De vier aliassen van Guillermo León Acevedo Giraldo: The Ghost, Memo Fantasma, Sebastian Colmenares en Guillermo Camacho.
De Colombiaanse narcoparamilitair Guillermo Acevedo alias The Ghost alias Memo Fantasma is een grote en beruchte Colombiaanse crimineel. Hij is zijn land ontvlucht en leefde tot voor kort onder de radar in Madrid, als een keurige zakenman die zich in de hoogste kringen beweegt.
De man mag dan wel het verleden achter zich hebben gelaten, de nabestaanden zijn hem en wat hij hun dierbaren heeft aangedaan zeker niet vergeten. Als leider van de meedogenloze moordmachine BCB (Bloc Central Bolivar), een paramilitaire organisatie die vooral ook als drugskartel opereerde, is hij medeverantwoordelijk voor moordpartijen, vermissingen en gedwongen deportaties van voornamelijk kwetsbare boeren en burgers.
Ook onafhankelijke journalisten van Insight Crime, die jarenlang onderzoek naar The Ghost gedaan hebben in Colombia, de Verenigde Staten en Europa om hem te ontmaskeren, waren hem niet vergeten. Ze hebben in maart 2020 hun bevindingen gepubliceerd. Aanleiding voor het onderzoek was de theorie dat achter de criminele organisatie Oficina de Envigado van Don Berna (de directe opvolger van Pablo Escobar) veel onzichtbare lieden een belangrijke rol moesten spelen om al die criminele activiteiten en de financiën veilig te stellen. Maar welke gezichten en identiteiten achter de verschillende aliassen en bijnamen zaten, was niet altijd bekend.
Honderd ton per jaar
Insight Crime is in de loop der tijd geslaagd de echte namen van de verschillende aliassen van meerdere paramilitaire commandanten te achterhalen. Maar één alias bleef lang een mysterie. Pas in 2004 dook even de naam Sebastian Colmenares op. Dat was, in de aanloop naar de demobilisatie van de paramilitairen van de AUC (United Self-Defense of Colombia), bij de ondertekening van het belangrijke document ‘Unity for Peace’. Het ging om zo’n 30.000 AUC’ers die in staat waren grootschalig cocaïne – zo’n slordige honderd ton per jaar – naar het buitenland te verschepen.
Het sterke vermoeden was dat een van de ondertekenaars als commandant hoog in de regionen geopereerd moet hebben, omdat ook Don Berna hetzelfde document onderschreven had. Een van die commandanten ondertekende met de naam Colmenares. En diezelfde Colmenares had ondanks de ondertekening besloten zichzelf niet aan te geven, terwijl de meeste van zijn kompanen dat wel deden.
Immers, het Colombiaanse Vredes Tribunaal had een aanlokkelijk ‘voorstel’ dat in een wet is opgenomen. In ruil voor ontwapening worden de paramilitairen niet aan de VS uitgeleverd en krijgen ze slechts acht jaar celstraf opgelegd, wat voor gruwelijke misdaden ze ook gepleegd hebben. Zouden ze wel naar Amerika verscheept worden, dan dreigt er levenslang.
Na de ‘Unity for Peace’ wordt er geruime tijd niets meer van Colmenares vernomen. Het dossier over hem, dat door Insight Crime in 2004 geopend werd, zou nog jarenlang leeg blijven. Maar dan, in 2015, onthult de gerenommeerde Colombiaanse krant El Espectador zijn ware identiteit. ‘Memo Fantasma’ en Sebastian Colmenares zouden een en dezelfde figuur zijn. Colmenares was namelijk een van de pseudoniemen die ‘Memo Fantasma’ gebruikte om zijn operaties te ondertekenen. En hij stond inderdaad zeer hoog op de ranglijst van de extreemrechtse AUC.
Nu, zes jaar later, slaat ‘Memo Fantasma’ terug: hij heeft Jeremy McDermott, het hoofd van InSight Crime, in Colombia voor de rechter gedaagd voor smaad en/of laster. En dat mag op z’n minst opmerkelijk genoemd worden voor een crimineel die nooit naar buiten treedt. De vraag is echter hoe sterk zijn zaak tegen de medeoprichter van Insight Crime is. En hoe hard is het bewijs van McDermott tegen Memo Fantasma eigenlijk?
Voordat we daarop antwoord kunnen geven, gaan we terug naar het begin.
De New Yorkse jaren
Guillermo Acevedo is een mager, maar wel een slim jongetje uit een arm gezin, dat opgroeit in Envigado, een buitenwijk van Medellin. Hij begint zijn criminele carrière in het Medellin-kartel van Escobar. In 1992 werkt de dan 21-jarige Acevedo voor Luis Fernando Galeano die vooral in New York opereert. Acevedo’s belangrijkste taak is het binnenhalen van de cocaïne die vanuit Colombia verscheept wordt en die te distribueren onder drugsdealers voor de straatverkoop. Het gaat om grote zendingen van zes tot acht ton per maand.
Als Escobar zijn baas Galeano in 1992 in zijn luxe gevangenis Le Catedral vermoordt omdat hij ervan beticht wordt te weinig geld afgedragen te hebben aan ‘El Patron’, komt Acevedo in NYC in een vreemde situatie terecht. Hij heeft net een lading cocaïne binnen terwijl zijn baas dood is. Zodoende is er niemand om het drugsgeld aan af te dragen. Dus besluit de ambitieuze jongeman eigen baas te worden, de winst voor zichzelf te houden en samen te gaan werken met Mexicaanse kartels. Ondertussen is, met geld van het Cali-kartel, in Colombia de jacht geopend op Escobar door Los Pepes en de politie. De drugslord wordt in 1993 tijdens een arrestatiepoging gedood. Ergens tussen 1995 en 1996 keert The Ghost terug naar Colombia en maakt hij van de gemeente Caucasia zijn thuisbasis. Volgens onderzoeksite El Cierre zou hij in deze periode ook geïntroduceerd zijn bij Don Berna, die dan de touwtjes in handen heeft. The Ghost is dan nog maar 24 jaar oud en heeft al een aardig netwerk opgebouwd dankzij zijn contacten met Mexicaanse drugsbaronnen.
De slimme jongeman heeft maar één doel voor ogen: zijn drugshandel uitbreiden en nog meer zakendoen. Hij besluit een drugslab op te zetten in Yarumal. Maar dat gebied valt onder het territorium van de levensgevaarlijke Castano-broers en hij wordt dan ook op het matje geroepen. Don Berna schiet hem te hulp tijdens het onderonsje en dat is maar beter ook. Want het had heel anders kunnen aflopen met the Ghost.