Waar een ongecontroleerde meute van verstomde toeristen en doorgeslagen cadeaujagers elkaar normaal gesproken voor de voeten lopen, heerst in aanloop naar deze kerst een akelige stilte in de Nederlandse winkelstraten. Net als vorig jaar kunnen wij fluiten naar de appelflappen van oma, de spannende onderonsjes met die nieuwe stagiaire op de kerstborrel en de oneindige honderdduizendklappers tussen de lantaarnpalen. In deze tergend saaie feestmaand beleeft een zekere boom een spannender bestaan dan de meesten van ons. Na vijftig jaar groeien en bloeien over de grens, een complexe zoektocht van Nederlandse boomexperts, een emotioneel afscheid van de vorige eigenaar en een organisatie van het kaliber ‘nieuw racecircuit in de Formule 1’, belandt de bekendste kerstboom van Nederland vanavond dan eindelijk op het bekendste plein van Nederland.
Het is 6 december, zeven uur ’s avonds. In het gemeentebusje van Hans van Zurk, geparkeerd naast de Amsterdamse Stopera, is het aangenaam warm. Buiten blaast de ijzige wind de regenspetters tegen zijn voorruit. “Lekker weertje om de grootste kerstboom van Nederland op te tuigen, potverdrie,” bromt de bomenexpert met een grote grijns. We wachten op een signaaltje van de chauffeur, die dadelijk uit Zuid-Holland zal wegrijden met een Nordmannspar van ruim 20 meter hoog op zijn oplegger. “Het is echt een flinke beuker dit jaar.” Met een trotse kop houdt Van Zurk mij zijn telefoon voor. “Moet je kijken.
Dit is echt de kerstboom der kerstbomen. Oordeel zelf maar.”
Op de drie foto’s, eerder vandaag genomen, heffen de mannen van groenleverancier Groen-Direkt het gevaarte op een nog grotere oplegger. De boom, die na vanavond zal doorgaan als het stralende middelpunt van een relatief rustige hoofdstad, ligt al sinds drie weken in het Zuid-Hollandse dorpje Boskoop. Enigszins roemloos ligt hij erbij, op de parkeerplaats van Groen-Direkt, op een afgelegen fabrieksterrein en achter hoge hekken. “Tsja, je weet het nooit met die milieuactivisten,” zegt Van Zurk met zwaar Amsterdams accent. “Ze zullen zo’n gevaarte niet snel stelen, maar je hebt ze er tussen, hoor. Die lui die het zo zielig vinden voor zo’n boom. Maar ja, anders zou die in de versnipperaar verdwijnen.
Nu wordt het een prachtige kerstboom, bewonderd door miljoenen mensen. Dat is toch ook mooi?”
Dé bomenman
Als toezichthouder groenwerk is Van Zurk dé bomenman van Amsterdam. Als er takken in de tramrails vliegen, komt Van Zurk. Als een boom overgroeit in een andere tuin, komt Van Zurk. De duizenden bomen verspreid over stadsdelen Centrum en Oost onderhouden? Van Zurk. “Ik heb een fantastische baan met veel afwisseling, maar je moet er geen problemen mee hebben om ’s nachts uit je bed te worden gebeld voor een omgevallen berk.”
Zorgen dat er elk jaar van begin december tot begin januari een waardige kerstboom op de Dam staat, is ook zijn taak. Maar vanavond noemt hij het geen werk.
“Dit is het toetje van het jaar. De kerstboom op de Dam plaatsen, dat is als Amsterdammer toch een prachtige eer? Zo ziet mijn hele team dat ook, trouwens. We kijken er echt naar uit. Familie, vrienden, ze komen ieder jaar kijken. Die krijgen toch een soort show te zien. Jammer dat het weer een beetje tegenzit, maar daar laten we ons niet door kisten. We hebben weleens erger gehad.” Bij windkracht zeven of lager mogen zijn Amsterdamse hoogwerkers gewoon de lucht in, zegt hij.
‘Dit is het toetje van het jaar. De kerstboom op de Dam plaatsen, dat is als Amsterdammer toch een prachtige eer?’
Over een dik uur zullen de laatste loodjes worden gelegd van een reis die al een ‘jaar of vijf ’ geleden begon. Toen al kwam de huidige Damboom op de radar van Taaf Rosbergen, eigenaar van bomenleverancier Groen-Direkt. De man die verschillende steden al jarenlang voorziet in hun behoefte voor XL-bomen, stuitte op dit ‘prachtexemplaar’ in de zomer van 2016. Niet omdat hij er zelf toevallig langsreed, maar via zijn netwerk van bomenscouts. Want: een kerstboom midden op de Dam, een visitekaartje voor het buitenland, het middelpunt van de stad; dat mag toch wel een boom van een bepaald niveau zijn. En daarom speuren de ervaren boomzoekers van Groen-Direkt het jaar rond naar propere kerstkolossen.
“Maar niet in Nederland,” zegt Van Zurk. “Bij ons groeit er te weinig en is er te veel gedoe rondom kapvergunningen. De Damboom komt altijd uit de Ardennen of, in de meeste gevallen, uit Duitsland.” Makkelijker wordt het er niet op. Volgens Rosbergen moet er steeds verder over de grens gezocht worden naar de ideale kerstboom. “Regio Dortmund, Winterberg, die kant gaan we nu al op. Dat heeft te maken met het klimaat, maar ook met een redelijk nieuwe bomenziekte, veroorzaakt door een kever die in de takken kruipt en het leven uit de boom zuigt. Heel veel bomen gaan daaraan kapot.”
‘Je weet het nooit. De boom die nu de mooiste van de wereld is, kan over twee jaar volledig kaal zijn uitgevallen’
Maar twee geschikt
Tot een meter of 13,14 worden de kerstbomen van Rosbergen gewoon gekweekt. “Alles daarboven is niet rendabel,” stelt de leverancier. “De grote jongens moeten daar te lang voor groeien.” Dus zoeken zijn scouts naar mooie bomen in het wild, of nog liever: in iemands tuin. “Bomen uit het bos hebben altijd een lelijke, platte kant en vangen minder zonlicht dan vrijstaande bomen,” legt Van Zurk uit. Alleen de mooiste bomen halen de eindselectie van twee à drie ultieme kerstbomen.
“Als ik honderd van deze bomen krijg aangeboden, zijn er maar twee geschikt. Bijna elke boom mankeert iets. Heeft veel te maken met de zon en de niet-zon-kant van een boom. We zien amper bomen die volledig rondom mooi vol zijn.” Voor de komende vier jaar heeft Rosbergen de potentiële Dambomen al in zijn vizier. “Maar je weet het nooit. De boom die nu de mooiste van de wereld is, kan over twee jaar volledig kaal zijn uitgevallen.”
En zo belandde het bomenduo in het najaar in een voortuin in het Duitse gehucht Elstorf. “Drie keer springen en je staat in Hamburg, dan heb je een idee,” heldert Van Zurk op. Verder dan normaal dus, maar voor een mooie boom gaat Van Zurk heel ver. “Dan maar vijf uur heen en vijf uur terug. Het is wel een hele mooie.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Paul Tolenaar