Een enorme knal vlakbij een Canadese oorlogsbegraafplaats zorgt ervoor dat de vogels in het bos even stoppen met fluiten. De koeien in het nabijgelegen weiland maken na de knal extra veel lawaai, ze zullen wel geschrokken zijn van de explosie op deze druilerige dag. Zij waren niet op hun hoede voor de knal, wij wel. Voor het team van de EOD zijn ontploffingen zoals deze dagelijkse kost, zij rukken uit met vier verschillende teams om explosieven onschadelijk te maken.
Munitiezaal
Sergeant-majoor Nik leidt vandaag het team van defensiespecialisten. “Waar het mogelijk is om gevonden explosieven uit de Tweede Wereldoorlog gelijk tot ontploffing te brengen, gaan we dat doen. Is dat niet op locatie mogelijk, dan wordt uitgeweken naar een speciaal terrein. Iedere gemeente heeft een aangewezen terrein waar wij als EOD munitie veilig kunnen vernietigen,” legt hij uit. Het team richt zich alleen op conventionele explosieven, in de fabriek gemaakte munitie. De zelfgemaakte explosieven bij bijvoorbeeld plofkraken zijn de verantwoordelijkheid van een ander EOD-team. Zij staan 24/7 standby om uit te rijden als er iets wordt aangetroffen. Wie namelijk explosieven vindt, dient gelijk de politie in te schakelen.
Voor het team op pad gaat, laat Nik zien wat hij verwacht vandaag aan te treffen. We lopen naar een toonzaal van de EOD. Uit de melding die hij van de politie heeft gekregen, blijkt dat het waarschijnlijk gaat om enkele Amerikaanse en Engelse handgranaten en een raket afkomstig uit een bazooka.
De toonzaal beslaat twee grote zalen. De eerste zaal bevat het ‘kleinere’ spul. Granaten van alle soorten en maten en van heel oud tot nieuw liggen in vitrinekasten. Hier ligt ook het grootste gedeelte van het spul dat hij vandaag verwacht onschadelijk te maken. In een van de achterste vitrines liggen de granaten uit de Tweede Wereldoorlog. Hij wijst op twee explosieven die weinig voor lijken te stellen, maar die vroeger voor flink wat slachtoffers hebben gezorgd.
Er staan ook voorbeelden van enkele IED’s; zelfgemaakte explosieven die de EOD steeds vaker tegenkomt. Zowel in de onderwereld als bij plofkraken. “Zelfgemaakte explosieven voor plofkraken worden als een soort pizzaschijf via het uitgiftelaatje van de geldautomaat naar binnen gedrukt. Vervolgens brengen ze die tot ontploffing. Hierdoor moeten de geldcassettes te stelen zijn, maar dat lukt niet altijd. Levensgevaarlijk is het,” vertelt de ser-geant-majoor. De andere zaal ligt vol met grote vliegtuigbommen en raketten. Aan het plafond hangt een imposante replica van een
V1-raket uit de Tweede Wereldoorlog. “Deze zelfvliegende raketten werden door de Duitsers gebruikt en hadden een groot bereik,” zegt hij wijzend naar de replica. De zaal staat vol raketten uit verschillende tijdsperiodes. In deze zaal staat een raket uit een Amerikaanse bazooka die de mannen verwachten vandaag aan te treffen, zij het niet in dezelfde nette, opgepoetste staat.
EOD-kazerne
De Explosieven Opruimingsdienst heeft een eigen kazerne: de Ser-geant-majoor Scheickkazerne in Soesterberg. Zo enorm groot dat je, volgens de militairen, wel een uurtje zoet bent als je er een rondje omheen wilt lopen. Niet alleen worden vanuit hier de EOD-teams op pad gestuurd, er zit ook een speciale EOD-opleiding en een kenniscentrum. Dagelijks vertrekken drie tot vier teams van drie mensen om explosieven onschadelijk te maken. We gaan vandaag op pad met zo’n team van drie. De 34-jarige Nik heeft als sergeantmajoor de leiding en wordt ondersteund door de 35-jarige sergeant der eerste klasse Jaap en de 29-jarige sergeant Vincent. Ons team heeft een speciaal voorrangsvoertuig, een grijze Volkswagen Amarok.
Alle mogelijke handgereedschappen voor het ruimen van conventionele explosieven zijn in de aangepaste pick-up aanwezig. Om gevonden munitie te verplaatsen, kan de EOD deze in een flinke bak gevuld met zand vervoeren. Bij het openen van de achterklep is de grote langwerpige bak gelijk zichtbaar. “Doordat we de granaten dwars op de rijrichting in het zand leggen, kunnen de explosieven niet verplaatsen en plotseling afgaan als we bijvoorbeeld hard moeten remmen. We kunnen ze zo veilig vervoeren naar een plek waar we ze tot ontploffing kunnen brengen,” legt Nik uit.
