Kill or be killed, man. Kijk eens hier. Het is wel duidelijk wat hier gebeurd is, hè. Een deal die fout is gegaan waarschijnlijk.
Dit soort shit gebeurt elke dag en dit soort shit is wat mensen niet zien,” zegt Keylow als hij volledig in het blauw, inclusief petje, een woning in een simpele buitenwijk laat zien. De vloer is besmeurd met bloedvlekken en -spetters, maar Keylow vertelt het laconiek en met een kalmte alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
In hetzelfde intro van de documentaire Crips, Strapped ’n Strong (2009) vervolgt Keylow: “Hier in Holland noemen ze het een ripdeal. Voor ons is het gewoon werk. Elke dag. Je moet zorgen dat je geen slachtoffer van een ripdeal wordt. In een ripdeal moet je altijd zorgen dat je de winnaar bent. En meer zeggen we er niet over.”
Delano Keylow R. (1970) is niet alleen een van de eerste gangsterrappers van Nederland, hij is ook oprichter van de Haagse straatbende de Crips en voormalig president van de omstreden motorclub Caloh Wagoh. Volgens justitie zou R. hebben gefungeerd als ‘moordmakelaar’ in de onderwereld en zou hij via tussenpersonen liquidaties hebben laten uitvoeren in opdracht van de in december 2019 in Dubai opgepakte topcrimineel Ridouan T. (1977).
Justitie ziet Delano R. als de man die de moorden aanstuurde en ‘godfather’ Greg R. (1948) als zijn raadgever (consigliere). Keylow en medeverdachten staan terecht in het lopende Eris-proces, dat misschien tegen het einde van 2021 wordt afgerond.
De criminele organisatie in het Eris-pro-ces rond vooral leden van Caloh Wagoh bestaat volgens justitie uit in totaal twintig verdachten die voor vijf liquidaties en tien liquidatiepogingen of -opdrachten terechtstaan. Het bewijs dat justitie aandraagt komt vooral uit ontsleutelde PGP-gesprekken (pretty good privacy) van peperdure smartphones en de verklaringen van kroongetuige Tony de G., die liquidaties uitvoerde voor de motorclub. Als hij knel komt te zitten, loopt hij over naar justitie en legt vervolgens een groot aantal belastende verklaringen af tegen zijn voormalige brothers. Op basis daarvan arresteert de politie veel Caloh Wagoh-leden, onder meer op verdenking van betrokkenheid bij nog meer liquidaties.
'Hier in Holland noemen ze het een ripdeal. Voor ons is het gewoon werk. Elke dag. In een ripdeal moet je altijd zorgen dat je de winnaar bent'
Verloedering en armoede
Terug naar het begin. Want: wie is volgens justitie nou die vermeende ‘moordmakelaar’ van T.? Op 14 mei 1970 wordt Delano R. geboren in het district Marowijne, in het noordoosten van Suriname. Op 3-jarige leeftijd emigreert hij met zijn ouders en broers vlak voor de onafhankelijkheid van Suriname naar Nederland, in de hoop op beter werk en een betere levensverwachting.
Ze komen terecht in de Haagse arbeidersbuurt Molenwijk, in het Schipperskwartier, een multiculturele mengelmoes in stadsdeel Laak dat vanaf de jaren 80 ‘Het Vergeten Dorp’ wordt genoemd. Een klein, afgesloten buurtje, waar ongeveer 4000 mensen wonen. Het gemiddelde inkomen is er laag, de werkloosheid bovengemiddeld. Delano hangt van kleins af aan veel op straat rond met zijn broers. Daar krijgt hij de bijnaam ‘Keylow’, die verwijst naar een kilo cocaïne. Zijn vader was in Suriname monteur bij een groot bedrijf, maar krijgt in Nederland ‘alleen maar kutbaantjes’ aangeboden, zoals schoonmaker. “Dus uiteindelijk ging hij ergens anders zijn geld vandaan halen.
In Suriname noemen ze dat een hossel,” zegt Keylow in Crips, Strapped ’n Strong. Molenwijk kampt evenals andere Haagse wijken dan al met een negatief imago van criminaliteit, verloedering en armoede. Ook Keylow komt al op jonge leeftijd in aanraking met criminaliteit.
