Erno B. (52)
Aantal slachtoffers: 5
Actief: 2016 en 2019 in Alkmaar
Celstraf: 2021 5,5 jaar, 2016 4 jaar
Erno B. selecteert zijn slachtoffers via sm-dates. En voor een beetje sm moet je bij sekswerkers zijn, moet hij gedacht hebben. In oktober 2016 date hij samen met een vriendin – een medeverdachte –met een sekswerker in een hotel bij Hoofddorp. Hij wil het liefst all the way gaan, maar dat ziet de vrouw niet zo zitten. Ze gaat wel akkoord met een milde vorm van sm. Het gaat gelijk al mis zodra de vrouw de hotelkamer binnenstapt. Ze krijgt een harde klap in haar gezicht te verduren. Deze werkwijze, waarbij de dader onmiddellijk fysiek geweld inzet, wordt ook wel de geweldsbenadering genoemd. De vrouw krijgt een drugscocktail en wordt anaal verkracht. Daar blijft het niet bij. Ze wordt gedwongen tot poep- en plasseks en en passant worden er sigarettenpeuken op haar intieme lichaamsdelen uitgedrukt. Ook dat gaat B. niet ver genoeg; hij knijpt haar keel net zo lang dicht tot zij het bewustzijn verliest. Ze komt bij in de badkuip.
'Deze man is een monster. Hij moet zo snel mogelijk gestopt worden'
Een andere sekswerker ontmoet B. in een Amsterdamse growshop, waar ze gedrogeerd wordt met GHB. Hij heeft het spul vermengd met limonade. De vrouw herkent de werking van de drug direct.
“Ik heb eerder een overdosis GHB gehad en ik voelde nu hetzelfde.
Ik voelde me vrijer en had minder gevoel.”
Brandende sigaretten horen ook nu weer bij zijn sadistische ritueel. Als ze zich verzet door te huilen en te smeken om te stoppen, krijgt ze straf. “Hij was de meester en hij bepaalde wat gebeurde. Ik mocht alleen maar ‘ja meester’ en ‘nee meester’ zeggen.” Wanneer ze hem wil aanvallen, wordt ze in een soort nekklem genomen en raakt ze buiten bewustzijn. Deze reactie – grof geweld gebruiken bij verzet –komt vaak voor bij sadistische serieverkrachters.
Een derde vrouw die in 2014 een relatie begint met de getrouwde B. brengt een nachtje met hem door in een Amsterdams hotel. Mocht ze het idee hebben dat het om een romantisch uitje zou gaan, dan wordt die hoop er snel uitgeslagen. Ze ziet bont en blauw en volgens de ex-minnares heeft B. haar ook nog willen wurgen met een stuk touw. Pas drie jaar later doet ze aangifte. De vrouwen hopen dat hij weer in de bak verdwijnt en wel zo lang mogelijk omdat de kans op herhaling levensgroot is: “Deze man is een monster. Hij moet zo snel mogelijk gestopt worden.”
Er is een vermoeden dat hij veel meer slachtoffers gemaakt heeft, vrouwen die geen aangifte durven te doen uit angst voor de man.
Erno B. heeft alles heel anders beleefd: “Er is wel grensoverschrijdende seks geweest, maar er zijn geen grenzen overschreden,” meent hij over de sm-date met de eerste sekswerker. Angst heeft hij nooit gezien bij zijn slachtoffer en ze zou ook nooit aangegeven hebben dat ze weg wilde of het niet leuk vond. B. en de vriendin laten haar achter met 400 euro, de helft van het afgesproken bedrag. “Het was niet gegaan zoals we hadden gehoopt.”
De advocaat van B. wuift het verhaal van de ex-minnares weg, pleit voor vrijspraak en gooit de aanklacht op jaloezie. B. heeft namelijk een gezin met twee kinderen. De rechtbank oordeelt anders en acht bewezen dat Erno B. zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting en mishandeling van de drie slachtoffers. Hij krijgt vijf jaar en zeven maanden celstraf. Als zijn ex-minnares eerder aangifte had gedaan, zou hij vijf maanden langer gekregen hebben. Helaas was dit niet zijn eerste veroordeling voor verkrachting en mishandeling. In 2016 stond hij al eerder voor de rechter omdat hij drie vrouwen had verkracht en mishandeld tijdens ‘horror-dates’, zoals een van de vrouwen haar ervaring beschreef. Uiteindelijk werd hij schuldig bevonden voor twee aanklachten omdat er geen voldoende bewijs was voor de derde zaak. Toen kon hij vier jaar de cel in en dat was dan al dertien maanden meer dan er tegen hem geëist was. Want de rechtbank zag in dat het recidive gevaar groot was. Een vooruitziende blik dus.
