Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Wapen kopen
Premium

Zo simpel koop je een wapen: ‘Ik liep naar buiten met drie pistolen’

Peter R. de Vries werd geliquideerd met een omgebouwd alarmpistool. Moet je een doorgewinterde crimineel zijn om aan zo’n wapen te komen, of is dat kinderspel? Panorama’s Sven van der Meulen nam de proef op de som. Uit de editie van woensdag 3 augustus 2022: een verslaggever op wapenjacht.

Wapendeal 1

Het lijkt wel een scène uit een film. Ik sta te wachten op een groot plein in Antwerpen, het is enkele maanden na de moord op misdaadverslaggever Peter R. de Vries. Het is koud en het duurt mij eigenlijk net iets te lang, maar mijn gevoel zegt me dat het vandaag gaat gebeuren. Iedereen die voorbijloopt met een plastic tas kijk ik recht in de ogen aan. In de hoop dat de ander ook naar mij zal kijken en vervolgens een knikkend gebaar zal maken, maar niemand knikt terug. Het is ongemakkelijk.

Ik heb afgesproken met een wapendealer. Er komen twee jongens met een plastic zak aangelopen, mijn gevoel zat dus goed: het gaat inderdaad gebeuren vandaag. Ze proberen zo onopvallend mogelijk te doen en daardoor vallen ze juist nogal op. We knikken naar elkaar. Ik kijk snel mijn collega nog één keer goed aan en zeg: “Scherp zijn, oké?” Mijn collega knikt instemmend. Intussen zijn de twee jongens dichterbij gekomen, één draagt de plastic tas, de ander kijkt goed om zich heen. Ik schud ze de hand en we lopen samen naar een afgelegen straatje.

De jongens weten dat ik journalist ben en ze wilden wel een ontmoeting om wat vragen te beantwoorden. Ik vraag waarom hij in de wapenhandel zit. “Geld, ik studeer en moet toch mijn kamer betalen.” Dan zegt de andere jongen: “Het is safe, ik ga.” En hij verdwijnt in een andere straat. Het was om te controleren of het wel veilig was, dat het geen set-up zou zijn.

Ik wil weten of hij daadwerkelijk een wapen bij zich heeft in de plastic tas en dus vraag ik: “Mag ik het zien? Kan ik het vasthouden?”

Panorama’s Sven doet eerst handschoenen aan voordat ie een pistool vastpakt.

“Niet hier, daarvoor lopen we even verder.”

Ik ben verbaasd over de naïviteit van de jongens. Er hangen hier overal camera’s, er loopt genoeg politie heen en weer op straat en de iets langere jongen die kwam controleren of het safe was, had natuurlijk geen enkele toegevoegde waarde. Want als het dus wel een set-up zou zijn, zouden ze allebei worden opgepakt. Dus wat daar de gedachte achter was, weet ik niet zo goed, volgens mij was er slechts sprake van schijnveiligheid om met zijn tweeën te komen. Maar echt tijd om daar lang over na te denken, heb ik niet.

Na een kort gesprekje lopen we verder en verder van het winkelcentrum af. We lopen de richting in waar de eerder vertrokken jongen ook heen liep. Mijn vermoeden is dat we dichter bij de woning van een van de jongens komen.

“Wat doe je met al het geld?” vraag ik terwijl we verder de straat in lopen.

“Nou dit,” zegt hij, en ritst vol trots zijn vest open. We zien een Moncler-trui.

“Ik vind het een lelijke trui,” zeg ik een beetje plagerig om hem uit de tent te lokken. De trui is ongeveer even duur als de huur die ik betaal voor het appartementje waar ik woon.

“Het is toch ook een beetje stoer doen? Dat wat jij doet?”

“Jazeker, net als die bekende rappers,” zegt hij trots.

‘Speel je weleens Call of Duty? Dan ga je dit ook wel gaaf vinden.’ Hij haalt een pistool uit een plastic kistje.

Zijn naïviteit lijkt alleen maar groter te worden naarmate ik langer met hem praat. “Ik wil het wapen zien en vasthouden,” zeg ik vastbesloten.

“Dat kan niet buiten, te veel risico. Maar we kunnen wel naar een huis, dan pakken we het uit.”

“Een huis? Is dat veilig voor ons? Weten de mensen in dat huis dat we komen?” vraag ik een beetje ongerust. Ik ben nieuwsgierig of dit niet een naïeve beslissing is van de jongen zelf, dus zonder overleg met zijn medehandelaren. Dat zou kunnen betekenen dat ik opeens in het hoofdkwartier van een aantal wapenhandelaren sta zonder dat dat is overlegd. Ik heb weinig zin om daar dan tussen te staan.

