“Jullie hebben toch wel andere schoenen meegenomen voor vandaag?” Onze kennismaking met Siegurd van Leusen, survivalexpert en fulltime stoere man, is al direct confronterend. Over een half uur zal hij ons naar de top van een Schotse berg loodsen. Een klus waarop wij ons beter hadden moeten voorbereiden, blijkt al. Ik werp nog eens een kritische blik op mijn Vans, die toch echt wel van het stevigere soort lijken dan de gemiddelde, stadse sneaker. Type stugge maar wel trendy wandelschoen. Dacht ik tenminste. “De verkoper wist mij anders te vertellen dat ik hier prima bergwandelingen mee zou kunnen maken,” antwoord ik, met lichte trilling in mijn stem.
Onze expert laat een grijns ontsnappen. “Heb je het bonnetje nog? Bereid je maar voor op natte voeten. En enkels en onderbenen, als we een beetje pech hebben. Het heeft gister flink geregend en dat betekent dus natte, drassige ondergrond. Gewoon knop omzetten en blijven gaan.”
Met nog meer spanning rijden we achter het excursiebusje van Siegurd en zijn volgelingen aan. Als twee volledige wandelleken hebben fotograaf Maarten en ik de uitdaging geaccepteerd om onze eerste munro (Schotse bergtaal voor alles wat boven 914,4 meter reikt) te overmeesteren. Tot dusver bestond ons bezoek aan Schotland uit louter ontbijt met worst, haggis en drie spiegeleieren, lunchen met steak pies die druipen van de jus en avondeten met gefrituurde fish and chips, gedrenkt in zout en azijn. Vanzelfsprekend vloeide tussen die culinaire hoogtepuntjes de single malt whisky’s en pints of Tennents rijkelijk.
Last van de knieën
Ons startpunt bevindt zich in de omgeving van Loch Rannoch, een schitterend meer in het hart van Schotland. Op het autoritje ernaartoe treffen we geen mens. Als Siegurd ons vertelt dat we bij het einde van de wereld zijn aangekomen, geloof ik hem op zijn woord. Als autorijden hier al zo’n groot feest is, hoe mooi wordt deze epische wandeltocht dan wel niet, dwars door het land van Braveheart, Lord of the Rings en Harry Potter? De kronkelende weggetje langs de oevers, omringende bossen en het bergachtige landschap doen ook sterk denken aan die onheilspellende introscène van The Shining. Het is alleen te hopen dat wij straks iets minder hard doordraaien dan Jack Nicholson dat deed. Afijn, tot zover de filmreferenties.
We parkeren onze auto langs de weg en voegen ons bij de achtkoppige excursiegroep met wie Siegurd een tiendaagse wandelvakantie in zijn favoriete vakantieland afwerkt. Het gezelschap telt evenveel mannen als vrouwen en oogt bijzonder fris en fruitig. Men heeft er duidelijk zin in, op een enkeling na. “Ik heb toch wel wat last van mijn knieën.” Cor, een boomlange wandelliefhebber die zijn vrouw deze week maar een keer thuis heeft gelaten – “Niks voor haar, veel te zwaar” - kampt nog met de naweeën van Schiehallion, de 1083 meter hoge vuurdoop die gisteren heeft plaatsgevonden. “Dat was echt een pittige klim,” beaamt Teguh. De data-analist is voor de eerste keer in Schotland. “De bergen hier zijn steiler dan ik had verwacht. Spierpijn, hoor. Maar ik heb wel 1742 calorieën verbrand, een gemiddelde hartslag van 141 gehaald en 11,6 kilometer gelopen.” Teguh zweert bij zijn digitale stappenteller. “Het uitzicht was ook prachtig.”
Na een vluchtige instructie van Siegurd – “Let op je ademhaling, hoe hoger hoe kouder, doseer je watervoorraad” - gaat onze tocht van start. De eerste etappe is een onschuldig grindpad, dat ons langzaam maar zeker dichterbij de twee bergtoppen in de verte brengt. Halverwege stoppen we even bij een stromend beekje. “Hier kunnen jullie je flesjes vullen,” legt Siegurd uit. “Schoner water dat dit ga je nergens vinden. Het stroomt, het is klein en je ziet waar het vandaan komt. De kans dat er een dood hert of schaap in hetzelfde water ligt, is minimaal.” Guido uit Amsterdam stapt naar voren. “Dus we hoeven nu nog niet van onze eigen urine te drinken?” Siegurd, met opgetrokken wenkbrauwen. “Nee jongen, voorlopig nog niet.”
Teguh vindt het een beetje spannend, dat niet-geverifieerde water. De rest van de groep volgt Siegurds advies blindelings op en vult gretig de plastic flesjes met het natuurlijke bergvocht. “Hij zal wel weten waar hij het over heeft,” probeer ik Teguh te overtuigen. Aan de andere kant van de Noordzee geniet Siegurd een reputatie van een van Nederlands’ meest bewierookte bushcrafters. De meeste wandelaars van vandaag woonden al eens een workshop bij van de professionele bosjesman. Vuur maken, hout hakken, messen slijpen of eetbare planten opspeuren - kortom alle vaardigheden die mannen scheiden van jongens - zijn voor Siegurd zowel passie als verdienmodel. Geef de man een pincet en een half rolletje plakband en hij zal zijn weg moeiteloos terugvinden vanuit de diepste krochten van de Amazone. Een klein flesje water vullen op zijn advies durf ik wel aan.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Maarten Albrecht