'Je zegt niks, anders pakken we je nog een keer'
Jasin A. (22)
Aantal slachtoffers: 2
Actief: 2019 in Leiden
Celstraf: 4 jaar
In de herfst – het favoriete seizoen van serieverkrachters – van 2019 is er paniek in de Leidse binnenstad. Studentes worden na een feestje aangevallen. Jonge vrouwen worden van achteren beslopen door een jongeman. Hij jaagt op kwetsbare slachtoffers die in hun eentje in het donker en enigszins beneveld door alcohol op weg zijn naar huis.
De man gaat methodisch en berekenend te werk. En hij neemt de tijd. Achteraf blijkt dat hij zich op de fiets of lopend urenlang door het centrum bewoog op zoek naar de, voor hem, ‘ideale’ prooi.
Zodra een geschikt slachtoffer in het vizier komt, slaat hij toe. Hij sleurt de studente een steegje in en duwt haar op de grond om met haar te doen wat hij wil. Hij is groot en sterk. Zij heeft geen schijn van kans.
Ondanks de paniek die toeslaat in Leiden, waarbij Leidse studenten een noodkreet richten tot burgemeester Lenferink om tot actie over te gaan – “hoeveel meisjes moeten nog voor hun leven getekend worden voor er meer blauw te zien is op straat?” - beweert de burgemeester dat er geen extra maatregelen nodig zijn omdat er geen sprake zou zijn van een serieverkrachter of -aanrander.
Nu de Leidse studentes door de plaatselijke overheid in de steek worden gelaten, nemen ze zelf –uit pure armoede – maatregelen, zoals e-mails en appjes rondsturen om de studentes op het hart te drukken niet alleen naar huis te gaan, livelocaties te delen als ze op straat lopen en onmiddellijk 112 te bellen als ze iets verdachts zien.
Dankzij camerabeelden kan de man opgespoord worden. Op vrijdag 13 december, als hij opgepakt is, krijgt hij een naam en een gezicht. Het gaat om de dan 21-jarige Jasin A. Hij wordt eerst verdacht van twee aanrandingen op woensdag 6 november en dinsdag 4 december, waarbij hij de vrouwen intiem heeft betast in de Hekkensteeg en de Leidse Doelensteeg. Later komt hij in beeld bij een aanranding op zaterdag 26 oktober. Deze vrouw is waarschijnlijk het eerste slachtoffer geweest. Werd zij nog over haar kleren over haar hele lichaam betast, bij de volgende twee jonge vrouwen gaat hij met zijn vingers bij en in hun vagina, wat volgens Artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht verkrachting is.
De vrouw die op 6 november de Hekkensteeg wordt ingesleurd en op de grond geduwd, heeft tevergeefs nog geprobeerd op haar knieën weg te kruipen. “Laat gaan, je kan toch niets meer doen,” zegt A. Verzet wordt ook hier niet getolereerd en leidt tot dreigen: “Je zegt niets, anders pakken we je nog een keer. Je moet nu wel stil zijn.” Hij houdt haar bij de armen vast en gaat op haar benen zitten. Ze schreeuwt om hulp waarop hij zijn hand voor de mond houdt, haar broek openritst en haar vingert. Dezelfde werkwijze hanteert hij op 4 december.
In augustus 2020 bekent Jasin A. twee verkrachtingen en een aanranding. Op basis van zijn verklaring besluit het OM dat er onderzoek gedaan moet worden naar zijn mogelijke drijfveren. Volgens deskundigen heeft hij geen duidelijke stoornis, maar zocht hij toenadering omdat hij eenzaam en mogelijk depressief was.
