Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Op bezoek bij motorclub No Surrender: 'Dit is geen club van booskijkers'

Op bezoek bij motorclub No Surrender: 'Dit is geen club van booskijkers'

Motorclub No Surrender creëert onrust. Het aanstellen van Willem van Boxtel (foto rechts) als president van hun Amsterdamse chapter zou weleens een dikke middelvinger van oprichter Klaas Otto kunnen zijn naar Big Willems ex-club de Hells Angels. “Onzin,” zegt Otto: “Ik ben zelfs naar de Angels gegaan om hen gezichtsverlies te besparen.” We spreken Klaas Otto en Big Willem tijdens de feestelijke inhuldiging van No Surrender chapter nummer acht.

Een handvol No Surrender-leden staat voor het zwarte hek van hun clubhuis in Zundert. Ze kijken ons nieuwsgierig na als we hun parkeerterrein opdraaien. Hun honk, dat op 18 oktober 2011 nog ernstig werd toegetakeld tijdens een massale inval van speciale eenheden, ligt er nu weer fraai bij. Aan de achterkant van het gebouw steken silhouetten van in zwart leer geklede mannen scherp af tegen een witte feesttent. Housemuziek schalt door de openstaande deur. Vanavond krijgen zo’n vijftien nieuwe No Surrenderleden, allen van Marokkaanse en Turkse afkomst, hun colors. Het is bijzonder dat we erbij zijn. Er is al veel gespeculeerd over deze jonge, explosief groeiende nieuwe club, maar tot nu toe hielden ze de gelederen gesloten voor alle media. Oprichter Klaas Otto stuurde gisteren een sms: “Nu maar hopen dat ook jij ons niet overlaadt met alleen maar kutvragen.”

Ciganos – de kampers

Toen eind februari in het nieuws kwam dat Willem Holleeder, Dick Vrij en Willem van Boxtel zich gingen verenigen in een nieuwe motorclub, stond de naam No Surrender in één klap op de kaart. De geruchtenmachine in de misdaadjournalistiek draaide op volle toeren.

Wat moeten een ex-crimineel, een vechtsporter die diezelfde ex-crimineel niet lang daarvoor een beuk had verkocht en een gevallen boegbeeld van de Hells Angels die ervan verdacht werd diezelfde ex-crimineel ooit te hebben willen vermoorden in vredesnaam in één motorclub? Dat moest een geintje zijn, dacht men, bedoeld om misdaadjournalist en MC-criticus John van den Heuvel te dissen. Fout. Toen nieuwe chapters van No Surrender als paddenstoelen uit de grond begonnen te schieten wist men dat het menens was. En toen Willem Holleeder er al snel achter was dat hij toch liever op een scootertje zat en ook Dick Vrij zich terugtrok als sergeant in arms, was de naam No Surrender gevestigd. Met als enige overgebleven MC- BN’er: Big Willem van Boxtel, de in 2004 in bad standing afgezette ex-president van de Hells Angels. Na het vertrek van Holleeder en Vrij werd het even rustig in de media, maar toen afgelopen Pasen een aantal Hells Angels en No Surrendermembers tegen elkaars vuisten aanliepen op de Amsterdamse Wallen, waren de mediarapen opnieuw gaar: ‘Oorlog motorbendes dreigt,’ kopten kranten en tijdschriften. De nieuwsgierigheid naar de club No Surrender en oprichter Klaas Otto bereikte een kookpunt. Wie zijn die gasten?

President Johan en vicepresident Janus ontvangen ons. Janus geeft, meteen na binnenkomst, een bliksemtour door z’n clubhuis dat al behoorlijk gevuld is met rijkelijk getatoeëerde kerels in gloednieuwe No Surrender-hesjes. Onder hen ex-kickbokser Lloyd van Dams. “Ik miste de adrenaline na m’n vechtsportcarrière,” zegt hij, “die krijg ik hier een klein beetje terug.” Vicepresident Janus (‘Ik vind het positief dat jullie dit feestje komen meemaken’) stuift voor me uit naar de tweede verdieping, waar de membersroom zich bevindt. Het is een ruime, strak ingerichte kamer, een groot logo van No Surrender aan de wand. De vergadertafel biedt plaats aan wel vijftig man. Erboven hangen twee kristallen kroonluchters, volgens Janus een verwijzing naar de smaak van woonwagenbewoners. Ciganos betekent zigeuners en dit chapter is ontstaan vanuit kampers, ook wel ‘reizigers’ genoemd. Met z’n strakke, moderne inrichting wijkt dit clubhuis af van die van andere MC’s, die meer weghebben van rommelige, ouderwetse roversholen.

