Allereerst, respect dat je ons ondanks een op vier plaatsen gebroken kaak toch te woord staat!
“Natuurlijk, man. Ik heb onlangs mijn revanchepartij om de MMA-Bellator titel tegen de Braziliaan Rafael Carvalho moeten bekopen met een enorme trap tegen mijn hoofd, waarna het klaar was. Knock-out. Kaak op vier plaatsen gebroken, onlangs geopereerd en de boel is weer aan elkaar gelijmd. Tja, dat hoort er soms ook bij. Lichamelijk gaat het wel weer, van binnen dreunt het nog wat na. Maar het komt wel weer goed.”
Waar ging het mis?
“In vergelijking met eerdere titelgevechten was de voorbereiding gewoon niet goed genoeg. Ik lijd aan het zevenslotensyndroom en spring overal tegelijk in. Ik run in Hoofddorp een sportschool en heb best veel leden en dat vergt veel van je. Daarnaast ben ik de World Fighting League gestart, een platform om kickboksen, boksen en MMA een breder draagvlak te geven. Ook daar gaat veel tijd in zitten. Vroeger ging ik ter voorbereiding op gevechten vijf weken naar het buitenland om mezelf klaar te stomen voor de strijd. Maar omdat het nu zo goed loopt, de gym, WFL en ik mezelf fysiek nog top voel, zat ik in zo’n positieve flow dat ik dacht ik dat ik dit ‘erbij’ kon doen. Dat bleek niet het geval. Wanneer hoofdzaken bijzaken worden, dan moet je misschien toch nog eens een keer goed nadenken voordat je de ring instapt.”
Een op vier plaatsen gebroken kaak is niet niks. Welke andere blessures heb je in de ring opgelopen?
“Heb je even? Ik heb mijn handen meerdere keren gebroken door het slaan, door het MMA. Daar zitten schroeven en platen in. Er is ooit twee liter bloed van achter mijn longen vandaan gehaald. Ik heb mijn kaak eerder gebroken en op mijn gezicht overal hechtingen zitten, vooral bij mijn wenkbrauwen. Dingen gescheurd in mijn knieën en enkels. Noem het maar op of ik heb het wel gehad.”
Wat bezielt iemand om dan toch steeds weer de ring in te stappen?
“De sport is de kick. Een voetballer stapt ook iedere wedstrijd weer het veld op in de wetenschap dat hij zijn enkelbanden, hamstring of meniscus kan afscheuren. Maar weerhoudt hem dat? Dat is precies hetzelfde, hij doet dat omdat de sport geweldig is.”
Dat is waar, maar die krijgt als duels volgens de regels gaan geen klappen van tegenstanders.
“Maar wel trappen. Een voetballer vecht ook. Op het veld om de bal, maar ook wanneer hij een blessure oploopt. Hij vecht om te herstellen, om terug te keren op het veld. Kickboksen is net als voetbal primair een sport. Ik spreek dan ook liever niet van vechtsporters, maar van atleten. Wanneer ik aan het trainen ben of in de ring stap, ben ik echt met mijn sport bezig. Maar wanneer ik vervolgens een klap krijg, dan start het mentale gedeelte. Hoe ga je om met de pijn, ga je neer, ren je weg, of ga je door? Dát is vechten. Iedereen vecht in zijn of haar leven ergens voor. Voor een goed leven, voor die promotie op je werk, voor je gezondheid,voor je gezin. Vechten is het mentale gedeelte in je hoofd dat je ertoe aanzet om door te gaan. De sport die wij beoefenen is dan ook in eerste instantie echt gewoon sport. Het vechten start pas in de ring.”
Hoe ben jij met kickboksen in aanraking gekomen?
“Mijn oom was kickbokser, dus ik wist op jonge leeftijd al van de sport af, maar in eerste instantie was ik - geboren in Paramaribo en opgroeiend in het Rotterdamse Delfshaven - vooral gek op voetballen. Ik was een goede spits die zijn goals meepikte. Op mijn 12de verhuisden we naar Zaandam en daar werd ik gescout voor de voetbalschool van AZ, maar net op dat moment brak ik mijn enkel. Die blessure betekende het einde van mijn voetbaldroom, maar bracht me wel op het kickboks-pad. Het heeft zo moeten zijn.”
