Stel: je bent een kleine jongen uit de Randstad en je ouders slepen je in hun verhuizing mee naar een afgelegen, kerkelijk gehucht met het formaat van drie voetbalvelden en een inwonersaantal waar je nog geen amateurtribune mee vult. Als rebelse stedeling val je dan al snel buiten de boot. Zeker als het je grote droom is om later niet predikant, melkboer of vogelverschriker te worden, maar wel de beste clown van Nederland. Of, als dat niet lukt, dirigent. Welkom in de rebelse kinderjaren van Theo Maassen.
“Ik was vroeger nooit, maar dan ook nooit serieus. Er was met mij nooit een fatsoenlijk gesprek te voeren.” Het zijn de woorden van een 29-jarige, vlijmscherpe, maatschappijkritische en reteproductieve versie van Maassen in een oud interview met journalist Maarten Slagboom. Dezelfde versie die wij nu kennen dus, maar die hij allerminst was toen hij zijn mannelijkheid nog moest waarmaken in het Brabantse Zijtaart. Zijn vader, een ijverige zakenman bij de chocoladefabriek van Mars, had zijn zoon graag in zijn voetsporen zien treden, maar sinds hij de grote André van Duin had zien optreden in theater De Blauwe Kei wist Maassen het zeker: later zou ook hij een heel grote meneer worden op het podium.
Op de middelbare school in Veghel ontbrak het Maassen aan iedere vorm van concentratie en interesse. Tenzij er een potje handbal werd gespeeld of naar Neerlands Hoop of Van Kooten & De Bie werd geluisterd. Met zijn vriendengroepje was Maassen productiever, vooral met het waarmaken van zijn reputatie als Veghelse student: eindeloos rondhangen in winkels, voorbijgangers lastigvallen en kansloos naar meisjes gluren. “Als het niet lukte of je niet durfde om een meisje mee uit te vragen, kwam je uit bij Agnes van Deursen, want die wilde altijd wel,” onthulde de cabaretier 25 jaar geleden. In datzelfde, zeer openhartige interview neemt Maassen ons mee naar de avond dat hij een echte man werd. “Op m’n 16de ging ik voor het eerst met een meisje naar bed, maar dat is zo’n onduidelijke ervaring, onhandig gestuntel, zo vaag dat je niet eens weet of ie d’r wel in heeft gezeten. Zo rond m’n 20ste had ik voor het eerst verkering. Toen had ik voor het eerst ’t idee dat ik wist waar ik mee bezig was. Bewust neuken!”
Te ver gegaan
Toeval of niet: in dezelfde periode dat Maassen leerde hoe het vrouwelijk geslacht te neuken met zijn volle bewustzijn, begon ook zijn carrière te lopen. Met het idee dat acteren hetzelfde is als niet serieus zijn, liegen en onzin verkopen allemaal zaken waar Maassen in uitblonk - trapte de Brabander op de planken van Academie voor Drama in Eindhoven zijn nieuwe leven af als fulltime praatjesmaker. Dat die beslissing zou uitmonden in zijn huidige heldenstatus als één van de beste, succesvolste en meest omstreden cabaretiers uit de polder, verbaast Maassen zelf ook nog steeds. “Ik lijk helemaal niet op een cabaretier,” gaf hij in 2002 eerlijk toe aan Vrij Nederland. “Ik vind mezelf niet iemand met een heel komische uitstraling.
Zeg nou zelf, ik zie eruit als een basketballer. Ik ben geen underdog; hartstikke groot, en niet echt lelijk, zoals de meeste cabaretiers. Eigenlijk is het een raadsel dat ze om me moeten lachen.”
Van de typische theatervaardigheden moest Maassen het in zijn studietijd ook al niet hebben. Bewegingslessen, zingen en al helemaal de wekelijkse kringgesprekken waar twijfels worden uitgewisseld, de student bakte er drie keer niks van. Zijn superkracht deed hem alsnog boven zijn klasgenoten uitstijgen: improvisatie. Een prachtig bewijs uit vervlogen tijden: “Laatst in Eindhoven praatte ik met een meisje op de derde of vierde rij. Door die lampen op m’n gezicht kon ik haar gezicht niet helder zien, maar aan haar stem te horen was ze een jaar of 19,20. Ik was een beetje aan ’t uitdagen, aan ’t sjansen. Op de een of andere manier ging het veel verder dan anders, vroeg ik of ze al een nat slipje had en zo. Ze reageerde ook leuk, ze was echt partij. Op een gegeven moment vroeg ik: Die jongen naast je, is dat je vriend? Het was haar broer, dus ik vroeg hou oud ze dan was. 12, zei ze. Fok! Ik ging door de grond, was echt veel te ver gegaan voor een meisje van 12. Ze bleek daar met haar broertje en haar ouders te zitten: het gezin was een avondje uit. Er ging een hele tijd overheen om dat weer te herstellen. Even had de hele zaal een hekel aan me.”
Toeschouwer pijnigen
Toen Maassen in 1997 verhuisde naar Eindhoven om van daaruit de rest van Nederland te veroveren, had hij al drie avondvullende shows op zijn naam staan. Volgens de schrijvende pers blonk de jonge Maassen uit door zijn hoge grapdichtheid, timing, flair en contact met het publiek, maar berucht maakte de comedian zichzelf vooral met zijn krankzinnige fratsen. Zijn jongeheer tentoonstellen bij een volledige stoet reclamewagens in hartje Eindhoven bijvoorbeeld. Of een vrouw betasten op het podium nadat zij te laat is binnengekomen bij zijn show, precies tijdens zijn scène over vingeren.
Of met de gestolen UEFA-cupbe-ker van 1978 uit de prijzenkast van PSV pronken in een uitzending van Studio Sport. Intussen lanceerde hij ook een acteercarrière, aanvankelijk met bijrolletjes in All Stars en Zwartboek. Later ook met grotemannenrollen in TBS, Het Geheim en Doodslag. Als fictief personage genoot Maassen ervan ‘helemaal tot rust' te komen, terwijl het er in zijn theatershows steeds wilder aan toeging. Met zijn vijfde show Tegen beter weten in was hij in 2006 harder en directer dan ooit tevoren. Dat leverde hem de lovende stempel van ‘enige solist na de hegemonie van Freek de Jonge en Youp van ’t Hek die met diepgang en humor een avond kan boeien en het publiek aan het denken kan zetten’. Of zoals de Volkskrant de grappen van Maassen zo poëtisch verwoordde: ‘Terwijl veel theatermakers een vinger aan de pols van de tijd houden, draait Maassen de pols bijna om.
Hij doet pijn, pijnigt de tijd en de toeschouwer, en zet de geest hardhandig in werking.”
Een cabaretier, zeker eentje die graag de grens opzoekt, raakt vanzelf verstrengeld in de eeuwige discussie: wat kan je wel en niet zeggen? “We moeten ons niet gek laten maken,” zei Maassen hier jaren geleden al in klinkklare taal over. “Cabaretiers of cartoonisten moeten ook niet extra stoer gaan doen, maar we moeten moslimgrappen ook niet gaan vermijden.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- ANP