“Vreet ze op! Hou die lengte! Geen fouten!”
Het zijn de opbeurende aanmoedigingen van de bezeten aanhang van touwtrekvereniging Wittink uit De Wijk op de tweede dag van het NK. De intonatie en bezieling waarmee dit gevolg het zeskoppige touwtrekteam opzweept, doet denken aan harde kernleden van een voetbalclub.
Een touwtrekwedstrijd lijkt op het eerste oog eenvoudig. Het team dat als eerst de dichtstbijzijnde witte streep op het touw over de middellijn trekt, wint. Een wedstrijd bestaat uit twee partijen. Winnen, verliezen of gelijkspelen – het kan alledrie.
Wittink neemt het op tegen Heure, de vereniging die het NK al jaren domineert in verschillende klassen. De eerste wedstrijd won Heure en dus moet Wittink deze beurt winnen om nog gelijk te spelen. Beide zestallen staan langs het touw opgesteld, strijdbaar en met gefronste wenkbrauwen. Scheidsrechter Anton van der Berg (57) – kaal, walrussnor en in hagelwit tenue – uit Ruurlo steekt zijn handen in de lucht, het sein dat de ‘trekkers’ spanning op het touw moeten zetten. Synchroon steken ze hun hak stevig in het gras. Als Van der Berg zijn handen naar beneden wuift is de wedstrijd begonnen. “Treeeeeek. Hoooooees,” schreeuwt het publiek. Er komt een immense kracht op het touw vrij. Plots staan de trekkers in een hoek van 45 graden. Gehurkt en met een handdoek in zijn nek geeft de Wittink-coach aanwijzingen zoals ‘spanning hoog houden’ en ‘laat ze hangen’.
Met een oerkreet zet Heure de laatste stap naar achter. ‘Jaaamaaar,’ brullen ze gelijktijdig. Het team tuimelt met touw en al achterover
Loopgraaf
Beide teams geven elkaar geen duimbreedte toe. “Haaaaang!” klinkt het langs het veld. En dan, na twee minuten trekken, glijdt een teamlid van Wittink weg en gebruikt hij zijn hand om te steunen op de grond. Het blijkt één van de tien meest gemaakte overtredingen tijdens een touw-trek-wedstrijd (zie kader). Van der Berg steekt zijn vinger in de lucht alsof hij een biertje wil bestellen in de kroeg; eerste waarschuwing. Drie waarschuwingen en de wedstrijd is verloren. Kort daarna verliest Wittink de grip op het touw. Heure maakt kleine stapjes achteruit en wint terrein. “Doorrrdooouwe!” schreeuwen de fans.
Het veld is door de vele partijen al flink omgeploegd en lijkt inmiddels meer op een loopgraaf dan een grasveld. Heure zet nog eens aan. Langzaam, stapje voor stapje, trekt de ploeg het touw steeds verder naar zich toe. Het verzet van Wittink is gebroken. Met een oerkreet zet Heure de laatste stap naar achter. “Jaaamaaar,” brullen ze gelijktijdig. Het team tuimelt met touw en al achterover.
Van der Berg bevestigt met een armbeweging de overwinning van Heure: 2-0. Tot ontsteltenis van de meegereisde Wittink-suppor-ters. “Kant verschil,” antwoordt Hilco Kappert (62) kalmpjes op de vraag wat er misging. De bebrilde Nieuwleusenaar leunt in navy-blauw trainingspak van zijn vereniging over de boarding.
“Door de regen is de grond gladder. Je zag dat de jongens begonnen te glijden. Maar daar hebben alle ploegen last van.”
Kappert is samen met wat andere oudgedienden zijn vereniging achterna gereisd, met name ‘voor de gezelligheid’. “Je probeert de jongens aan te moedigen. Dat kan net die ene procent zijn die het verschil maakt.” Door een rugblessure is hij zelf al enige tijd geleden gestopt met ‘trekken’. “Met pijn in het hart,” zegt hij bijtend op zijn lip. “Ik heb bij veel clubs getrokken. De een na de ander werd opgedoekt wegens gebrek aan animo. De sport wordt steeds kleiner, maar het blijft leuk om naar te kijken. De power die erbij komt kijken, je tegenstander dwingen om vooruit te gaan; dat is schitterend.”