Er zijn inderdaad verkrachters die proberen contact te leggen met een slachtoffer omdat ze behoefte hebben aan zelfbevestiging. Zij zullen eerder vluchten wanneer een slachtoffer zich verzet. Uit Jasins handelwijze blijkt hij echter niet erg gevoelig te zijn voor het verzet van zijn slachtoffers. Op 20 november wordt hij veroordeeld tot vier jaar celstraf voor het aanranden en verkrachten van drie studentes. Hij krijgt geen tbs, maar wel moet hij zich laten behandelen, mag hij niet in de binnenstad komen en heeft hij een contactverbod met de slachtoffers. Bovendien wordt hij licht verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd door de gedragsexperts, die geen stoornis hebben vastgesteld.
En dat terwijl we mogelijk te maken hebben met een berekenend roofdier dat wellicht, zoals vaker bij serieverkrachters, op herhaling gaat na zijn vrijlating.
Gerard T. (51)
Aantal slachtoffers: 4
Actief: 1995-2001 in de provincie Utrecht
Celstraf: 16 jaar
Het heeft bijna twintig jaar geduurd en 10 miljoen euro aan politieonderzoek (1995-2012) gekost voordat de Utrechtse serieverkrachter eindelijk opgepakt kon worden. Gerard T. uit Nieuwegein loopt in 2014 tegen de lamp als hij wordt aangehouden voor het stelen van een lokfiets.
Hij moet op 3 juni dna afstaan en er wordt een match gevonden in drie verkrachtingszaken, waarvan twee uit 1995 en één uit 2001.
Het begint in 1995 als twee vrouwen slachtoffer worden van een poging tot verkrachting. Op 5 september gaat het mis: “Om 21.50 uur verliet ik het terrein van de Utrechtse Universiteit. Terwijl ik op de Bisschopsweg te De Bilt fietste, kwam plotseling een onbekende man naast mij fietsen. Ik voelde dat hij met zijn hand mijn lange haar direct vastpakte. Hij trok met zijn rechterhand op een dusdanige manier aan mijn haren dat mijn gelaat van hem werd afgekeerd. Ik stopte en stapte van mijn fiets, evenals hij. Ik voelde dat hij mij nog steeds vasthield met zijn rechterhand. Ik zag dat hij in zijn linkerhand een mes had. Ik hoorde de man zeggen: Zet je fiets neer. Niet kijken of niet gillen want ik heb hier een mes. Als je doet wat ik zeg, gebeurt er niets.
Als je gaat gillen, ga je eraan.” Vervolgens wordt de 27-jarige vrouw ergens in de bosjes in De Bilt verkracht. “Ik heb de man tijdens de verkrachting niet in zijn gezicht kunnen kijken. Daarom kan ik maar een beperkt signalement van de dader geven. Het signalement dat ik u van de dader kan geven luidt 1,65 à 1,70 meter lang, een stevig postuur, kort haar.” Tien dagen later, op 15 september, wordt rond 23.30 uur een 16-jarig meisje op de fiets van achteren aan haar paardenstaart getrokken.
Dat ze duidelijk aangeeft nog maagd te zijn, helpt haar niet: ze wordt in Bunnik verkracht. Deze keer heeft T. een lichtbruine panty over zijn hoofd getrokken zodat ze hem niet kan herkennen. Met een mes steekt hij haar fietsband lek. Weer elf dagen later, op 26 september, slaat hij opnieuw toe in Utrecht. De 28-jarige vrouw wordt eveneens ’s avonds laat al fietsend van achteren vastgepakt. Deze keer zonder ‘masker’ en dus draait Gerard T. zijn hoofd weg als ze omkijkt. “Ik heb de man in een flits gezien. Ik zag dat de man kort haar, lange stekels en een oorbel in zijn rechteroor had.”
T. scant op zijn mountainbike de omgeving af naar een slachtoffer dat hij telkens van achteren benadert. Om elk verzet bij voorbaat te breken, bedreigt hij zijn slachtoffers met een mes en dwingt hen mee te gaan naar een geschikte plek om de vrouwen te verkrachten. Ergens op zo’n plaats delict worden een voetafdruk en een stanleymes gevonden. De politie haalt alles uit de kast – onder meer vrouwelijke politieagenten –om de serieverkrachter in de val te lokken. Zestig ME’ers staan verdekt opgesteld in het gebied rond het universiteitsterrein De Uithof. Ook al kan de politie al vrij gauw vier verkrachtingen en zes pogingen aan één persoon linken, pakken doet ze hem niet.