Zeker, want met een kickbokswereldtitel, twee MMA-wereldtitels en een verleden in de K1 behoor je tot de groten in de sport.
“Niet slecht hè voor iemand van 1.76 meter? Vooral aan mijn optredens in K1 bewaar ik geweldige herinneringen. Met tegenstanders als Karaev, Slowinski en Remy Bonjasky was ik altijd in de positie dat ik qua lengte de underdog was. Twintig centimeter meer lengte betekent ook meer reikwijdte om klappen of trappen te geven en dat is echt een voordeel. Maar ik heb altijd een enorme drive gehad om het te maken, trainde ontzettend hard om het beste uit mezelf te halen. Dat ik toch dat niveau gehaald heb en die partijen heb kunnen vechten is fantastisch.”
Je wordt dit jaar 41 en nadert het punt dat je actieve sportcarrière ten einde komt. Moeilijk?
“Nee, ik draai al bijna 25 jaar mee in deze wereld en heb alles wel meegemaakt. Ik ben nog niet klaar, maar heb met mijn gym en WFL wel die volgende stap gezet. Ik heb het geluk dat veel mensen me kennen, in het kickbokswereldje, maar ook daarbuiten. Men weet dat ik altijd alles heb gegeven voor de sport, dat ik een groot vechtershart heb en dat ik een rolmodel voor anderen kan zijn. Daarom begeleid ik talent in de gym. WFL is opgezet om de sport een groter podium te geven. De eerste edities verliepen goed, maar vanaf nu kunnen we door de deal met tv-zender Spike de wedstrijden ook op tv uitzenden en echt knallen. Zo hebben we komende editie de afscheidswedstrijd van K1-legende Peter Aerts, die zijn fans nog één keer wil laten zien wat hij kan.”
Hoe belangrijk zijn die uitzendingen op televisie?
“Heel belangrijk. Ik geloof écht dat kickboksen qua populariteit op tv het nieuwe darts kan worden. We hebben in Nederland veel talent rondlopen en er is soms maar één nieuwe kampioen nodig om een sport verder te lanceren. Bij darts was dat eerst Van Barneveld, nu is dat Van Gerwen. Dat kan bij kickboksen en MMA ook."
‘Voetballers krijgen in de jeugd al een contract om rond te komen... ...waarom zou dat niet ook bij kickboksen kunnen?’
Je zegt dat er genoeg talent rondloopt in Nederland. Waarom komt dat er dan soms toch niet uit?
“Dat zit hem vaak in allerlei omstandigheden in de privé-situatie. Een lastige sfeer thuis, moeite met leren op school, gebrek aan geld, noem het maar op. Daar kun je bij helpen, maar dan moet je wel bij de basis beginnen. Kickboksers die aan wedstrijden meedoen, krijgen daar een bepaald bedrag voor, als ze winnen meestal nog een bonus. Maar met één gevecht in de drie maanden is dat nooit genoeg om alleen met je sport bezig te zijn. En dan krijg je dat mensen wellicht gaan hosselen om geld bijeen te sprokkelen en dan kunnen talentvolle sporters tussen wal en schip vallen. Doodzonde, want het is te voorkomen.”
Hoe?
“Kijk naar het voetbal. Daar krijgen talenten in de jeugd al een contract, niet veel geld, maar genoeg om rond te komen zodat ze hun tijd verder kunnen besteden aan school en aan de sport. Dat scheelt alles. Waarom zou dat niet ook bij kickboksen kunnen? Met WFL bied ik niet alleen een podium voor talent, maar ook een salaris en een minimaal aantal gevechten, zodat ze de pure motivatie houden om met de sport bezig te blijven. Je zult zien dat dit een enorm kruisbestuivende werking heeft. Jonge kickboksers zien dat die jongens geld verdienen met hun sport, dat ze een huis kunnen kopen en zelfstandig zijn. Dat motiveert als een malle. Door de tv-deal met Spike, steun van WFL-ambassadeurs Ernesto Hoost, Sem Schilt, Remy Bonjasky en Peter Aerts, die vanuit hun landelijke netwerk of eigen sportscholen talenten aandragen, en mijn eigen inzet, ben ik vastbesloten kickboksen in Nederland het podium te geven dat het verdient. En geloof me, dat gaat lukken ook!”
- Rick Nederstigt