"Dag jongen, stoor ik jou? Nee? Ik heb een vraag. Ik wil even langskomen en iets bespreken. Komt dat uit? Hoeveel mensen zitten er op de redactie?”
Het is begin 2017 en Greg Remmers belt. Een kwartier later staat hij voor de deur met twintig gebakjes, verdeeld over twee dozen. In de kamer van toenmalig hoofdredacteur Frans Lomans, een echte zoetekauw, nuttigen we de gebakjes, maar niet voordat Remmers aan de hele Panoramaredactie de zoetigheid heeft uitgedeeld en smakelijk eten heeft gewenst. Tussen het kauwen en het getik met vorken op de bordjes door vertelt Remmers, mooi pak aan, haren in de gel en strak naar achter gekamd, voor het eerst over zijn motorclub Caloh Wagoh.
We zijn verbaasd: waarom zou je een motorclub beginnen op het moment dat justitie vol inzet op bestrijding van die clubs? Iedere dag staan de bladen en nieuwssites er vol mee. Wat haal je je op de hals? Remmers retourneert onze vraag en is benieuwd of we weleens een drankje drinken in een café of op het terras. “Die prijzen zijn toch niet meer normaal? Wij geven onze leden de mogelijkheid om gezellig onder elkaar te zijn en tegen normale prijzen een drankje te drinken.” Remmers zegt dat hij het leuk vindt om mensen om zich heen te hebben en die hele aandacht van justitie? Ach, dat heeft hij zijn hele leven al. “Bovendien: als er niets gebeurt, is er ook niets, hè?”
Niet vies van een lijntje
Chester Gregory Remmers wordt geboren in het Indonesische Surabaya maar groeit op in Amstelveen. Hij begint net als zijn jongere broer Gary al op jonge leeftijd voor zichzelf. Als twintiger maakt hij naam als vechtsporter en als uitbater van sportscholen. ’s Avonds staat hij als beveiliger aan deuren van de betere discotheken in de Amsterdamse binnenstad.
Na de dood van zijn dealende broer – Gary komt op 23-jarige leeftijd om bij een auto-ongeluk in Amsterdam – begint Remmers zich meer en meer te manifesteren in ‘de handel’, onder andere als leverancier van marihuana aan coffeeshops en aan Amerikaanse legerbases in Duitsland. Opiumdelicten waarvoor hij in de zomer van 1977 – precies op de dag dat Elvis overlijdt – voor zeven maanden in de cel komt te zitten.
Hij stapt medio jaren tachtig over naar de lucratieve maar ook levensgevaarlijke cocaïnehandel. In deze periode bouwt Remmers een internationaal drugsnetwerk op met contacten tot, naar verluidt, diep in Zuid-Amerika. Zijn Wikipediapagina vermeldt een relatie met het Cali-Kartel.
Aan de Volkskrant geeft hij in 1993 in de Dag In Dag Uit-rubriek ‘Achter de deur’ een interview waarin hij stelt dat hij het milieu niet per se nodig heeft. Hij kan véél meer. Remmers is dan 45 jaar, vader van vijf kinderen en zit al vier jaar vast. Sportmasseur worden, dat lijkt hem wel wat. Het is een van zijn ‘expertises’ vanaf zijn tijd dat hij nog aan vechtsport deed.
Hij poneert het met een bravoure die hem ook later zo kenmerkt.
Eigenlijk wil hij dus iets anders. Maar, zo stelt hij tegelijkertijd vast, hij heeft het al vaker geprobeerd. Het lukt hem op de een of andere manier telkens niet, want er moet toch eten op tafel komen. “Dan krijg je weer een voorstel, en zeg je toch weer ‘ja’.” Mensen komen nu eenmaal altijd op hém af. “Weet je, want ik heb nu eenmaal dat karma.”
In hetzelfde interview bekent hij niet vies te zijn van een jointje of een lijntje.
Daardoor is hij op een bepaald moment in de problemen beland. “Kijk, ik verloor een beetje de voorzichtigheid uit het oog. Toen ben ik verkocht, denk ik.” Met verkocht bedoelt hij verraden door iemand waardoor hij vast is komen te zitten.
Remmers legt dan uit dat een moment van onoplettendheid dodelijk kan zijn:
“In de cokebusiness heb je geen vrienden.
Je denkt: gepakt worden, kan mij niet gebeuren. Maar het gebeurt toch, want iedereen zit op je te loeren. Ook al heb ik er in de handel altijd mensen tussen gezet.”
Wat ook naar voren komt is zijn wrok ten opzichte van de autoriteiten. Opnieuw iets wat hij nooit kwijt zal raken. “Ik ben sterker dan zij. Ik ben misschien een crimineel en een schoft geweest. Maar de meesten in hun zwarte toga’s zijn grotere schoften dan ze willen toegeven.”