Een poging om een sportende vrouw te verkrachten lukt T. niet. Ze duwt hem op de grond en knijpt zijn keel dicht. Eenmaal thuis ziet ze dat haar jas met een stanleymes bewerkt is.
Vanaf februari 1996 houdt de man zich gedeisd. Justitie, die een groep van 288 mannen vraagt vrijwillig dna af te staan, beseft dan nog niet dat de serieverkrachter zich in die groep bevindt en weigert mee te werken. Daar wordt vreemd genoeg niets mee gedaan.
In het voorjaar van 2001 sluit de politie de zaak. Op 15 augustus van dat jaar fietst een Utrechts meisje rond 22.00 uur langs het spoor in Lunetten - een wijk in de stad Utrecht - als een man op een scooter in volle vaart tegen haar aanrijdt. Hij loopt op haar af, haalt een lok uit haar gezicht en zegt: “Ik mot alleen je tas.” T. gaat er inderdaad alleen met haar tas vandoor.
Kennelijk heeft T. zijn mountainbike omgeruild voor een scooter als hij in de herfst opnieuw toeslaat. Een 16-jarig meisje wordt op 24 oktober vroeg in de avond gedwongen om te stoppen. Hij heeft een integraalhelm op en een mes in zijn hand. “Ik hoorde dat de man zei: Geld, heb je geld? Ik moet je geld hebben.”
Ze moet bij hem achter op de scooter gaan zitten en hij rijdt het bos in om haar vervolgens meerdere malen te verkrachten en vastgebonden aan een boom in Bilthoven achter te laten. Daar moet ze in het donker en in de kou uren wachten op hulp. Deze keer had hij tiewraps bij zich om zijn slachtoffer vast te binden. Als het meisje later het signalement van de man herkent, neemt ze contact op met de politie, maar die doet hier niets mee.
Wat de politie wel doet, is een geografisch profiel schetsen naar aanleiding van nieuwe incidenten. De serieverkrachter zou in de buurt van Stadion Galgenwaard wonen. In 2012 wordt er nog een poging gewaagd door het OM door een dna-verwantschapsonderzoek te doen onder 2500 mannen, maar ook dat levert niets op. En dit terwijl de serieverkrachter al langer in beeld was. Nadat er een signalement (een tekening) verspreid is, reageren werknemers dat hij wel erg op hun collega Gerard T. lijkt. Een vrouw die vaak met hem in de kroeg zat, zei: “Zet je bril eens af. Je lijkt wel op die serieverkrachter.”
Zijn naam was bekend bij de politie en T. had zich op zijn werk ziek gemeld op die dagen dat hij vrouwen aanviel. Achteraf blijkt dat de politie al in 1995 zijn woning bezocht heeft. Op 16 juli 2014 is het eindelijk zover en wordt de dan 51-jarige T. in zijn woning te Nieuwegein opgepakt.
Het gaat om een kleine, gezette man die getrouwd is geweest en door sommige collega’s gewaardeerd wordt als echt een leuke man. Familieleden zeggen: “We weten dat hij allemaal rare dingen deed en zijn handen niet thuis kon houden. Maar dat hij dit zou doen, dat had ik niet verwacht.” Zijn exvrouw verklaart tegen de politie dat hij in 1995 gebruiktmaakte van een fiets, een mountainbike en een scooter: “Fietsen deed hij alleen en hij kwam overal en nergens. Het fietsen deed hij meestal in de avonduren. Tien à elf uur.” Sinds hij gearresteerd is en in de PI in Amsterdam vastzit, weigert hij te praten. Hij wordt gedwongen om de regiezitting bij te wonen, wat ongebruikelijk is in de Nederlandse rechtspraak. Het OM wil er namelijk zeker van zijn dat hij niets wil zeggen en waarom niet. T. blijft recht voor zich uitkijken en reageert op vragen met: ” Geen antwoord.”
Hoewel hij mogelijk betrokken is bij twintig verkrachtingen en aanrandingen, wordt hij officieel beschuldigd van vier verkrachtingszaken.