Groesbeek
De eerste stop van de dag is Groesbeek, op een klein uurtje rijden van de kazerne. Nu zijn we in de streek waar Operatie Market Garden plaatsvond. Op een Canadese begraafplaats bij het dorpje spreken we af met een explosievenverkenner van de politie, een zogenaamde TEV’er. Agent Karel Knop is 68, maar nog lang niet van plan om met pensioen te gaan. Hij mocht dat wel, maar besloot met zijn werkgever toch in een andere vorm zijn werk als explosievenverkenner voort te zetten. De agent wordt bij meldingen over explosieven ingeschakeld in de regio rondom Nijmegen. Ook vandaag staat hij de specialisten van defensie bij en vertegenwoordigt hij de burgemeester in het kader van de openbare orde en veiligheid. In totaal zijn er zo’n honderdvijftig agenten in Nederland met dezelfde functie als Karel.
De oude rot houdt zich als agent al jaren bezig met gevonden bommen en granaten. Vanuit de hele regio komen meldingen vanuit de politie bij hem binnen. “Afgelopen weekend werd ik gebeld door een bezorgde man. Hij zou met zijn zoontje in het bos hebben gelopen en toen het zoontje moest plassen, zagen ze de opgegraven granaten van deze eerste melding liggen,” zegt hij. Het was typisch een geval van gevonden voorwerpen via een metaaldetector. Meerdere keren per dag wordt de politie ingeschakeld in deze regio door mensen die op dergelijke wijze munitie vinden.
Prioriteit
Gespecialiseerde TEV-agenten stellen een rapport op wanneer er munitie wordt gevonden. In samenspraak met de EOD bepalen ze welke explosieven prioriteit krijgen. “De explosieven die vandaag worden geruimd, hebben allemaal een c-prioritering. Ze zijn afgelopen weekend gevonden en wij moeten ze binnen een week weghalen. Bij a moeten we gelijk in actie komen. Dan ligt de bom bijvoorbeeld op een publieke plaats in het centrum van een drukke stad. Bij b moet het explosief de eerstvolgende werkdag geruimd zijn, bij c moeten we binnen een week ruimen en bij d hebben we een maand de tijd en ligt de munitie vaak al achter slot en grendel bij de politie,” legt Nik uit. Wanneer we via een onverhard weggetje, op steenworp afstand van de begraafplaats, met de politie aankomen op de plek waar de explosieven liggen, gaat het team op verkenning. “We kunnen natuurlijk niet alleen afgaan op wat de agent naar ons doorstuurt. We gaan dus eerst zelf altijd even kijken wat er precies qua explosieven aanwezig is.”
In dit geval heeft de agent de gevonden munitie van het pad achter een boom geplaatst, dit is volgens hem gedaan zodat toevallige voorbijgangers ze dan niet zomaar vinden en omdat de explosieven geen direct gevaar vormen. Volgens de EOD’ers gaat het om drie brisantgranaatjes, drie Amerikaanse MK2-granaten, één ontsteker van een Amerikaanse mijn en een Amerikaanse geweergranaat. “Een brisantgranaatje van twee centimeter ziet er misschien niet gevaarlijk uit, maar vorig jaar in Zeeland is er nog iemand aan overleden. Mensen herkennen het niet en denken dat het slechts een kogel is, met alle gevolgen van dien. Daarom behandelen we dit net zo voorzichtig als alle andere bommen en granaten die we aantreffen,” zegt Vincent.
Kneedspringstof
Wanneer alles geïdentificeerd is, begint het echte werk. Nik rolt een meterslange elektriciteitsdraad van een haspel. Deze activeert straks de springstof die op de munitie wordt aangebracht. Jaap graaft ondertussen een diepe kuil op enkele meters van het wandelpad. “We houden ongeveer vijftien keer de diameter van het projectiel aan om de diepte van het gat te bepalen waar we de explosieven straks in begraven. Dan komen we qua veiligheidsafstand goed uit.”
Inmiddels is de terreinwagen een stuk naar voren gehaald. Vanaf waar de wagen staat, mogen we toekijken hoe de explosieven straks tot ontploffing worden gebracht. Vincent checkt voor hij de granaten in het gat legt nog een laatste keer waar we qua explosieven mee te maken hebben. “Eerst is het belangrijk om de munitie als het ware in te kleien met roze kneedspringstof. Daar plaatsen we de ontsteker in, deze koppelen we vervolgens aan de stroomdraad en aan het uiteinde bedienen we dit geheel met een afstandsbediening. Als ik straks op de rode knop druk, gaat het binnen een fractie van een seconde de lucht in,” legt de sergeant uit.
Zandlandschap
Het team gaat te werk als een geoliede machine. Iedereen kent zijn taak en in no time is alles gereed om de eerste lading gevonden explosieven onschadelijk te maken. Om ervoor te zorgen dat niemand gewond raakt, houden we een afstand aan van zo’n honderd meter van de explosieplek. De munitie is diep begraven, maar veiligheid gaat voor alles. Omdat onze munitie niet ver van een wandelpad begraven is, bewaakt Vincent de ene kant van het pad, agent Karel houdt de situatie achter ons in de gaten. Het gebied is namelijk best populair bij wandelaars.
Als alles veilig is, kan de explosie plaatsvinden. “Drie, twee, één,” telt Vincent af alvorens hij op de knop drukt. Een harde knal onderbreekt het gefluit van vogels.