Losrifinos – de Riffers

Op de gang hijst een buikdanseres zich in haar rokken. Marokko en Turkije staan centraal vanavond dus er zijn acts en er is muziek uit die contreien. President Johan heeft een tafel laten vrijmaken waar snel een doek overheen wordt gehaald. Hij biedt drank en voedsel aan. “Jullie krijgen halal-eten vanavond,” legt hij uit. “Uit respect voor onze moslimbroeders.” Wachtend op de komst van oprichter Klaas Otto (‘Liever geen foto’s maken voordat hij er is’), gaat het gesprek al gauw over de situatie in Duitsland, waar Hells Angels, Bandido’s en Satudarah-leden behoorlijk met elkaar in de clinch liggen. “Daar is het anders dan hier,” zegt Johan, “de jongens die daar de MC’s oprichtten, zaten toen al in de prostitutie. Dan begin je zo’n club met een totaal andere intentie. Hier in Nederland hebben de clubs die achtergrond niet hoezeer de overheid ook probeert ons die hoek in te drukken.”

Big Willem van Boxtel temidden van z'n Amsterdamse No Surrender chapter: "Over de locatie van ons Amsterdamse clubhuis houden we nog even een laag profiel."

“Hey, welkom, heb je ’t al een beetje naar je zin?” De vraag komt van een breedgeschouderde, niet al te lange, donkerharige man die ons peilend opneemt. Wat hij mist aan lengte, compenseert hij met intensiteit. Deze lichtelijk op de Amerikaanse maffia-acteur Joe Pesci lijkende kerel met z’n doordringende blik moet Klaas Otto zijn: de rijzende ster in de MC-wereld die de afgelopen drie maanden zoveel stof heeft doen opwaaien. Nadat hij heeft geconstateerd dat we te eten en te drinken hebben, zegt hij in onvervalste Brabantse tongval: “Ik moet even een praatje houden en de nieuwe jongens hun jasjes geven, daarna gaan we boven kennismaken.”

HET NIEUWE LOSRIFINOS-CHAPTER WORDT OPGESPLITST IN EEN MAROKKAANSE EN TURKSE AFDELING

Hij pakt de microfoon en verwelkomt de leden van het nieuwe chapter. Hij legt uit dat het Turks/Marokkaanse chapter dat vanavond opgericht wordt de voorbode is van een veel groter chapter dat Losrifinos – verwijzend naar het Rif-gebergte waar veel van hun voorvaderen vandaan komen – gaat heten. Later zal dit nieuwe chapter worden opgesplitst in een Marokkaanse en Turkse afdeling. De vijftien nieuwe leden zullen eerst grondig worden ondergedompeld in de sfeer, visie en beleid van No Surrender. Daarna worden zij de ‘mentors’ van zo’n 150 jonge Turken en Marokkanen die binnenkort prospect worden en over een maand of zes full member. Die zullen dan helpen om twee internationale chapters in Marokko en Turkije op te richten, uiteindelijk resulterend in vier Losrifinoschapters. Na het uitreiken van de jasjes, dat snel en zonder veel ceremonieel gaat, knalt opzwepende Arabische muziek uit de boxen. De nieuwe members lopen trots gearmd naar de bar om te drinken op hun toetreding. Big Willem van Boxtel, oprichter en ex-president van de Hells Angels loopt langs. Hij begroet Klaas Otto, omarmt hem stevig en verklaart plechtig terwijl hij naar hem wijst: “Deze man heeft mij weer sterk gemaakt.” Otto grinnikt en wurmt zich los uit Willems houdgreep. “Kom, we gaan naar boven,” zegt hij. “Willem, kom jij er straks ook bij zitten,” roept hij.

‘Je moet financiële rek hebben’

Onderaan de trap staan twee mannen. “Iedereen tegenhouden die naar boven wil,” zegt Klaas tegen ze. “Ik wil even rustig praten voordat ik te dronken ben, begrepen?” De mannen knikken en gaan schouder aan schouder voor de trap staan terwijl we naar boven lopen.