Zowel bij eerste aanleg in 2016 als in hoger beroep in 2018 wordt hij veroordeeld tot zestien jaar celstraf voor vier verkrachtingen.
De rechtbank spreekt van verkrachtingen in de ‘meest vergaande zin het woord’. Ook wordt de impact op de slachtoffers benadrukt. Twee van hen waren slechts 16 jaar jong en de psychische schade is ook na vijftien en twintig jaar aanwezig. Een van de vrouwen is zelfs geëmigreerd omdat zij zich niet meer veilig voelde in Nederland.
De deskundigen van het Pieter Baan Centrum kunnen weinig zeggen over de geestelijke gesteldheid of ziekelijke stoornis van de man, omdat hij niet meewerkt aan het onderzoek. Tbs kan hem dan ook niet opgelegd worden.
Wat drijft de serieverkrachter?
Een vrouw vertelt me dat ze tijdens haar studietijd de studentenflat uitliep om haar fiets te pakken, die plotseling verdwenen was. Ze loopt tevergeefs zoekend rond en besluit terug te keren. Als ze net de lift is ingestapt, wordt ze geconfronteerd met een jonge man die in de deuropening staat om zich voor haar ogen af te rukken. Een zeer ongemakkelijk tafereel dat je zo snel mogelijk van je netvlies wilt hebben. Zelden vraag je je af of dit intimiderende gedrag een begin kan zijn van een langer proces, een proces dat kan leiden tot gevaarlijk crimineel gedrag. Kortom: is zo’n man mogelijk een (serie)verkrachter in spe?
De rauwe werkelijkheid: de meeste verkrachtingen gebeuren in de directe omgeving van het slachtoffer - na een avondje stappen met vrienden, thuis in de familiesfeer, door een collega die wel heel veel aandacht voor je heeft… Mede door de #MeToo-beweging komen verkrachtingsverhalen naar boven die internationaal het nieuws halen en waaruit blijkt dat bekende mensen uit de film- en televisiewereld, de sportwereld, zakenmensen, therapeuten en ga zo maar door serieplegers kunnen zijn die berekenend en methodisch te werk gaan. Maar ook vaders, ooms, opa’s, sporttrainers, buurmannen en werkgevers - die het nieuws niet halen - weten soms goed welke kwetsbare slachtoffers ze moeten hebben. Volgens het OCW (ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) stijgen de officiële cijfers sinds 2015 rap. Ging het toen jaarlijks om 1270 verkrachtingen in Nederland, in 2019 steeg het aantal naar 1900 zaken. Dat komt neer op gemiddeld vijf verkrachtingen per dag. Aangezien het merendeel van deze zaken plaatsvindt in de privésfeer, worden de meeste gevallen niet eens gemeld. En wie nog wel de moeite neemt om naar de politie te stappen, loopt het risico niet echt geholpen te worden. Zeker de helft van de aangiften wordt geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Volgens de politie kan dat zijn omdat een verhaal niet klopt, er valse aangifte gedaan wordt, een strafbaar feit ontbreekt of moeilijk aantoonbaar is.
Man uit de bosjes-mythe
Dat het om een complex en gevoelig onderwerp gaat, blijkt uit een onderzoek van I&O (onderzoeksbureau voor maatschappelijke vraagstukken) in opdracht van Amnesty International. Volgens Amne-sty-woordvoerder Katy Sherriffmaakt 11 procent van alle vrouwelijke studenten tijdens haar studie penetratie zonder instemming mee, maar vreemd genoeg beschouwt 60 procent van de onderzochte 1057 studenten (mannen en vrouwen) dit niet als verkrachting. Waarom niet?
“Uit zelfbescherming om de nare ervaring achter zich te laten; iemand zat in een relatie en wil het daarom geen verkrachting noemen; ze voelen zich medeverantwoordelijk omdat ze niet duidelijk genoeg ‘nee’ hebben gezegd. Hier komt duidelijk de ‘man uit de bosjes’-mythe naar voren die nog steeds heel sterk in onze samenleving leeft.”
Dan is er nog het probleem van victim blaming, waarbij de schuld bij de slachtoffers wordt gelegd, in plaats van bij de dader.