George Baker
Net buiten Eibergen, over de rivier de Berkel, ligt het ruim bemeten onderkomen van TTV Eibergen. Het terrein – zo’n drie hectare groot – is de natte droom van elke touwtrekvereniging. Het beschikt over meerdere kleedkamers, een ruimte om binnen te trainen en een grote kantine.
Wanneer we de parkeerplaats oprijden, klinkt het zomerse Una Paloma Blanca van George Baker.
De muziek staat in schril contrast met het weer van vandaag. Het tropische weer op dag één van het NK heeft plaatsgemaakt voor miezerregen.
Schuilend in de kantine vergapen we ons aan de vitrinekasten. Ze puilen uit met bekers en vaantjes die de club de afgelopen 51 jaar verzamelde. Voorzitter Mark Wilderink (39) leidt ons rond.
Met een hand in zijn zak wijst hij naar twee goudkleurige bekers.
“In 2011 wonnen we in Zwitserland met een team in twee verschillende gewichtsklassen. Een bijzondere prestatie.” Overal zijn ze geweest. Engeland, Zweden, Duitsland, Ierland en Italië, maar volgens Wilderink is Zwitserland de bakermat van het touwtrekken. “Van oudsher zijn ze erg goed.
Er heerst een andere mentaliteit. Hoe dat komt? Ze lopen daar elke dag een berg op.”
Even later staat de preses met een microfoon in zijn hand voor het deelnemersveld om het NK officieel te openen. Na wat huishoudelijke mededelingen hoopt hij op ‘mooie wedstrijden’ en wenst de aanwezigen nog een fijne Vaderdag toe. Ook secretaris Dorus Konijn van de Nederlandse Touwtrek Bond (NTB) spreekt.
Naar eigen zeggen heeft hij vandaag ‘twee petten op’, want Konijn trekt zelf ook mee. Zo zijn er meer. Scheidsrechters, coaches, bestuursleden van de NTB: een aanzienlijk deel doet ook zelf mee aan de wedstrijden. Het tekent de kleinschaligheid van de sport. De NTB, opgericht in 1959, telt momenteel 38 actieve touwtrekverenigingen met ongeveer 950 leden. De gemiddelde leeftijd van de touwtrekker is 34 jaar. Verdeling mannen/vrouwen: 90/10. Het mantra van de NTB? Zich inzetten voor de verenigingen op het gebied van opleiding en promotie van de touwtreksport, zo valt op de website van de organisatie te lezen.
‘De sport wordt steeds kleiner, maar het blijft leuk om naar te kijken. De power die erbij komt kijken, je tegenstander dwingen om vooruit te gaan; dat is schitterend’
Quasimodo
Spil in het promoteam is pr-man Simon Miedema (39) uit Welsrijp. Het hele weekend staat hij op 6 meter hoogte het event te filmen met een knots van een camera. Beelden zijn live te volgen op YouTube. Miedema praat ons bij over de wedstrijdkleding. “Elk team experimenteert met het wedstrijdshirt. Om meer grip te krijgen op het touw naaien ze er lappen stof aan vast. Dit wekt weerstand voor het touw op.”
Veel trekkers dragen een soort rugbyshirt met de extra stof op de plaats waar het touw langs het lichaam loopt. Om schaafwondjes te voorkomen, dragen sommigen nog een aantal extra shirts. Voor ons loopt een trekker met een lap latex over zijn shirt. “Slim,” aldus Miedema. “Zo hoef je minder hard te knijpen in het touw.” De ankerman (of-vrouw), de laatste trekker, heeft het touw om het lichaam gewurmd. Om de druk van het touw te verdelen draagt hij een speciaal vest, waardoor een ankerman rondloopt met een nogal gebolde gestalte en eruitziet als een tot leven gewekte quasimodo.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Paul Tolenaar