoge toon een derde deel van de opbrengst. Dat was niet volgens afspraak. Brahim werd met een platenspeler en wat geld het huis uitgezet. Het werd een fikse ruzie. Sindsdien wilde Brahim niets meer te maken hebben met Najib en zijn vrienden. Hij keek op hen neer.

In 1987 is Brahim ook nog een tijdje actief geweest als ‘jenner’ in het professionele team van het ‘balletje-balletje’-gokspel, destijds zeer populair op de diverse straatmarkten in Amsterdam. Brahim heeft er goed aan verdiend. Hij vertelde me:

“Ik was een jongen die nooit gepakt werd. Ik ben nooit verder gekomen dan het politiebureau en ik had ook nooit een kraspen, centerpons of breekijzer op zak.”

Als crimineel wapenfeit had Brahim enkele tot de verbeelding sprekende inbraken op zijn naam staan. Zo had hij een grote inbraak gepleegd in een video- en computerzaak in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Vele uren had hij, zogenaamd als potentiële klant, de zaak geobserveerd, net zolang tot hij precies wist hoe de beveiliging in elkaar stak. Zo wist hij het hekwerk dat ter beveiliging van de ramen diende zo te bedienen, dat hij en zijn collega-inbrekers vrij gemakkelijk hun slag konden slaan. De waarschuwing van zijn oudere broer dat hij met verkeerde vrienden optrok, wimpelde hij af met de woorden: “Ik ben zo sterk als een paard. Ik heb ijzeren ballen.”

In de wijk stonden Brahim en zijn broers bekend als ‘de Daltons’, die kleine jongens zouden aanzetten tot het stelen van waardevolle spullen.

De droom van Brahim was een eigen coffeeshop. Dankzij financiële steun van zijn familie lukte het hem deze droom te realiseren. De coffeeshop kreeg de naam Odysseus. Om zijn illegale levenswandel niet in gevaar te brengen, stond de coffeeshop op naam van een familielid. Dat was in de wijk een bekende truc, die ook veelvuldig op motoren en auto’s werd toegepast. Immers, bij ontdekking van illegale feiten kon het pand niet worden dichtgespijkerd en het vervoermiddel niet in beslag worden genomen. Eind jaren tachtig bedroeg de omzet van de coffeeshop gemiddeld 180.000 gulden per jaar.

De hele familie leefde ervan.

Een coffeeshop mag officieel 500 gram in voorraad hebben.

DE KRAAK GING PERFECT EN DE GESTOLEN TV’S, STEREO- APPARATUUR EN ANDERE SPULLEN WERDEN TIJDELIJK OPGESLAGEN IN HET HUIS VAN NAJIB, WANT ZIJN OUDERS WAREN MET VAKANTIE

Dat was onhandig bij een goedlopende zaak met veel klanten, zoals die van Brahim. Om de twee dagen zou de voorraad dan moeten worden aangevuld. Daarom werd een grote voorraad cannabis gestald bij zijn ouders. Die kregen daar een vergoeding voor. De klantenkring van de coffeeshop bestond voornamelijk uit jongeren die hasj kochten. Junkies werden slechts gedoogd voor zover zij beschikten over gestolen goederen en cheques. Illegale Marokkanen en Algerijnen werden geweerd. De coffeeshop vormde het gedoogde ‘front’ van Brahims illegale activiteiten. Heling van gestolen goederen vormde de ware winstgevende handel. Om de coffeeshop niet in opspraak te brengen, werden illegale zaken, zoals de opkoop van gestolen goederen, buiten de deur gedaan. Brahim zorgde er altijd voor om de koopwaar, een partij kleding of sigaretten, alleen te zien en die nooit aan te raken. In 1988 vertelde hij: “Je moet altijd zorgen dat je ‘schoon’ blijft, dus ik laat de gestolen spullen door de dief in de achterbak van mijn auto zetten.” De spullen verkocht hij, met dikke winst, door aan winkels en marktkooplieden. Daarbij was Brahim wel zo slim om een gestolen partij kleding te mengen met legale goederen en de spullen bij voorkeur in een andere plaats af te zetten.

Als eigenaar van de coffeeshop had Brahim enkele zwartwerkers, jongens en meisjes met een uitkering, in dienst. Tegelijkertijd sponsorde hij twee zaalvoetbalteams in de wijk. Hij had ook een boekhouder in dienst en er werd belasting betaald over de legale en gedoogde inkomsten.

Handel in softdrugs

In 1990 vertrok Brahim naar Spanje. Hij had er even schoon genoeg van. De zaken rond de coffeeshop deed hij over aan zijn jongere broer. Naar ik vermoed werd het hem als heler te heet onder zijn voeten, terwijl zijn relatie met Hafida stuk was gelopen. Hij heeft zes jaar in Spanje gewoond, aan de kust in Marbella. Met een vriend runden ze daar een tapaszaak, die diende als dekmantel voor de handel in softdrugs. Brahim blijft er met opzet een beetje vaag over.

