Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Geiten

Vooruit met de geit

In het oosten van Java gooit een inheemse stam nog altijd een halve veestapel in de vulkaan om de goden te plezieren. Dat zorgt elk jaar weer voor een hoop gemekker, dat begrijpt u wel.

Elk jaar is het één keer een drukte van jewelste op de flanken van de Bromovulkaan, een flinke jongen van bijna 2400 meter hoog. Nu is het zelden rustig bij deze toeristische trekpleister – als u al eens een rondreis door Indonesië maakte, hebt u ’m waarschijnlijk ook beklommen om vanaf de top de zon op te zien komen. Maar op dit moment, bij volle maan in de tiende maand op de kalender van de Tengger-stam, is het filelopen op de vulkaan. Dan baant die stam zich namelijk een weg naar boven, met rijst, fruit, groenten en zelfs levende geiten op de rug. Boven aangekomen, aan de rand van de krater, smijten ze dan alles naar beneden, als offer aan de goden. Doen ze dat niet, zo geloven zij, dan zal hun toorn niet mals zijn, in tegenstelling tot het geitenvlees.

Het is een eeuwenoude traditie, die zoals elke traditie ergens moet beginnen. In het geval van de Tengger-stam moeten we terug naar de vijftiende eeuw, toen – en nu vertellen we even een minisprookje – een of andere prinses maar niet zwanger wilde worden van haar man en zich ten einde raad tot de goden wendde. Laat het die stam niet horen, maar het bleek nogal een onhebbelijk kreng te zijn. Want mevrouw smeekte niet alleen om zwanger te worden en om één gezond kind op de wereld te zetten, nee, ze wilde er meteen 25. En verdomd als het niet waar is: ze kreeg nog haar zin ook. Op één voorwaarde: dat het 25ste kind werd geofferd en zonder pardon de vulkaan in werd gegooid. Prima, dacht het kreng: 24 kinderen zijn ook goed, eentje kunnen we best missen.

Aan de rand van de krater smijten ze van alles naar beneden, als offer aan de goden. Doen ze dat niet, zo geloven zij, dan zal hun toorn niet mals zijn

En zo gebeurde het dat het 25ste kind, een jongen, op een dag een aanloop nam en in de borrelende lava dook, maar niet nadat hij zijn broers en zussen had opgedragen om bij volle maan aan het begin van de tiende maand zo’n zelfde offer te brengen, bijvoorbeeld door een paar geiten over de rand te smijten. Aan die oproep, een ritueel dat Kasada wordt genoemd, wordt tot op de dag van vandaag gehoor gegeven door de Tenggerstam.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Bizar
  • Agoes Rudianto