“Ik ga even bellen,” zegt de jongen. Na enkele seconden telefonisch overleg lijkt het akkoord, zo luister ik stiekem een beetje mee. “We kunnen naar binnen, ze willen niet op camera en er mag niet gefilmd worden in het huis. Alleen als we de wapens even tonen in de keuken, maar verder niet.”

“Oké, is dat hier dichtbij?” vraag ik.

600 euro voor pistool

Het is zeker dichtbij, enkele minuten later sta ik in een woning. Er zitten jongeren op de bank in de woonkamer jointjes te roken en in de keuken worden er twee doosjes op tafel gelegd.

“Speel je weleens Call of Duty? Dan ga je dit ook wel gaaf vinden.” Hij haalt een pistool uit een plastic kistje. Hij heeft inmiddels handschoenen aangetrokken. Het kistje zit in een oude net iets te smerige theedoek gewikkeld.

Van tevoren had ik niet verwacht dat ik in een keuken met een wapen in mijn hand zou komen te staan. Toch had ik voor de zekerheid latex handschoentjes in het binnenzakje van mijn colbert gestopt voor het geval ik een pistool zou vasthouden. Nu komen ze toch maar van pas, want ik wil natuurlijk niet dat als deze pistolen worden verkocht mijn vingerafdrukken erop komen te staan. Ik haal de handschoentjes uit mijn binnenzak en doe ze nogal stuntelig aan.

De kistjes worden opengemaakt, er zitten inderdaad pistolen in. Het zijn de bekende alarmpistolen, hetzelfde type wapen dat gebruikt werd bij de moord op Peter R. de Vries. Een heftige realiteit die je zou vergeten door de naïviteit van deze jongens.

De jongen zwaait een beetje nonchalant met het pistool en vertelt over de eerste keer dat hij het wapen vasthad. Hij had zich sterk gevoeld, machtig. “De adrenaline loopt door je lijf,” zegt hij.

Wapendeal 2

Inmiddels ken ik de wereld van de omgebouwde alarmpistolen vrij goed. Ik heb contact met meerdere groepjes jongeren die in de handel zitten en anoniem geven ze mij hier en daar informatie. Echt rekenen op die contacten hoef ik niet, de ene dag vertellen ze je van alles en de volgende dag is het account waar je mee praat niet meer in gebruik. Dan zijn ze spoorloos verdwenen. Maar een jongen met wie ik nog wel contact heb, zegt ja op het verzoek om een ontmoeting.

Het is regenachtig, koud en ik sta te wachten op een treinstation in Zwolle. Er loopt een jongen met een capuchon mijn richting op. Hij is 17, geeft vriendelijk een hand en stelt zich voor. Het zal ongetwijfeld niet zijn echte naam zijn. In de regen lopen we door een paar straten om discreet met elkaar te kunnen praten.

“Waarom doe je dit eigenlijk?” vraag ik.

“Geld, ik ben lui en heb geen zin om te werken.”

Alweer, het is hetzelfde antwoord dat ik inmiddels van verschillende jonge wapendealers heb gehoord. Ze willen geld, maar werken kost moeite en daar hebben ze geen zin in.

“Met jouw wapens worden er misschien mensen vermoord, bedreigd of overvallen.”

“Dat is niet mijn probleem, ik verkoop ze, ik haal de trekker niet over”

“Peter R. de Vries is met zo’n type pistool geliquideerd. Wat vind je daarvan?”

“Toen dat gebeurde heb ik met mijn vrienden met wie ik dit doe wel even gepraat. We hebben even bij elkaar gezeten, maar verder is dat niet mijn probleem.”

Het ‘als ik het niet doe, doet een ander het wel’ is het excuus van bijna alle tieners in deze handel, merk ik. Dat Peter R. de Vries is vermoord met zo’n pistool is ‘het risico van het vak’, wordt mij door de jongens afzonderlijk van elkaar verteld.

Nog zo’n dooddoener: “Ik ga dit niet voor altijd doen, ik doe dit nu, zodat ik straks geld genoeg heb, dan zoek ik wel een normale baan.” De tieners zijn vastbesloten om met het geld dat ze verdienen met de wapenhandel in vastgoed te gaan investeren. Als je dat slim doet, is je criminele geld uit de onderwereld in één keer wit geld, dat je kunt gebruiken in de bovenwereld.