Stilte voor de storm
Eigenlijk lijkt hij in al die tijd weinig veranderd. Maar er is een verschil tussen de jonge en de oudere Greg. De laatste jaren straalt hij uit dat de periode van harddrugshandel – en de bijbehorende lifestyle die veelal leidde tot lange periodes achter de tralies – nu achter hem ligt.
Hij lijkt het als zeventiger een tikkeltje rustiger aan te willen doen.
Hij draait zijn dagelijks rondje. ’s Ochtends zijn zoontje naar school brengen. Dan wat afspraken in de stad met af en toe een vriendelijk ogende bodyguard naast zich, of een bezoek aan een penitentiaire inrichting om daarna de kleine weer op te halen.
Wat wel is overgebleven uit de jaren tachtig: de gevoelens van diepe ergernis richting het justitiële systeem. En ook wel de competitie die hij voelt met andere criminelen, die hij doorgaans niet met naam en toenaam noemt. Dan roept hij ineens aan het einde van weer zo’n informeel onderhoud met Panorama: “Hé, ik heb geduld hè jongens. Ik kan wachten. Maar ik vergeet nooit!”
Dat hij in de eerste maanden van 2017 meldt betrokken te zijn bij een nieuw op te richten motorclub zien velen dan ook als een soort pensionado-vermaak. We maken een afspraak om eens te gaan zitten over hoe we een eerste reportage met de club kunnen vormgeven.
Er wordt een ontmoeting gearrangeerd in een hotel in Amsterdam waar we met Greg Remmers en de mede-oprichter van Caloh Wagoh, ‘Keylow’ (47 jaar oud, echte naam: Delano R.) de mogelijkheden voor zo’n publicatie bespreken. Keylow is begin 21ste eeuw beroemd geworden als oprichter van de Nederlandse afdeling van de Amerikaanse streetgang The Crips en heeft in die tijd onder meer meegewerkt aan een documentaire die door de NPO is uitgezonden. Deze grote donkere kerel maakt een rustige en afgemeten indruk.
Er cirkelen nog wat figuren omheen: het is een vrolijke en vriendelijke mix van mensen met wortels in Indonesië, de Molukken en Suriname - plus een enkele kaaskop - die bezit nemen van de lobby van het hotel. Caloh Wagoh is dan ook grofweg opgetrokken uit afdelingen van The Crips en van de Utrechtse en Zuid- Hollandse Trailer Trash.
Remmers: 'In de cokebusiness heb je geen vrienden. Je denkt: Ik kan niet gepakt worden. Maar het gebeurt toch, want iedereen zit op je te loeren'
Iets later komt er nog een andere journalist bij zitten die werkt aan een productie met Caloh Wagoh. We merken op dat Panorama natúúrlijk als eerste moet zijn. Waarop Greg en Keylow opperen dat het misschien iets is om mee te gaan tijdens de ride-out op 1 juli, gedurende de feestdag ter afschaffing van de slavernij, de zogeheten Keti Koti. Het is dan een paar dagen voor die feestdag, dus erg kort dag. Bovendien zien we dat meerijden niet zo zitten, maar een clubavond bezoeken lijkt ons wel wat. Het wachten is op een goed moment. De Keti Koti gaat voorbij en ondanks haar aanwezigheid komt Caloh Wagoh amper in de verslaggeving van de nieuwsmedia voor. Zou het dan inderdaad onschuldig pensionado-vermaak zijn van die Godfather? Het blijkt de stilte voor de storm.
Een slordige liquidatie
Op 7 juli 2017, nog geen twee weken na onze ontmoeting in het hotel, wordt de 30-jarige Amsterdamse crimineel Jair Wessels vermoord op een parkeerplaats bij het station Breukelen. Wessels is een klimmer in het milieu. Hij is verdachte geweest van een mislukte aanslag op een Satudarah-kopstuk en zou in de cokehandel hebben gezeten. Hij kwam uit Amsterdam, maar deed zaken in Utrecht, zo komt naar voren uit spaarzame info die op straat belandt. Kort geleden zou hij een ripdeal hebben gepleegd, schrijft Het Parool.
Op 21 september vindt in Spijkenisse een liquidatie plaats pal voor de deur van een gebouw waar vaak leden van Caloh Wagoh samenkomen. Zittende in zijn auto wordt de Belgische ondernemer Stefaan Bogaerts doodgeschoten. Deze Antwerpse containerhandelaar is waarschijnlijk naar deze locatie toegelokt, zo rapporteert de politie. Een auto met vermoedelijk de daders blijkt naar Barendrecht te zijn gereden en in de fik te zijn gestoken. Toch weten forensisch deskundigen hier sporen veilig te stellen die er toe zullen leiden dat een jaar later twee Haagse leden van Caloh Wagoh voor deze moord worden opgepakt.