‘Heb je wel duidelijk gezegd dat je niet wilde?’ Een feit is dat zo’n 70 procent van de slachtoffers tijdens een verkrachting ‘bevriest’: tonic immobility, een natuurlijk overlevingsmechanisme.
Wat betreft ‘de man uit de bosjes’-mythe heeft Katy Sherriffwel een punt. Maar toch is het interessant om naar geruchtmakende verkrachtingszaken te kijken die door serieverkrachters gepleegd zijn. Het leert ons wellicht iets over de ontwikkeling, de motieven en werkwijzen van serieplegers waarmee we nauwelijks bekend zijn.
Onder serieverkrachters worden daders verstaan die in een bepaalde periode twee of meer verkrachtingen plegen en tussentijds niet opgepakt zijn, aldus een onderzoek naar serieverkrachters van criminoloog Anton van Wijk. De Utrechtse serieverkrachter Gerard T., die van september 1995 tot oktober 2001 – met een jarenlange ‘afkoelingsperiode’ zijn gang kon gaan, is zo’n voorbeeld.
Recidivegevaar
Een probleem met een kleine groep verkrachters is dat ze na veroordeling regelmatig weer in de fout gaan. De kans op recidive onder hen is groot en zo worden ze alsnog serieplegers. Een 30-jarige man uit Meppel die drie jaar cel en tbs krijgt voor een verkrachting van een vrouw in 2018, is al eerder in 2014 ook veroordeeld voor verkrachting. Hij liep vrij rond toen er nog een voorwaardelijke celstraf van elf maanden openstond.
Of neem de voortvluchtige man die op 18 mei 2021 tot twee jaar veroordeeld wordt voor verkrachting van een vrouw uit Doetinchem. Hij was voor dit misdrijf al opgepakt, had zelfs bekend seks te hebben gehad, maar beweerde bij hoog en bij laag dat er van dwang geen sprake was en werd voorlopig vrijgelaten. De man is spoorloos verdwenen. Het onderzoek naar serieverkrachters (Serieplegers genaamd, van Bureau Beke) is ook al niet erg hoopvol. Hoewel er serieverkrachters zijn die een lange carrière doorlopen, is er, zowel in Nederland als in het buitenland, weinig onderzoek gedaan naar deze groep zedendelinquenten. Een van de verklaringen is dat het seriematige karakter van een reeks verkrachtingen niet als zodanig wordt herkend door de politie. Omdat de dader geen (bruikbare) sporen heeft achtergelaten die aan elkaar gelinkt kunnen worden.
Je vraagt je af wat zulke verkrachters beweegt, welke processen er zich afspelen in hun hoofd en hoe ze te werk gaan.
De leeftijd van serieverkrachters in Nederland loopt uiteen van 15 tot 47 jaar. De meesten zijn intelligent en goed verzorgd. Zo’n driekwart is getrouwd of heeft een relatie (gehad) en de helft heeft een vast of regelmatig inkomen. Bijna de helft pleegt seksuele misdrijven terwijl er een relatie gaande is. En ruim 40 procent heeft inkomsten uit illegale activiteiten, zoals diefstal of drugshandel. Serieverkrachters vertonen al voordat ze gaan verkrachten afwijkend gedrag, zoals voyeurisme, fetisjisme en dwangmatige masturbatie.
Serieverkrachter in spe
Een voorbeeld van een gedragsontwikkeling van een serieverkrachter in spe is een tiener die in de bosjes masturbeert terwijl hij naar mensen kijkt die hem passeren. De volgende stap is tijdens het fietsen masturberen terwijl hij langs meisjes fietst, vervolgens betast hij borsten of billen terwijl hij naast hen fietst. En een jaar later pleegt hij zijn eerste verkrachting door het meisje of de vrouw van de fiets af te slaan. Als vaginale verkrachting dan niet lukt, trekt hij zichzelf af totdat hij over het slachtoffer klaarkomt. Dit alles gaat gepaard met agressief geweld. Twee jaar later maakt hij met geweld twee slachtoffers waarbij het eerste slachtoffer wordt gedwongen hem te pijpen en het daaropvolgende slachtoffer zowel vaginaal, anaal als oraal verkracht wordt. Het escaleert, hij wordt steeds gewelddadiger en bedreigt slachtoffers met een mes. Elk verzet – of het nou verbaal of fysiek is –wordt ongenadig afgestraft.
