Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Flemming

Zanger Flemming: 'Niemand stuurt me naaktfoto's'

In amper een jaar tijd is de piepjonge Flemming (26) van een onbekende zanger in een coverband getransformeerd naar een artiest met de hitpotentie van een Suzan en Freek of Rolf Sanchez. Dat klinkt als een gelukkige toevalstreffer, maar het gaat hier om een weldoordachte stap op zijn carrièreladder. “We hebben tactisch gekeken wat een geschikte eerste song zou zijn.”

Hoe voelt het om the new best thing van het land te zijn?

“Nog steeds een beetje onwerkelijk. Dit is waar ik altijd naartoe heb gewerkt en van heb gedroomd. Maar dat het in driekwart jaar al zou lukken, dat het op zo’n manier zou ontploffen, dat hadden we nooit verwacht.”

Waar ligt het aan dat het zo snel is gegaan?

“Het zijn leuke, zomerse poptunes. Mensen worden blij van de nummers. Dat speelt volgens mij mee bij het succes.”

Ben je bang om een eendagsvlieg te zijn?

“In het begin was dat mijn grootste angst. Amsterdam ging zo hard.

Hoe ga je dat niveau vasthouden? Dat hebben we met het nummer Zij wil mij geneutraliseerd, omdat dat ook een hitje werd.”

Wat doe je om te voorkomen dat je alsnog wegzakt?

“Zorgen dat elk nieuw nummer dezelfde kwaliteit heeft. Ze zeggen altijd dat je zo goed bent als je laatste liedje. Als je ervoor zorgt dat dat goed is, dan kan het niet verkeerd gaan.”

Was je doorbraak met Amsterdam een gelukkige toevalstreffer of een weldoordachte stap op je carrièreladder?

“Een weldoordachte stap. We hebben tactisch gekeken wat een geschikte eerste song zou zijn voor een nog onbekende artiest. Daar hebben we lang over getwijfeld, maar uiteindelijk was iedereen uit mijn team het erover eens dat het Amsterdam moest worden. De keuze viel op juist dit nummer omdat het toegankelijk is voor heel veel verschillende doelgroepen. Het is niet per se een liedje voor de jeugd of voor ouderen. Iedereen kan zich er wel in vinden. Het is een vrolijk, fris liedje.”

Ben jij een leuke, frisse jongen?

“Ik vind van wel.”

En je omgeving?

“Ja, die denk ik ook. Ik ben een energieke, spontane allemansvriend.”

Is je leven de afgelopen driekwart jaar erg veranderd?

“Als ik vroeger uitging in Den Bosch, dan kon ik gewoon een club ingaan en wist niemand wie ik was. Vanaf het moment dat Amsterdam uitkwam, is dat radicaal anders geworden. Maakt niet uit waar ik ben, ik word overal herkend. Mensen willen een fotootje met me of ze zeggen iets over mijn muziek. Soms is dat lastig, omdat ik nooit meer incognito door de stad kan lopen. Dat is even wennen, maar het hoort erbij. Ik vind het meestal wel leuk.”

Krijg je veel impertinente voorstellen in je inbox?

“Wat is dat, impertinent?”

Dat ze zeggen dat ze je lekker vinden en iets van je willen.

“Ah, zo. Dat valt wel mee. Ik krijg geen naaktfoto’s.”

Wat is het raarste dat je hebt meegemaakt?

“Er is een fan die mijn logo heeft laten tatoeëren. Ergens vind ik het lief, omdat ze ermee laat zien dat ze groot fan is van mijn muziek. Maar een tattoo is voor altijd. Dat maakt het apart en ook wel heftig.”

‘Op school heb ik het vaak lastig gehad. Als je zingt in musicals, dan ben je niet het populairste jochie van de klas. Ik werd uitgescholden voor homo’

Heb je zelf tattoos?

“Twee kleintjes.”

Kun je je voorstellen dat je het hoofd van je eigen muzikale idool op je arm laat vastleggen?

(Lachend) “Dat zou Ed Sheeran zijn. Ik begrijp zoiets wel, maar ik denk niet dat ik dat ooit ga doen.”

Lag het in de lijn der verwachting dat je een grote zou worden?

“Ik heb altijd zelfvertrouwen en dedication gehad. Er waren ook steeds wel piekjes die bevestigden dat ik op de goede weg zat. Dit is wat ik wilde, dus een plan B heb ik eigenlijk nooit gehad.”

Was het een gunstig voorteken dat je ouders je vernoemd hebben naar Freddie Mercury?

“Het is leuk dat je wordt vernoemd naar Freddie, zelf gaat zingen en dat het dan ook nog goed gaat.

Maar als er niet zoveel muziek in mijn opvoeding had gezeten, dan was ik nooit zo ver gekomen. Er werd bij ons thuis altijd muziek gedraaid en mijn moeder kan best goed zingen. Ze zong elke avond voor het slapengaan en in de auto.”

Was het je eigen idee om als piepjong ventje in allerhande musicals te spelen?

“Mijn moeder kwam ermee. Ze zag me thuis zo vaak zingen dat ze vroeg of ik niet een keertje in een musical wilde spelen. Dat leek me interessant, dus ik heb auditie gedaan voor Ciske de Rat. Toen ik de rol eenmaal had, was het zo leuk dat ik er nog twee heb gedaan: Kruimeltje en Joseph and the Amazing Technicolor Dreamcoat.”

Je hoort vaak dat kindsterretjes ouders hebben die de boot naar beroemdheid zelf net hebben gemist, zoals de vader van Mart Hoogkamer. Was dat bij jou ook het geval?

“Nee, mijn ouders zitten allebei in de verzekeringen. Zij hebben nooit de intentie gehad om zelf iets met muziek te doen.”

Zie je Mart Hoogkamer als je grootste concurrent?

“Ik vind dat er in de muziekwereld geen concurrenten zijn. Tuurlijk, iedereen wil een nummer 1-hit, dus als Suzan en Freek een goed liedje hebben, dan is er iets van competitie gaande. Ik denk dat de fanbase van Suzan en Freek ook min of meer dezelfde is als die van Flemming en iemand als Antoon. Maar Mart heeft een veel volksere stijl, mijn muziek is meer poppy.”

Wat is jouw drijfveer als artiest?

“Mijn familie. Als ik zie hoe mijn ouders en broer genieten van wat ik doe, dan motiveert mij dat om door te gaan. Los daarvan voel ik me op het podium heel erg thuis.

Het is voor mij de plek waar ik mezelf kan zijn.”

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Heb je niet altijd jezelf kunnen zijn?

“Op school heb ik het vaak lastig gehad. Als je zingt, dan ben je niet het populairste jochie van de klas. Zeker niet als je dat doet in musicals, dat was niet stoer. Ik werd uitgescholden voor homo, dat soort dingetjes. Ergens was dat niet prettig om te horen, maar ik wist toen al: ik doe wat ik leuk vind. Ik verdiende er op dat moment ook al wat centjes mee, waardoor ik er een beetje schijt aan kon hebben.”

Is je succes met terugwerkende kracht een middelvinger naar de kids die je destijds uitscholden?

“Haha, ja, misschien. Het is wel tof om zo’n pestkop van vroeger in de stad te zien en te denken: gelukkig maar dat ik vroeger niet naar jou heb geluisterd.”

Benieuwd naar de rest van het interview? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Entertainment
  • Clemens Rikken