Op 13 oktober – een maand na de moord in Spijkenisse – doet een speciale interventie-eenheid van de Guardia Civil een inval in een woning in het wit gesausde Chiclana de la Frontera, in het zuiden van Spanje, pal naast Gibraltar. Dit team is vanuit Madrid ingevlogen om de aanhouding te coördineren omdat het vermoeden bestaat dat hier Caloh Wagoh-lid Johannes de G. (34) schuilhoudt. De uiteindelijke arrestatie vindt plaats in het bijzijn van twee Nederlandse rechercheurs, die Johannes de G. al in Spanje blootstellen aan een verhoor. Tegelijkertijd wordt in Rotterdam de 38-jarige Antilliaan Howard K. (44) opgepakt. Ook hij – bijgenaamd ‘Sixpack’ – is lid van Caloh Wagoh MC. Beide mannen worden verdacht van betrokkenheid bij de liquidatie van Jair Wessels.
Het DNA van de twee verdachten is aangetroffen op een wieldop van een gebruikte vluchtauto, en op een semi-automatische Scorpion, waarmee Wessels is doodgeschoten.
Kruisverhoor van drie dagen
Dan, op 12 december 2017, arriveert een arrestatieteam bij een gezinswoning in Mijdrecht. De mannen stormen hun busjes uit, forceren de deur en rennen naar binnen. Het team legt beslag op enkele bezittingen; onder meer een telefoon en een iPad.
De persoon die kort daarna tussen twee agenten geblinddoekt wordt meegevoerd is de dan 69-jarige Greg Remmers.
Het Openbaar Ministerie verdenkt hem van betrokkenheid bij de moord op Wessels in Breukelen. Kan Remmers uitleggen hoe het kan dat hij voorkomt in een groepswhatsappconversatie waaraan meerdere ‘nacionals’ van de pas opgerichte motorclub Caloh Wagoh hebben meegedaan? Justitie ziet in deze chatsessie namelijk een spoor naar de moordenaars van Wessels. En hoe kan het dat de twee verdachten die eerder zijn opgepakt in deze zaak, en wier dna is gevonden op de gebruikte wapens, hun vluchtauto hebben gestald in zijn straat?
Het verhoor zal drie dagen duren. Drie dagen vol vragen, aanzetten en suggesties. Daarna hoort Remmers dat zijn voorarrest wordt opgeheven. De rechtercommissaris ziet te weinig aanknopingspunten om hem gevangen te houden. Rond de jaarwisseling kan hij weer gaan en staan waar hij wil.
Greg Remmers en Panorama hebben in het eerste half jaar van 2018 nog sporadisch contact met elkaar, maar van een afspraak om een verhaal te maken over Caloh Wagoh voor het blad komt het niet. Dat heeft ook te maken met de actualiteit: er speelt zoveel in misdaadland dat we onze handen er vol aan hebben, aan de andere kant blijft het van de zijde van Caloh Wagoh ook stil.
Op een bepaald moment vraagt Remmers per mail of het mogelijk is om alle verhalen waar hij ooit in heeft gefigureerd op te sturen. Hij wil een soort plakboek aanleggen, voor later, zo lijkt het.
Aanslagen op Panorama en De Telegraaf
Dan, op 21 juni dit jaar, krijgt het gebouw van Panorama een antitankraket tegen de gevel. Een paar dagen na de aanslag op het pand spreken we Remmers.
Op dat moment heeft de politie nog maar één verdachte voor de aanslag aangehouden, Richard Z. Hij is president van een lokaal chapter van Caloh Wagoh, dus het ligt voor de hand om contact te zoeken met Remmers. Die laat weten eerst wat dingen uit te willen zoeken, maar na een paar dagen zitten we dan eindelijk tegenover elkaar in de lobby van een hotel langs de snelweg. Hij ziet er geschrokken uit. Zegt echt nergens vanaf te weten en memoreert aan de goede band die Panorama en hij altijd hebben gehad. Als we zeggen dat we bezig zijn met een verhaal over de aangehouden verdachte Richard Z., verklaart Remmers dat hij zeker weet dat die niet op het pand heeft geschoten.
Wie dan wel? Dat weet hij nog niet, maar het is in ieder geval niet Richard, zo bezweert hij. Later wordt dit bevestigd door de aanhouding van nog twee mannen: Mike van den B. (25) uit Schiedam en John P. (45) uit Spijkenisse. De eerste zou volgens het OM de chauffeur zijn geweest, de laatste de schutter.