Zijn uitkering in Nederland liep in deze periode gewoon door, mede dankzij een truc. Brahim was naar een psychiater gegaan en had zich geestelijk ziek laten verklaren. Hij kreeg medicijnen, maar die gooide hij weg. Zo kreeg hij de begeerde medische verklaring en was hij niet verplicht om te solliciteren.

BRAHIM HIELD DE VLAM VAN DE AANSTEKER ONDER DE DUIM VAN ZIJN OUDSTE DOCHTER, OM HAAR HET DUIMZUIGEN AF TE LEREN. DE VOLGENDE KEREN DAT HET KIND HAAR VADER ZAG, REAGEERDE ZIJ ANGSTIG EN BEGON ZIJ METEEN TE HUILEN

Hij was vrij om te gaan en staan waar hij maar wilde.

Wanneer hij een oproep kreeg voor een gesprek, kwam hij daarvoor speciaal terug uit Spanje. “Van die truc heb ik zes jaar plezier gehad,” vertelde hij mij eind jaren negentig.

Eenmaal terug in Nederland, in 1996, had Brahim de oude draad weer opgepakt, maar dat liep minder goed af. Hij werd gepakt en berecht vanwege een overval op een geldloper.

Hij kreeg een relatief milde straf opgelegd. In de gevangenis werd hij omschreven als vriendelijk en correct, zolang het hem voor de wind ging en niemand hem tegenwerkte.

Enkele jaren geleden, in 2017, is de door zijn broer gerunde coffeeshop, in opdracht van de burgemeester, gesloten.

De formele reden was dat de coffeeshop te dicht bij enkele scholen zou zijn gevestigd. De ware reden was dat er zaken gebeurden die het daglicht niet konden verdragen. Ook een ingeschakelde advocaat kon niets meer doen, zodat een zeer lucratieve inkomstenbron voor de familie wegviel. Voor zover ik weet is Brahim overigens zelf nooit aan de drugs geraakt. Met Hafida, zijn voormalige levenspartner, heeft hij definitief gebroken. Hij was er helemaal klaar mee. De kinderen hebben tot hun achttiende jaar op een internaat gezeten. Brahim heeft zijn ex-partner zelfs financieel geholpen toen zij na hun scheiding een flat kreeg toegewezen in Amsterdam-Noord.

Het aan haar ‘geleende’ geld – het zou om een bedrag van 12.000 euro gaan – werd echter niet aan de inrichting en meubels besteed. Volgens Brahim heeft zij met het geld siliconen in haar borsten laten zetten. Zijn ex-vrouw werkte toen freelance als buikdanseres en haar borsten moesten uiteraard wel een beetje gevuld zijn. Hafida verhuisde vervolgens van Amsterdam-Noord naar een nieuwbouwwoning in de buurt van Hoorn. Daar heb ik haar later opgezocht, met de geboortekaartjes van hun twee kinderen nog in mijn colbert. Hafida heeft werk gevonden in een modezaak in Hoorn.

Diploma te koop?

In 2009, als ik weer contact leg met Brahim, ziet hij zijn kinderen nog slechts af en toe. Zijn oudste dochter wil zelfs niets meer met hem te maken hebben; er zijn in het verleden te veel slechte dingen gebeurd. De kinderen wonen nu zelfstandig en werken in de horeca. Brahim zelf woont al sinds zes jaar samen met een Nederlandse vriendin in de Rivierenbuurt. Samen hebben ze een zoon, een tweede kind is op komst. Formeel is Brahim nu zonder werk. Hij wil als eigenaar een café beginnen. Daar heeft hij de vereiste papieren voor nodig en daarom volgt Brahim een beroepsopleiding bij het ROC-ASA, afdeling Zorg en Welzijn. Daar zit hij in een groep van leerlingen met ‘een psychiatrisch rugzakje’.

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Brahim moet er schamper om lachen. “Ik heb meer levenservaring dan alle leerlingen en docenten bij elkaar.” Hij noemt de opleiding ‘een speeltuin’. Hij zegt: “Je leert er niets. Je begint om tien uur, we praten wat, dan een half uur pauze, daarna worden nog eens twee pagina’s van een boek behandeld.” Hoewel de opleiding volgens hem niets voorstelt, vormt het vak sociale hygiëne voor hem een struikelblok. Maar dat diploma heeft hij absoluut nodig. Brahim vindt studeren lastig; hij is een doener en kan niet stilzitten. “Ik kan geen boek lezen, na één pagina ben ik al moe.” Hij vraagt aan mij:

“Is het diploma niet te koop?”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.