Aan de grote vergadertafel vertelt Otto, sneller pratend dan z’n schaduw, over z’n achtergrond. “Ik ben een autohandelaar, een woonwagenkampbewoner en voormalig Satudarah-lid, afdeling Ciganos. Ik ben een echte kamper met een heel grote familie maar heb slechts met weinig van hen contact. Ik bepaal zelf met wie ik omga. Vanaf 2009 ben ik het MC-wereldje ingerold toen men me vroeg bij Satudarah te komen. In 2010 ben ik hier m’n eigen chapter begonnen.

'DE LEDEN BETALEN CONTRIBUTIE, DAAR ONDERHOUDEN WE HET CLUBHUIS VAN EN BETALEN WE DRANK VAN VOOR FEESTEN'

Ex-kickbokser Lloyd van Dam is een oude bekende van ex-K1-verslaggever De la Haye: "Ik miste de adrenaline na m'n vechtsportcarrière."

De jeugd van de nieuwe MC-leider speelde zich vooral op straat af: “Vroeger was ik een straatschoffie, vanaf m’n 17de was ik al portier. Ik werd een echte straatvechter waardoor ik regelmatig in contact kwam met de politie. Ik was niet de meest tolerante toen. Motorclubs vond ik allemaal maar een stelletje booskijkers. En kickboksers een zootje lamlullen. Ik pakte ze allemaal aan, zag nergens gevaar in. Inmiddels heb ik wel respect voor kickboksers en motorclubs. Maar toen totaal niet.” Toetreden tot het MC-wereldje ging niet zonder consequenties voor autohandelaar Klaas Otto: “Je moet wel wat financiële rek hebben,” constateert hij droog. “Als MC-national verdien je echt helemaal niks. Er wordt contributie betaald door de leden, daar onderhouden we het clubhuis van en betalen we drank van voor feesten. Verder zijn er geen inkomsten. Als je uit de MCwereld inkomsten zou willen genereren, heb je het verschrikkelijk moeilijk want iedereen houdt je in de gaten. Kijk maar hoe het met mijn autobedrijf is gegaan. Sinds ik in de MC-wereld ben gestapt, heb ik bezoek gehad van zowat elke fiscale opsporingsorganisatie die Nederland rijk is, waaronder natuurlijk de Fiod. Ze gaan me nu aan zo veel regeltjes houden en helemaal kapot controleren dat het voor mij handiger is m’n bedrijf in Spanje voort te zetten.”

In november 2011 was er een massale inval in z’n clubhuis. Klaas Otto was er zelf niet bij omdat hij, voordat ze met een legervoertuig z’n clubhuis binnenreden, ‘met een helikoptertje en arrestatieteam van de snelweg werd geplukt’. Hij grinnikt als hij eraan terugdenkt: “Dat was wel spectaculair. Janus reed, ik zat ernaast. Janus zei: Wat is het stil op de snelweg en waarom zie ik alleen nog Mercedessen? Ze reden ons klem, boven ons hing een helikopter.

We stapten uit de auto, ze deden m’n handen op m’n rug en legden m’n kop op de deur. Ze hielden m’n kop vast en met een zaklamp slaan ze zo twee ribben stuk. Om nul reden. Ze brachten me naar het politiebureau en nadat een arts had geconstateerd dat ik twee gebroken ribben had, hebben ze me negen dagen laten zitten in m’n cel. Liggen ging niet. Achteraf zeiden ze dat ik me had verzet tegen de arrestatie, maar dat is helemaal niet waar. Wat doe je nou tegen een heel leger politiemannen met uzi’s?”

‘Schijt aan de overheid’

De reden voor de inval in het clubhuis in Zundert bleek achteraf het gevolg te zijn van een aanklacht voor bedreiging van een portier. Otto: “Ik heb die man met geen vinger aangeraakt, gewoon gevraagd waarom ik niet naar binnen mocht. Daar zijn ook gewoon beelden van. Die portier maakt dat veertig keer op een avond mee maar mij leverde dat vier maanden gevangenisstraf op. De politie maakt van mij een probleem, wat ik niet ben. Ik heb maar heel weinig vastgezeten in m’n leven maar het functioneert gewoon niet lekker tussen justitie en mij. Ze hebben jongens uit m’n omgeving als kroongetuigen opgeroepen om iets over mij te zeggen. Eén daarvan was een vriend.” Heel rancuneus is Otto daar niet over: “Het is niet zo dat er mensen in mijn omgeving vrijwillig naar justitie zijn gegaan en hen hebben aangeboden iets over mij te vertellen. Ze worden benaderd en onder druk gezet. En als je met wat tips een gevangenisstraf van negen jaar kunt ontlopen, snap ik wel dat je een dilemma hebt. Negen jaar is best een rukkie, of niet?”