Voordat ze eindelijk opgepakt worden als verkrachter, hebben de meesten al in de loop der tijd een strafblad opgebouwd voor vermogensdelicten, zoals inbraak.
Ze gebruiken dan ook hun ervaringen bij het inbreken om slachtoffers in hun eigen huis te verkrachten.
Zoals de 94-jarige vrouw die door een 42-jarige man in haar woning beroofd en aangerand is, waarbij hij haar ook nog probeerde te verkrachten. De man die in de Woenselse Poort – voor mensen met psychiatrische aandoening –verbleef vanwege voorwaarden aan zijn voorwaardelijke invrijheidstelling, kreeg vrij spel. En dat terwijl hij tussen 1991 en 2009 meer dan dertig keer veroordeeld is voor zeer ernstige geweldsdelicten.
De motieven
Motieven voor verkrachting zijn opportunisme, algemene boosheid, seksualisering en wraak. De verschillende motieven laten verschillende werkwijzen zien. Zo zijn er impulsieve daders die antisociaal gedrag vertonen en woedeverkrachters waarbij algemene boosheid weliswaar niet specifiek op vrouwen is gericht maar zij wel de klos zijn en ernstig worden mishandeld met soms de dood als gevolg.
De seksualiserende verkrachters worden beheerst door seksuele fantasieën en pornografie en excessief masturberen. Hier ligt de predator op de loer die een sterke drang heeft om te verkrachten en zijn misdaad zorgvuldig voorbereidt. Geweld en seks lopen door elkaar heen en versterken elkaar. Sadistische trekken zijn hun niet vreemd. De serieverkrachter is dus een echt roofdier, dat egocentrisch is, gericht is op directe behoeftebevrediging, weinig zelfcontrole heeft maar wel veel tijd en energie steekt in het jagen op een geschikte ‘prooi’. Serieverkrachters scannen voortdurend de sociale omgeving voor een gelegenheid om een prooi te pakken. Bij meer dan de helft van de serieverkrachters is lust/seks het primaire motief, al dan niet met sadistische trekken.
Hoe, waar en wanneer?
* Nederlandse serieverkrachters geven er de voorkeur aan om bij duisternis en op vrijen zaterdagen toe te slaan. Herfst blijkt hun favoriete seizoen om de jacht te openen.
De winter daarentegen is het minst favoriet.
* Vier van de tien verkrachtingen duren maximaal een half uur, maar uitschieters naar urenlang – in de beleving van sommige slachtoffers – zijn niet ondenkbaar.
* De meeste serieverkrachters zijn planners. Maar er worden ook impulsief verkrachtingen gepleegd, al dan niet onder invloed van alcohol of drugs.
* Hoewel serieverkrachters een kleine minderheid van de zedendelinquenten zijn, maken ze relatief veel slachtoffers. Zo blijkt uit een Amerikaans onderzoek naar 41 veroordeelde serieverkrachters dat zij elk minimaal tien verkrachtingen hebben gepleegd en gezamenlijk zo’n 837 verkrachtingen en 400 pogingen daartoe op hun conto hebben staan.
* Zolang geweld tegen vrouwen als normaal beschouwd wordt en landen als Turkije, maar ook Polen en Hongarije, van Het Verdrag van Istanbul (over het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld) af willen omdat die regels oude familienormen en -waarden zouden schaden. Omdat de strafmaat betrekkelijk laag is (gemiddeld twee jaar en iets hoger voor serieverkrachtingen), rechters deze zaken volgens een onderzoek van Amnesty tamelijk inconsequent beoordelen en experts soms geen stoornis kunnen aantonen, is er nog een hele lange weg te gaan.
* Jaarlijks zijn er in ons land 100.000 slachtoffers van seksueel geweld, waarvan 90 procent meisjes en vrouwen, en 10 procent jongens en mannen. De meeste daders komen uit de familie- of vriendenkring. In 6 procent van de gevallen is de dader een vrouw. Verstandelijk beperkten lopen vier keer vaker het risico om slachtoffer te worden van seksueel geweld. Twee derde van de slachtoffers maakt zonder therapie opnieuw seksueel geweld mee.
- iStock, ANP e.a.