Trots op zijn wapen

We lopen naar een iets meer beschut stukje. Het lijkt veilig, maar we zijn nog steeds op minder dan één kilometer van een politiebureau. Een pistool komt tevoorschijn. De jongen laat het trots zien. Ik trek weer mijn witte latex handschoentjes uit mijn binnenzak. Dit keer trek ik ze iets minder klunzig aan en pak het wapen vast.

Ik kijk er enkele seconden naar. We staan nog altijd gewoon in het openbaar op een pleintje vlak naast het station. “Ik heb genoeg gezien, doe hem maar gauw weg,” zeg ik. Risico wil ik niet nemen.

“Je vertelt niemand iets over hoe ik eruitzie en wie ik ben, toch?” vraagt de jongen nog even voor de zekerheid. Hij heeft natuurlijk een risico genomen om mij te ontmoeten, dat snap ik ook wel, en wil blijkbaar nog even controleren dat anoniem bij mij wel echt anoniem is. Ik schud hem de hand en zeg dat hij zich geen zorgen hoeft te maken. Voor ik het weet, is de jongen de hoek om. We zullen elkaar niet meer zien of spreken.

Wapendeal 3

De werkwijze van de wapendealers? Ze halen veelal ‘normale’ alarmpistolen uit België en Duitsland. Ze rijden de grens over, lopen een winkel binnen, kopen er een paar en laten die in Nederland ombouwen tot een echt pistool. Dat is vrij eenvoudig te doen. (De grote spelers laten ze trouwens in grote aantallen uit het voormalige Oostblok komen.)

Kan je in die winkels in het buitenland dan zo eenvoudig alarmpistolen aanschaffen als Nederlander? Je zou toch denken - én hopen - dat een winkel vraagtekens zet bij een Nederlander die een tas vol alarmpistolen komt halen. Tijd om dat ook maar eens te testen.

Ik bel een grote wapenwinkel in België.

“Hallo, kan ik u helpen?”

“Ik kom uit Nederland, als ik nou eens tien à vijftien alarmpistolen bij jullie ophaal en contant betaal... Kan dat bij jullie?”

“U kunt ze gerust aankopen, wat u er achteraf mee doet is uw zaak.”

Afgereisd naar België blijkt het te kloppen. Ik loop naar buiten met drie pistolen. Contant betaald. Zo makkelijk is het dus, de winkel verkoopt desgewenst in één keer een tas vol pistolen. Vragen stellen doen ze niet. Die pistolen bouw je in Nederland om en zo kunnen er - zonder een spoor achter te laten - in korte tijd tien tot vijftien nieuwe wapens in het criminele circuit belanden. Broodjes bij de bakker halen is moeilijker.

De buit in België.

Misbruik van jongeren

Zoals gezegd: Peter R. de Vries is doodgeschoten met een omgebouwd alarmpistool, het is een realiteit die continu in mijn achterhoofd zit. Het zou toch de waarschuwing moeten zijn waardoor we op scherp zouden moeten staan; waardoor de talkshows op tv deze handel uitgebreid bespreken, waardoor de politie zich continu uitlaat over de zorgwekkende handel van tieners en waardoor ouders toch eens onder het bed van hun puber kijken, je zal er maar een kistje in een theedoek zien liggen met daarnaast latex handschoentjes.

Een jongen van 16, die op zijn 13de begon met het verkopen van pistolen, vertelt het concreet en duidelijk als ik hem opbel.

“Ik ben de verkeerde mensen tegengekomen en nu doe ik dít.”

“Als je eruit wilt stappen, kan dat. Dan ga ik je helpen,” zeg ik, terwijl ik weet dat dat lastiger is dan ik nu tegen beter weten in tegen hem vertel.

“Er is een uitweg, maar ik wil niemand teleurstellen.”

“Misschien stel je de mensen die echt om je geven juist teleur door in deze handel te zitten.”

“Maar wie geeft er dan om mij?”

Een pijnlijke vraag. Je hoopt dat een puber die niet hoeft te stellen, maar de realiteit is dat alle jongens die ik heb gesproken er zo in zitten. Ze zijn jong, naïef en willen maar één ding: geld. Ze werken níet alleen, zijn via via erin gerold en er is altijd een ‘oudere die mij hiermee helpt’. Ik vrees dat het andersom is: oudere mensen in het criminele milieu die tieners voor hun karretje spannen in ruil voor een beetje geld.

Je hebt twee soorten mensen op deze wereld, is mij altijd geleerd. Domme mensen én mensen die net slim genoeg zijn om daar misbruik van te maken.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Misdaad
  • Sven van der Meulen