Bas (midden) is sergeant at arms van het Amsterdamse chapter.

Terugkijkend op z’n Satudarah-tijd, concludeert Otto dat het niet helemaal ‘zijn’ club was: “Voor mij verschillen Satudarah en de Angels niet zoveel.

Het zijn prima clubs, alleen het bestuur is een beetje vergrijsd. Stel wij zijn het bestuur en nemen beslissingen, maken afspraken met andere clubs maar geven dat niet door aan de mensen die beneden zitten… Dan zijn we toch verkeerd bezig? Dat gebeurt bij Satudarah en ook bij de Hells Angels. Daarom gaat het soms mis. Wat mij betreft mag het wel wat gezelliger en ook transparanter.” Hij pauzeert even, iets wat hij niet vaak doet, en vervolgt: “Weet je waar ik echt een pesthekel aan heb? Mannen in de MC-wereld die het lopen te verpesten voor iedereen. Meestal van de oude garde of oprichters die strijdkreten roepen en zelf in de maatschappij of op straat niets voorstellen. Mannen die in hun colors slapen omdat dat het enige is wat ze hebben. Door brothers met een mindere rang worden die gasten vaak onterecht serieus genomen. Door die strijdkreten, die ze zelf helemaal niet waar kunnen maken, komt iedereen in de MC-wereld onder de loep te liggen.”

No Surrender is, net als Satudarah, een multiculturele club.

De deur gaat open en een member komt binnen. Beneden barst een rapper los. De tekst is moeilijk te horen maar het zinnetje ‘Schijt aan de overheid’, is goed verstaanbaar omdat het luidkeels door iedereen wordt meegebruld. “Mensen moeten zich omkleden Klaas, mogen ze naar boven komen?” Hij antwoordt: “Alleen artiesten mogen naar boven komen, verder niemand, ja?” De man vertrekt en even later komen een blondine en brunette de trap op die in een mum van tijd topless rondlopen, hun tepels versierd met glinsterende sterren. “Zie je hoe het hier gaat?” zegt Klaas.

“Ik loop lekker tussen die jongens in en ik ben voor iedereen aanspreekbaar. In tegenstelling tot Satudarah en de Hells Angels, heeft No Surrender maar één national (de overkoepelende baas, red.) en dat ben ik. Ik hoef dus alleen met mezelf te discussiëren. Soms sta ik dan voor de spiegel, vraag ik of het goed gaat, zeg ik ja, en is de vergadering weer afgelopen. Heel overzichtelijk allemaal. Deze club heb ik in tien weken neergezet. Zo moeilijk is het allemaal niet. Als je oud en vergrijsd bent, doe je er twintig jaar over. Als je wat daadkrachtiger bent, gaat dat een stuk sneller.”

Klaas Otto (midden) verwelkomt de Turkse Jilmas met zijn toetreding tot het Losrifinos-chapter van No Surrender.

‘Big Willem is onschuldig’

Bij een opstartende motorclub is het makkelijker lid worden dan bij een motorclub die al lang bestaat hetgeen deels ook de explosieve groei van No Surrender verklaart. Nieuwkomers in de MC-wereld hoeven bij deze club niet een jaar rond te hangen voordat ze hun colors krijgen. Toch is het geen willekeur wie wel of niet wordt toegelaten volgens Klaas Otto: “Als ik had geëist dat iedereen bij No Surrender eerst een jaar moest rondgehangen voordat ze lid werden, had ik een jaar in m’n eentje met zo’n vestje rondgelopen. Dat schiet natuurlijk niet op. We zitten in de opstartfase en dit zijn vrijwel allemaal jongens die ik al vanaf m’n 16de jaar ken, eigenlijk al heel m’n leven.

Degenen die ik niet ken, zijn binnengebracht door oude vrienden die voor hen garant staan. Als de opstartfase over is, duurt het wel minimaal een jaar voordat je full member kunt worden.”

