Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Hoe Peter R. de Vries Heineken-ontvoerder Frans Meijer te pakken kreeg

Hoe Peter R. de Vries Heineken-ontvoerder Frans Meijer te pakken kreeg

Op dit moment vecht Peter R. de Vries voor zijn leven, nadat hij dinsdagavond in Amsterdam is neergeschoten. In de zomer van 1994 reisden misdaadverslaggever Peter R. de Vries en fotograaf Paul Tolenaar af naar Paraguay voor iets dat nog steeds een van de allergrootste primeurs in onze inmiddels 106-jarige geschiedenis is.

In Paraguay, diep verscholen in Zuid-Amerika, zou Frans Meijer zich namelijk bevinden, een van de ontvoerders van biermagnaat Alfred Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer. Meijer is op dat moment al bijna tien jaar op de vlucht voor de Nederlandse autoriteiten. Van de Amsterdammer ontbreekt elk spoor. Totdat er op onze redactie een tip over zijn verblijfsplaats binnenkomt.

Dé tip waar elke primeurjager al jaren op wacht.

Nu komt er in die tijd elk half jaar wel een tip over Nederlands meest gezochte crimineel binnen, maar deze tip is anders, zegt Aryan Börger in het boek dat wij in 2011 over de Heinekenontvoering maken. Börger is 25 jaar geleden waarnemend hoofdredacteur, omdat hoofdredactrice Joke Wartenbergh op vakantie is. Wanneer hij op maandagochtend de post doorneemt, een briefje aantreft met de vraag of Panorama interesse heeft om Frans Meijer op te sporen en verslaggever Rolf Stallinga het adres van de tipgever bezoekt, begint het balletje, dat al zo lang stilligt, eindelijk te rollen. Stallinga, terugblikkend in Panorama: “Ik weet niet waardoor het kwam, maar ineens begonnen alle alarmbellen te rinkelen. Noem het intuïtie.” De tipgever, en daarmee ook Stallinga, weet het zeker: Meijer zit in Paraguay. Daar zou hij, toevallig, een bier- en hamburgertent hebben.

Peter R. de Vries

Omdat hijzelf op het punt staat om op vakantie te gaan, gaat niet Stallinga naar Zuid- Amerika, maar Peter R. de Vries, de misdaadverslaggever die veruit het beste ingevoerd is in de Heineken-ontvoering. Samen met fotograaf Paul Tolenaar stapt hij in het vliegtuig. Tolenaar is dan net begonnen bij Panorama en heeft, vers afgestudeerd aan de kunstacademie, weinig ervaring met nieuwsfotografie. Toch toont hij na een reportage in de Haagse Schilderswijk aan dat hij niet bang is om criminelen te fotograferen.

Bovendien heeft hij zijn uiterlijk mee. Tolenaar: “Ik viel met mijn lange, donkere haren niet zo op tussen die Zuid-Amerikanen, maar Peter moest zich vermommen als een toerist.”

Meijer zoeken in Asunción, de hoofdstad van Paraguay waar het krioelt van de mensen, is als zoeken naar een speld in een hooiberg, maar de tipgever heeft een jongen bereid gevonden die De Vries en Tolenaar naar de juiste buitenwijk van de stad leidt. Hij weet daar een restaurant te vinden met een uithangbord van ‘Bremer Beer’ aan de gevel, een van de weinige aanknopingspunten die ze hebben. Niet lang nadat ze de betreffende straat inrijden, is het raak. De Vries in 1994: “We hebben inmiddels al heel wat rondjes gemaakt en geconcentreerd spieden we door de chaos heen.

Juist als ik me afvraag hoe je in deze menselijke mierenhoop in hemelsnaam iemand moet kunnen opsporen, zie ik aan de rechterkant van de weg allerlei bouwmaterialen liggen, terwijl er schuin boven een bord ‘Bremer Beer’ hangt. Ik kijk direct naar het bijhorende pand en krijg een schok. Ik zie een man met donker haar, bruine ogen en een blauw overhemd: daar staat ie! Gewoon op straat, alsof het zo is afgesproken. Daar staat Frans Meijer, de meest gezochte man van Nederland, waar iedereen 9,5 jaar naar heeft gezocht! De man waarvan ik zelf de afgelopen tien jaar ook minstens één keer per week dacht: waar zou hij toch zitten?”

‘Ik zie een man met donker haar, bruine ogen en een blauw overhemd: daar staat ie! Gewoon op straat, alsof het zo is afgesproken’

Grijzer en voller

Meijer heeft de bijnaam ‘Stekel’ en wordt als slimste van de vijf ontvoerders gezien die naast hem uit Willem Holleeder, Cor van Hout, Jan Boellaard en Martin Erkamps bestaan. Over Stekel gaan in 1994 de wildste verhalen. Dat hij vermoord zou zijn of dat hij zich door middel van plastische chirurgie onherkenbaar zou hebben gemaakt. Allemaal onzin, blijkt nu. Hij leunt gewoon tegen de pui van zijn restaurant, met dezelfde borstelige wenkbrauwen die hij altijd al had. Hij is alleen wat grijzer geworden ten opzichte van 1983, toen hij Heineken ontvoerde, en de hamburgers smaakten ook goed, gezien het feit dat hij iets voller is dan de laatste keer dat De Vries hem zag. Terwijl Tolenaar zijn rolletje volschiet, is De Vries nauwelijks te houden van opwinding. Maar ze worden door het verkeer gedwongen om door te rijden. De confrontatie met Meijer zal later volgen: eerst wordt het filmrolletje verzekerd per koerier naar Nederland gestuurd. Want, zo denken De Vries en Tolenaar, mocht er iets met hen gebeuren, dan heeft Panorama in ieder geval het bewijs dat Frans Meijer is gevonden.