Na de aanslag op het gebouw van De Telegraaf, op 26 juni, wordt Caloh Wagoh steeds vaker genoemd als het verlengstuk van de nog immer voortvluchtige Ridouan Taghi. Leden van de motorclub zouden klusjes aannemen, zo wordt geschreven door het dagblad. Deze gedachte wordt nergens officieel bevestigd. Wel is duidelijk dat de druk vanuit justitie op de motorclub steeds groter wordt. Elke week worden ze wel ergens aan gelinkt op in ieder geval één van de vele misdaadwebsites die Nederland tegenwoordig rijk is.
Als we met andere mensen uit het milieu spreken over Caloh Wagoh en Greg Remmers lijkt niemand de beweegredenen van de Godfather te begrijpen.
“Wat haalt die Ouwe zich op zijn hals?”
“Wat zoekt die man toch in die losgeslagen bende?” horen we terug.
De Godfather zoekt de luwte op
Eind van de zomer spreken we nog eens af met Remmers. We willen de laatste ontwikkelingen in het dossier rond de aanslag op ons pand doornemen, maar ook praten over andere verhaalvoorstellen en dingen die leven bij ons en mogelijk ook bij hem. De zeventiger ziet er vitaal uit, neemt in ons bijzijn telefoontjes aan, schudt mensen de hand in het voorbijgaan en deelt complimentjes uit aan het - vooral vrouwelijke - personeel.
Een en al hoffelijkheid. Toch speelt er overduidelijk iets. Een artikel in het Algemeen Dagblad van een paar weken eerder, waarin een lid van Caloh Wagoh een interview geeft, heeft hem geraakt. Hij voelt zich op z’n Hollands gezegd een beetje voor lul staan. Hij had ons beloofd om als eerste met een groot verhaal en interview te komen over Caloh Wagoh. Hij zegt dat dit buiten hem om is gebeurd. De vraag die boven ons hangt hoeft niet meer gesteld te worden. Uit alles blijkt dat Remmers de club niet meer in de hand heeft, als daar ooit al sprake van is geweest. We krijgen de indruk dat hij de club wil verlaten. Dat wordt nog eens versterkt als we wat gaan rondvragen bij andere mensen. Zij hebben ook het gevoel dat Remmers zich de laatste maanden aan het terugtrekken is. Staat hij in de eerste periode altijd breeduit lachend op de voorgrond tijdens evenementen, steeds vaker zoekt hij de luwte op. Remmers gaat daar in het gesprek verder niet op in maar zegt dat er eerst wat dingen, die we moeten zien als ‘huishoudelijke zaken’, afgehandeld moeten worden.
En dan is het november. Justitie pakt de Godfather van het Nederlandse misdaadmilieu opnieuw op voor de moord op Jair Wessels. Maar hij is niet de enige. Overal in het land worden invallen gedaan bij chapters van Caloh Wagoh, waarbij maar liefst achthonderd politiemensen worden ingezet.
Remmers vraagt ons per mail of we alle Panorama-verhalen waar hij ooit in heeft gefigureerd willen opsturen. Hij wil een soort plakboek aanleggen, zo lijkt het
De achterliggende reden voor het tijdstip van deze grootscheepse operatie: er is een kroongetuige opgestaan. Johannes ‘Tony’ de G. (zie kader) heeft zijn handtekening gezet onder een verregaande samenwerking met het Openbaar Ministerie. Hij zal niet alleen over de Wessels-liquidatie verklaren, maar ook over andere liquidaties in het Mocromilieu. De naam Taghi valt. Mogelijk gaat de kroongetuige ook iets zeggen over mogelijke lijnen tussen deze Mocrocrimineel en het milieu waarbinnen de kroongetuige actief was.
Johannes de G. is precies het soort crimineel waar Greg Remmers een bloedhekel aan heeft. Een verrader, een verklikker, een overloper. Iemand met een zwakke ruggengraat.
Beperkingen
Als we dit schrijven zit de Godfather opnieuw in alle beperkingen. Wat het bewijs tegen hem is? Dat is in het geweld van alle berichten over zijn zaak en de kroongetuige nog nauwelijks te zeggen. Saillant detail is bijvoorbeeld dat Johannes spreekt van een wapenloods die zou toebehoren aan Remmers. Maar als we navraag willen doen over wat er nu precies in die loods is gevonden en of die überhaupt wel bestaat, krijgen we van het OM Utrecht te horen dat ze geen mededelingen kunnen doen omdat het onderzoek nog in volle gang is.
- ANP, Paul Tolenaar e.a.