Over de komst en het vertrek van Willem Holleeder en Dick Vrij is wild gespeculeerd in de media. De meest gangbare theorie is dat het duo diende als een pr-stunt om No Surrender snel op de kaart te zeggen. Klinkklare nonsens, volgens Otto: “Jij hebt je toch ook weleens opgegeven voor iets waar je achteraf helemaal de tijd niet voor had? Ik ken Dick al zeventien jaar, ik mag hem graag. Hij zei heel enthousiast: Leuk, ik doe mee. Natuurlijk heeft hij zich niet gerealiseerd wat het inhield. In een MC zitten is meer dan een beetje rondrijden op een motorfiets. Het kost tijd en geld. Tijd heeft hij veel te weinig en hij is druk met z’n vechtsport en sportschool. Willem Holleeder paste al helemaal niet bij ons. Hij hobbelde maar wat achter Dick aan, maar hij had helemaal geen inbreng. Uiteindelijk heb ik zelf de stekker eruit getrokken en gezegd: Jongens, even goeie vrienden hoor, maar jullie passen echt niet in dit wereldje.

'JULLIE STAAN STRAKS VOOR LUL, MAAR IK NEEM HEM TOCH AAN'

Willem van Boxtel, president van het Amsterdamse chapter, is volgens Klaas Otto volkomen onterecht in bad standing uit de Hells Angels gezet in 2004. Berichten – recent nog in de Nieuwe Revu – die melden dat Klaas Otto met het installeren van Big Willem een dikke middelvinger naar diens vorige club trekt, kloppen niet volgens hem. “Wie heeft ooit gezegd dat je als je in bad standing uit een club wordt gezet niet meer terug mag keren in het MCwereldje? Wie maakt die regels? Ikke niet. De Hells Angels? Ik zal je een primeur geven. Voordat ik Willem benaderde, heb ik een ontmoeting gehad met de Angels. Ik ken veel van die jongens omdat ik vroeger vaak op clubavonden kwam, zo ken ik Willem ook. Ik heb bij dat gesprek aangegeven dat ik Big Willem ging aannemen. Letterlijk zei ik: Jullie staan straks voor lul maar ik neem hem toch aan. Ik had nieuwe bewijzen bij me, bewijzen die zelfs Big Willem niet had, van z’n onschuld. De Angels bekeken die bewijzen en beaamden dat Big Willem onterecht de club uit was gezet. Ze zeiden: Geef ons twee weken de tijd voordat je actie onderneemt. In die twee weken gebeurde er iets waardoor er wat spanningen ontstonden (Otto wil niet bevestigen of de knokpartij afgelopen Pasen op de Amsterdamse Wallen tussen Hells Angels en No Surrender-leden daar een gevolg van was, red.), puur door hun slechte communicatie. Het bleek dat ze niet hadden doorgegeven aan de club dat wij in gesprek waren. Als ze nou gewoon op een clubavond hadden gezegd dat ze samen met No Surrender een oplossing zochten om gezichtsverlies te voorkomen, waren die spanningen er niet geweest. Nu wisten maar vier man het. Het contact is nu vanaf hun kant weer verbroken en dat is jammer.”

Klaas Otto helpt de Marokkaanse Abdul in z'n gloednieuwe Losrifinos-hesje.

Harry S. pleegde een coup

Klaas Otto staat op en loopt naar de trap. “Kun je Willem vragen of hij erbij komt zitten?” brult hij naar beneden.

“O ja, en die fotograaf mag nu ook naar boven.” Tien minuten later komt de grote man binnen. Hij gaat erbij zitten en luistert rustig naar Otto die net aan het uitleggen is wie verantwoordelijk is voor de onrust in de MC-wereld: “Naar mijn mening, en dit komt uit mijn mond, is Harry S. de agressor in heel de MC-wereld. Ik zal je nog een primeur geven, ik heb toch schijt aan die man, Harrie S. heeft destijds een coup gepleegd bij de Hells Angels en hij is er verantwoordelijk voor dat Willem onterecht bad standing heeft gekregen. Sinds hij het voor het zeggen heeft, zijn alle MC’s weer boos naar elkaar gaan kijken. Willem hield het juist rustig.” Big Willem knikt bevestigend: “Ik beaam dit met volle sterkte. Ze wilden me gewoon weg hebben omdat ze, onder leiding van Harry, een ander beleid wilden hebben, wat voor beleid laat ik dan maar even in het midden. Ik had al jaren het gevoel dat ze flink aan m’n stoelpoten aan het zagen waren maar ik dacht altijd: ik ben de oprichter van de Hells Angels Amsterdam, ik heb een goed contact met iedereen in de motorwereld, ik hou het al een hele tijd rustig en gezellig, dus er gebeurt mij niks. Ze hebben een wild verhaal, waarvan later bleek dat het verzonnen was (dat hij een bom onder Angels Place wilde leggen om Holleeder om te brengen, red.) aangegrepen om me eruit te werken.”