“Ik heb één keer meegemaakt dat we moesten helpen opruimen bij een vriend van mijn vader. Ik denk dat ze dachten dat we veel te jong waren om door te hebben wat daar aan de hand was, maar de muren en het tapijt zaten helemaal vol bloed. Ik heb toen met mijn moeder en broers met een paar emmers en een soppie de boel schoongemaakt.” Deze criminogene factoren, het opgroeien in een achterstandswijk en het gevoel dat ze minder zijn vanwege hun donkere huidskleur, zijn uiteindelijk heel bepalend voor Keylows ontwikkeling.
Charismatisch en joviaal
Met zijn broers en vrienden hangt de charismatische en joviale Delano veel rond in en bij het lokale jongerencentrum in Molenwijk. Gegrepen door de opkomende hiphopstroming uit Amerika doen ze rond 1983 mee aan verschillende breakdancewedstrijden. Ze noemen zichzelf dan nog vrij onschuldig Call Us Cool (C.U.C.). In 1986 is Keylow al rappend en dansend te zien op videobeelden in het lokale buurthuis. In het dossieronderzoek Crips In Drievoud (1998) naar drie jeugdbendes, zegt Keylow over Call Us Cool: “Het was niet echt een gang, het was gewoon hiphop en dingen die we samen deden, maar het was al een click van jongens uit de buurt die samen dezelfde interesses hadden. Tot en met 1987 waren we echt bezig met breakdancen en rap, maar we kickten ass als het moest.”
Gaat het er in eerste instantie bij C.U.C. vooral om of je goed kan dansen en rappen, gaandeweg wordt vechten en bodybuilding steeds belangrijker. De jongens van C.U.C. komen uit gebroken gezinnen, want net als in het Caribische gebied gaat het vaak om zogenoemde matrifocale huishoudens: vrouwen die een centrale rol vervullen en een vader op afstand. Verschillende leden hebben problemen thuis en op school. De mavo doorloopt Delano met speels gemak, maar de havo of een vervolgopleiding ziet hij niet zitten. De straat, dat is zijn school. Het merendeel van C.U.C. komt al met de politie in aanraking voordat ze als bendelid worden aangehouden. De vergrijpen die ze dan al op hun naam hebben zijn zeer divers. De jongens worden geen lid van de gang omdat ze daartoe gedwongen worden, maar doen dat uit eigen beweging. Het biedt ze houvast in een bedreigende omgeving waar ze zich als eenling niet veilig voelen.
Snoop Dogg
In 1988 raken Keylow en zijn maten enorm geïnspireerd door de Amerikaanse misdaadfilm Colors (over straatbendes Crips, Bloods en Sureños) en het baanbrekende hiphopalbum Straight Outta Compton van rapcrew N.W.A. Na het zien en horen van deze hiphopmokerslagen transformeren de Haagse jeugdbendeleden van breakdancers en vechtersbazen tot gangsters. Keylow: “Rond 1988 begonnen we onszelf Crip te noemen, dat had niet te maken met Amerikaanse shit. De één is licht, de één is donker, de ander is Chinees, Marokkaan of Turk, maakt niet uit. We hadden één kleur die ons samen hield en dat was blauw, die Cripkleur. Later kwamen Snoop Dogg en al die gekke rappers die ook Crip waren.
Je hoort veel mensen zeggen dat we Amerika nadoen, maar Europese kogels maken ook mensen dood.”
Hoewel Keylow doet voorkomen dat hun ‘set’ niets te maken heeft met ‘Amerikaanse shit’ worden de Haagse Crips wel degelijk opgericht naar het voorbeeld van de Afro-Amerikaanse Crips in Los Angeles. De Amerikaanse Crips met de kleur blauw zijn de grootste rivalen van de Bloods, een bende uit L.A. die de kleur rood draagt. Toch wordt ook gezegd dat de Crips in de jaren 70 en 80 zelf hun grootste vijand zijn. Crips-bendes vechten onderlinge vetes uit en met de Bloods. Bij de bendeoorlogen vallen in die tijd honderden doden over en weer. Na de nog tamelijk onschuldige jeugdbende Call Us Cool komen jaren later onder leiding van Keylow de Crazy Underground Criminals opzetten, in 1989 weer gewijzigd in Crazy Underground Crips. Allemaal afgekort tot C.U.C. De jongens zijn harder geworden. Berovingen, gewapende overvallen, drugshandel en afpersingen zijn aan de orde van de dag. Gewelddadige berovingen worden aangeduid met een codenaam: jackmoves. Bakenen bloeddorstige leeuwen op de Afrikaanse savanne hun territorium af met urine, in de Haagse hood spuiten leden de naam van hun crew in blauwe graffitiletters op de muren om zo ‘hun buurt’ te claimen. Ze dragen blauwe kleding naar hun Amerikaanse Crips-voorbeelden en zetten tatoeages waarin ze claimen ‘Crips 4 life’ te zijn. Er gelden expliciete regels, die voorschrijven dat de leden delicten móeten plegen. Als lid van een Crips-bende moet je zoiets doen, omdat zo je aanzien en reputatie binnen de groep groeien.
