De Mac-burger bederft niet
Je hebt ze vast eens gezien, beelden van broodjes hamburger van soms wel dertien jaar oud die er nog piekfijn uitzien. De snacks van de bekende fastfoodketen met de grote gele M zitten zo vol met ‘chemische troep’ dat ze niet kunnen bederven, luidt de uitleg. Het exacte antwoord op de vraag waarom de vette hap maar niet wil bederven, varieert van alles dodende chemicaliën tot een totaal gebrek aan nutriënten, waardoor ook microben er niet van kunnen leven. Een interessante verklaring komt van een Nederlandse foodblogster: bacteriën zouden de hamburger — met al zijn transvetten en glucose — veel te ongezond vinden!
Het werkelijke verhaal is echter anders. De waargenomen onsterfelijkheid van het broodje burger zit ’m niet zozeer in de ingrediënten, maar in de manier waarop mensen hun broodje bewaren: in een droge ruimte. En elke voedingswetenschapper zal beamen dat juist dit een van de beste methodes is om natuurlijke materialen te conserveren. Denk aan gedroogde kruiden, vis, biltong of croutons, allemaal uitermate lang houdbaar. Tot een wetenschappelijke publicatie over deze heikele kwestie is het nooit gekomen; het meest betrouwbare onderzoek dat de uitdrogingshypothese ondersteunt komt van de bekende Amerikaanse chef-kok James Kenji López-Alt. Hij zette een nauwkeurig experiment op met hamburgers en broodjes van de fastfoodketen die hij in de open lucht en in een gesloten zak bewaarde. Ook zorgde hij voor een controlegroep: burgers uit eigen keuken en broodjes uit de supermarkt. Wat bleek: de droog bewaarde hamburger van de Mac rotte inderdaad niet, maar de huisburger evenmin. Beide waren na een paar weken totaal uitgedroogd. Echter, de burgers bewaard in een afgesloten plastic zak zaten al snel onder de schimmels. En ja, ook het broodje hamburger van het restaurant met de clown kan gewoon veranderen in een stinkende schimmelbol, en uiteindelijk vergaan.
Het penisvisje zwemt je plasbuis binnen
Een verstopte plasbuis, helse pijnen, gruwelijke ontstekingen en zelfs amputatie van de penis. Dat zijn volgens de verhalen de risico’s die een man loopt als hij in de Amazonerivier gaat baden of er in het water plast. Het beruchte penisvisje zwemt namelijk zo via de urinestraal de plasbuis binnen en zet zich daar met zijn stekels vast.
Dat zijn tenminste de verhalen die ontdekkingsreizigers, missionarissen en tropenartsen tot circa 1930 vertelden. Nog steeds wordt in reisboeken en op websites gewaarschuwd voor het fenomeen. De vis zou zich zelfs een weg banen naar de blaas en daar eitjes leggen, waarna de nakomelingen zich weer een weg naar buiten zouden eten. Honderden doden per jaar zou het penisvisje op zijn geweten hebben! Grotendeels onzinnige horrorverhalen, en ook de bijnaam penisvisje is hoogstwaarschijnlijk onterecht. In de afgelopen negentig jaar is er geen enkel betrouwbaar geval van vis-in-penis meer gedocumenteerd. Het visje – dat lokaal candiru wordt genoemd en door wetenschappers wordt aangesproken met Vandellia cirrhosa – is een parasiet die zich bij andere vissen tussen de kieuwen nestelt. Het ammonium in onze urine zou ’m doen denken aan stoffen in deze kieuwen waardoor hij het verkeerde slachtoffer kiest. Klinkt heel logisch, maar waar is het niet.
Een Amerikaanse onderzoeker ontdekte dat het beestje helemaal niet op urine afkomt. Ook wist hij de enige recente melding van een candiru in een penis – bij een Braziliaan die slechts tot zijn enkels in het water stond te plassen – te ontmaskeren als een broodje aap.
De door de arts bewaarde boosdoener was zo puntgaaf, inclusief intacte rugstekels, dat hij nooit in een smalle pisbuis bekneld heeft kunnen zitten.
Waar de eerder beschreven verhalen dan wel op gebaseerd zijn en of er toch een kern van waarheid in zit, is gissen. Voor wie toch nog niet helemaal overtuigd is: zet als je naar het Amazonegebied gaat gewoon even een zwembroek op je paklijst.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- iStock