“Willem is een boegbeeld in de MCwereld,” zegt Klaas Otto. “Als daar een paar normaal denkende mensen aan tafel hadden gezeten hadden ze gezegd: Willem, een paar dingen zijn niet zo netjes gegaan. We maken jou erelid. Je hebt het 35 jaar gedaan, hebt de club opgericht, bent een Angel in hart en nieren, zo blijf je aan de club verbonden. Maar er zat een plan achter. Ze moesten van hem af. Om zelf het roer over te nemen.”

'ACHTERAF HAD IK NIET AKKOORD MOETEN GAAN MET GOOD STANDING MAAR MOETEN KNOKKEN VOOR MIJN LEVEN'

“Harry S. en z’n bende,” knikt Big Willem. “Verder noemen we geen namen. Nog even over die bad standing-status. Tijdens een vergadering was ik ermee akkoord gegaan om in good standing de club te verlaten. Dat was omdat ik een, door mij afgekapte, ontmoeting met Willem Endstra had gehad die me probeerde te strikken voor het omleggen van Holleeder en ik had die verzwegen voor de club. Achteraf had ik niet akkoord moeten gaan met good standing maar moeten knokken voor m’n leven want ik had niks fout gedaan, of heel weinig. Daarna leefde ik in een hel. Ik heb mensen van de Hells Angels klemgereden om met ze te praten, om me te helpen. Ik kende ook wel mensen buiten de club maar die waren er ook niet gerust op hoe het bij de club zou vallen als ze met me om bleven gaan, alles viel lam om me heen.” Na z’n afzetting kreeg Big Willem aanbiedingen van Satudarah en zelfs van de aartsvijanden van de Hells Angels, de Bandido’s. “Ik heb die Bengels altijd het voordeel van de twijfel gegeven en ze uitgenodigd om het met me uit te praten. Ze gingen er niet op in. En toen kwam deze (hij wijst naar Klaas), ik zou haast zeggen verlosser, met het idee om een eigen club te beginnen. Nu ben ik mezelf weer. Ik voel me hier thuis. Hoe zich dit allemaal gaat oplossen in de motorwereld, zal de toekomst leren. Er zijn me dingen aangedaan die niet correct waren. Die dingen moeten op een prettige manier opgelost worden. Of dat gaat lukken? De tijd zal het leren. Wij zijn niet uit op een motorcluboorlog, dit is geen club van booskijkers. De omgang tussen ons en Satudarah is goed, ik was net nog op een verjaardag van een Malessi (oprichter, red.). Ik ben ook niet naar deze club gegaan om een middelvinger op te steken naar de Bengels. Ik ben een clubman en een biker en een goeie president die er alles aan gaat doen om de rust te bewaren in Nederland. De Nieuwe Revu schreef dat No Surrender alleen maar bestaat uit criminelen. Stemmingmakerij en bij elkaar geraapte onzin. Daar doe je onze members die normaal een job hebben tekort mee.” Klaas staat op en klopt Willem van Boxtel op z’n schouder: “Zo, nou is alles eruit. Nu gaan we feestvieren.”

KLAAS OTTO OVER WILLEM HOLLEEDERS KORTE CARRIÈRE ALS VICE PRESIDENT:

Willem Holleeder zou vice president worden van het Amsterdamse chapter van No Surrender, maar dat ging niet door. Klaas Otto: “Willem past niet echt in de MC-wereld, maar ik vind het wel een aardige kerel. Je kunt super met hem lachen, hij heeft veel humor en het was ook wel fijn om een keer iemand te ontmoeten die een grotere neus heeft dan ik.”

Lifestyle
  • Goffe Struiksma