De grond schudt terwijl het zand meer dan zeven meter de lucht in wordt geblazen. Bij de explosie komt een bijzondere, moeilijk te omschrijven geur vrij. Het is nog het best te vergelijken met een mengeling van een oude, muffe museumlucht met een scherp aroma van vuurwerkkruit. Na enkele seconden verspreidt een deken van zand zich over het bos. De detonatiegeur zoals de militairen het noemen, ruikt echt anders dan vuurwerk. “Het is een chemische stof die tot reactie komt, het is een hele specifieke geur,” volgens Vincent.
Als het stof is weggetrokken, lopen de EOD’ers samen met de agent naar de plek waar de granaten lagen begraven. De militairen checken de enorme krater eerst om te kijken of alles goed is ontploft. Het omringende bos ligt onder een zandlaag, wat het een onaardse aanblik geeft. De EOD’ers scheppen het zand in de krater om. “We komen wit zand tegen,” zegt Nik. “Dat wordt door de klap veroorzaakt, het is zand dat het dichtst bij de explosie heeft gelegen. Het is een bijna glasachtige substantie, zo warm is het geworden. We doen dit om ervoor te zorgen dat er geen stukken munitie achterblijven die niet ontploft zijn.” Wat overblijft zijn kleine scherven, deze vernietiging ging goed.
Duitsland
Als alles veilig is, gaan we naar de tweede locatie. Omdat hier slechts twee handgranaten liggen, besluit het EOD-team om ze mee te nemen naar de derde en laatste locatie. De twee granaten, een Engelse en een Amerikaanse, liggen bij een parkeerplaats naast een drukke doorgaande weg aan de grens met Duitsland. De zandbak in de grote terreinwagen komt nu handig van pas. Door de granaten in de zandbak te plaatsen, kunnen ze veilig worden vervoerd. Voor agent Karel is het geen vreemde plaats. Hij wordt hier vaker naartoe gestuurd wanneer er munitie is aangetroffen. Er zit een bijzonder verhaal achter.
“Wanneer je één stap achteruit zet, sta je in Duitsland. In het Duitse gedeelte daar op de berg is heel veel gevochten,” zegt hij wijzend naar een heuvel. Volgens de agent liggen overal schuttersputjes. “Veel zoekers met metaaldetectoren weten dat als je wat vindt in Duitsland je eerst alles moet aangeven. Bij de politie wordt dan alles eerst in beslag genomen. Er zit een hele papiermolen omheen. De man die deze granaten zogenaamd hier zag liggen, heeft al eerder melding gemaakt van andere munitie. Zoekers gaan dus net over de grens en brengen de buit dan naar Nederland zodat ze deze niet hoeven aan te geven, hier zijn de regels wat soepeler.”
Flinke gevechten
Vlakbij de plek waar we moeten zijn, staat een monumentje voor de overleden strijders uit de Tweede Wereldoorlog. Onze laatste munitie bevindt zich in een bosrand aan een veld waar 75 jaar geleden de zweefvliegtuigen van de bevrijders zijn geland.
Het team van Nik loopt met de agent mee die het projectiel achter een boom heeft gelegd, zodat niemand deze snel zou vinden. Wanneer de munitie is geïdentificeerd en veilig is bevonden, toont Vincent wat hier gevonden is. Het gaat om een antitankbrisantgranaatraket van zo’n twaalf centimeter lang. “Hij is niet verschoten. De veiligheidspen zit er nog in,” zegt hij terwijl hij het grote projectiel laat zien. Het vormt geen direct gevaar. Het ding heeft de c-prioritering.
Op weer een kleine honderd meter afstand van het pad graaft Jaap een diep gat voor de raket en de twee granaten die we eerder hebben meegenomen. Vincent zet de projectielen goed in de plastische springstof voor de ontploffing. Wanneer de ontsteker is aangesloten, dicht Vincent de kuil voor hij richting de wagen loopt. De ontploffing zorgt wederom voor een enorme knal en ook dit stukje bos verandert weer in een vreemd uitziend landschap bedolven onder het stuifzand. De fietsers en voetgangers in de nabije omgeving zijn door de politieagent gesommeerd om op veilige afstand te blijven.
Niemand loopt gevaar, de munitie is vernietigd en slechts enkele kleine scherven zijn teruggevonden in de krater. Het is best een vreemd idee dat deze munitie 75 jaar na dato alsnog op deze plek, waar het eigenlijk sowieso gebruikt had moeten zijn, de lucht in gaat.
EOD IN CIJFERS
Gemiddeld krijgt de EOD rond de 2300 meldingen per jaar binnen. “We gaan dit jaar wat hoger uitkomen dan het gemiddelde van de afgelopen jaren. Waar we ook een stijging in zien, is het gebruik van geïmproviseerde explosieven die bijvoorbeeld bij een plofkraak worden gebruikt. Gemiddeld krijgen we daar 150 meldingen van. Momenteel zitten we al op 174, we hebben dus een druk jaar,” aldus majoor Werner van Rooij, hoofd operaties EOD.
- Taco van der Eb