'De muren en het tapijt zaten vol bloed. Ik heb toen met mijn moeder en broers met een paar emmers en een soppie de boel schoongemaakt'
Dodelijke steekpartij
Een essentieel moment in de geschiedenis van de Haagse Crips doet zich voor op een koude, zwaarbewolkte dag in het prille voorjaar van 1989. Ricardo R., het jongere en dan 17-jarige broertje van Keylow, raakt betrokken bij een vechtpartij tussen een groep Rotterdammers en een groep Hagenaars. De aanleiding is een ruzie om twee meisjes. Dat mondt uit in een dodelijke steekpartij voor de ingang van een discotheek in Den Haag. Ricardo R. steekt Feyenoord-jeugdspeler Jeffrey Senn van Basel (18) uit Den Haag met een dertig centimeter lang mes in zijn hartstreek. De voetballer probeerde te bemiddelen, maar zakt op de stoep in elkaar en overlijdt ter plekke.
Het nieuws over Feyenoord-jeugdspeler Van Basel slaat bij de selectie van het eerste elftal in als een bom. Hij heeft net een fullprofcontract getekend bij Feyenoord en wordt als centrale verdediger klaargestoomd om te debuteren in het eerste elftal. Als trainer Rob Jacobs het nieuws de volgende dag hoort, stuurt hij zijn volledige spelersgroep direct naar huis. “Ik zag grote kerels met tranen in hun ogen rondlopen. Iedereen was verschrikkelijk aangeslagen,” zegt Jacobs.
Vier dagen na Jeffreys debuut als bankzitter tegen FC Den Bosch staat er een zwijgende massa van ruim duizend man bij zijn graf. Naast de complete selectie van Feyenoord zijn clubiconen Coen Moulijn, Hans Kraay sr. en assistenttrainer Willem van Hanegem op deze druilerige begrafenisdag aanwezig.
Voor een discotheek in Den Haag steekt Keylows broer Feyenoord-speler Jeffrey Senn van Basel (18) dood met een dertig centimeter lang mes
No way back
Ricardo R. meldt zich enkele dagen na de steekpartij op het politiebureau in Den Haag, waar hij zijn daad bekent. In 1991 veroordeelt de kinderrechter hem in hoger beroep als minderjarige tot zes maanden tuchtschool. Het Openbaar Ministerie eiste eerder vier jaar cel en ging in hoger beroep omdat het het volwassenenrecht wilde toepassen vanwege het ernstige feit. De rechtbank houdt het op kinderrecht omdat de dader pas 17 is. In het psychiatrisch rapport over R. staat dat hij de emotionele ontwikkeling van een 10- tot 11-jarige heeft. In het proefschrift In de h200d van criminoloog Robby Roks staat dat Keylow het originele krantenbericht over dit voorval al die jaren bewaart. Volgens hem vallen ‘de bangeschijters voor wie het te real werd’ af na de dodelijke steekpartij in 1989 en blijven alleen ‘de echte soldaten’ over. Ook de reactie op de steekpartij vanuit de bredere omgeving, in het bijzonder vanuit de eigen etnische omgeving, draagt bij aan de reputatie van de gang. Keylow: “Dus ik ga zeggen, eerlijk, eerlijk, heel eerlijk, want daarvoor deden we wel al crimes en shit, maar na die steekpartij was er no way back! Toen werden we een beetje in de zwarte hoek gezet en waren we eigenlijk afgeschreven. Ja, ik denk dat daar echt die reputatie stabiel is geworden. (...) Het was echt het point of no return.”
- Pro Shots, ANP