Pas een paar dagen later, op 1 augustus 1994, vindt de confrontatie plaats. Meijer staat weer voor zijn restaurant dat, ook weer toevallig, El Encuentro heet, wat Spaans is voor ‘de ontmoeting.’ Meijer draagt een lange kaki-broek en een trui. Hij kijkt naar hoe de aannemer zijn werk doet, met de handen achter zijn rug, net als toen hij geboeid werd afgevoerd naar het Pieter Baan Centrum waar hij op nieuwjaarsdag 1985 ontsnapte en via België naar Paraguay vluchtte. Hij staat aan de grond genageld als De Vries naar hem toeloopt. “Hallo Frans,” zegt hij. “Hoe is het met je?” De grond zakt onder Meijers voeten vandaan. “Wat wil je van me?” vraagt hij verschrikt.

‘Hallo Frans,’ zegt Peter R. de Vries. ‘Hoe is het met je?’ De grond zakt onder Meijers voeten vandaan

Tolenaar heeft dan al twee rolletjes volgeschoten en zich ook kenbaar gemaakt, om Meijer te laten weten dat De Vries niet alleen is, mocht hij hem iets willen aandoen. Maar dat wil hij natuurlijk niet, anders is hij zijn dekmantel sowieso kwijt. Nee, Meijer probeert De Vries er wel toe te verleiden om het verhaal, een primeur waar heel Nederland reikhalzend naar uitkijkt, niet te publiceren. Eerst stapt De Vries bij Meijer in de auto waar de Heineken-ontvoerder hem vertelt over zijn ontsnapping, over zijn Paraguyaanse vrouw met wie hij inmiddels drie kinderen heeft en dat hij in Zuid-Amerika door het leven gaat als Rudolph ‘Rudi’ Doves. Maar vooral ook dat het leven van zijn kinderen wordt verwoest als De Vries het verhaal toch publiceert. Het is aan dovemansoren gericht: een paar dagen na de confrontatie zitten De Vries en Tolenaar weer in het vliegtuig naar huis. Mét foto’s, mét verhaal.

Vijf steekpartijen

En Meijer? Die wordt pas op 16 april 1995 gearresteerd, ruim acht maanden nadat Panorama hem ontmaskert. Lang zit hij niet vast: zijn advocaat, Bram Moszkowicz, weet hem na drie weken alweer vrij te krijgen, omdat Meijer op onrechtmatige basis zou zijn opgepakt. Paraguay honoreert namelijk niet het Nederlandse verzoek tot uitlevering waarna de ontvoerder weer op vrije voeten komt. Drie jaar lang weet hij uit handen van justitie te blijven – hij zwerft voornamelijk door Brazilië – waarna hij in 1998, na een nieuw uitleveringsverzoek, toch weer wordt opgepakt. Vijf jaar lang zit hij in de beruchte Tacumbú-gevangenis in Asunción waar hij vijf steekpartijen overleeft. In 2003 levert Paraguay hem dan toch uit aan Nederland, waar hij de rest van zijn straf uitzit. Op 3 januari 2005 is hij vrij man. Ruim een maand later zit hij weer op het vliegtuig naar Paraguay, terug naar zijn vrouw en kinderen.

Jarenlang wordt er niks meer van hem vernomen totdat er in oktober vorig jaar opeens een nogal merkwaardig bericht de wereld in wordt geslingerd. ‘Politie schiet Heineken-ontvoerder Frans Meijer neer,’ luidt de kop in De Telegraaf waarna iedereen zich achter het oor krabt. Frans Meijer? Dé Frans Meijer? Jazeker. In de binnenstad van Amsterdam schiet een motoragent een gewapende man neer die samen met twee handlangers op weg zou zijn naar een overval op een geldwagen. De neergeschoten man is inderdaad Frans Meijer, de andere twee zijn zijn Paraguyaanse zoon van 26 en de zoon van Jan Boellaard. Alsof de geschiedenis zich herhaalt, zeg maar. In februari van dit jaar staan de drie voor de rechter. Meijer, inmiddels 65, strompelt na het rake schot in zijn been achter een rollator de rechtszaal in. Daar wordt hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar voor het voorbereiden van een overval. Zijn zoon gaat twee jaar de cel in, de zoon van Jan Boellaard wordt vrijgesproken.

Misdaad
  • Paul Tolenaar