Je schreef het boek tijdens de eerste coronalockdown: verveelde je je?
“Nou, ik was gewoon wat sikkeneurig, totdat voor mijn vrouw de maat vol was. Ze zei: Nu ben ik er klaar mee! Ga nou gewoon dat boek schrijven!
Ik ben naar boven gegaan, naar mijn werkkamertje, en kwam een uur later weer beneden. Zo, zei ik, hoofdstuk 1 is al af. Ik had geen idee wat ik ermee moest, dus ik stuurde het naar Cor, dat is iemand die mij af en toe een klusje bezorgt en mijn afspraken regelt, want daar ben ik zelf nogal een sukkel in. Ik zei tegen Cor: Lees dit eens en wees eerlijk: als het niks is, stop ik er meteen weer mee. Een uur later belde hij mij terug: Ga maar door met hoofdstuk 2. Vanaf dat moment ben ik fanatiek gaan schrijven. Elke avond, anderhalve maand lang, van zes tot acht uur.”
En geen minuut langer?
“Om acht uur begint het Achtuurjournaal, dat sla ik zelden over.
Het Achtuurjournaal is heilig, het startpunt van de avond. Tot vlak vóór het journaal schreef ik, waarna ik alles naar Cor stuurde. Toen ik alles had opgeschreven wat ik wilde opschrijven, vroeg hij:
En nu? Toen zei ik dat ik op Marktplaats een advertentie zou plaatsen voor een stencilmachine, dat ik mijn verhalen wel zou stencilen voor de familie. Ik vond het typisch zo’n voorbeeld van ‘opa vertelt’: wie interesseert zich hier nu voor?”
Wij! Dat doelpunt van Van Basten in 1988 tegen de Duitsers en jouw commentaar daarbij staan in ons geheugen gegrift.
“Natuurlijk vind ik het zelf ook leuk om die beelden terug te zien, maar als ik mijn eigen commentaar voor de zoveelste keer hoor, denk ik: oh god, daar gáát ie weer! En de beelden zijn nog in kleur ook. Ik bedoel: op een gegeven moment zijn die beelden zó vaak afgespeeld dat ze vanzelf zwart-wit worden.”
‘Wedstrijden achter het IJzeren Gordijn... Arbeiders die vanuit de fabriek naar het stadion werden gestuurd, de stank van die bruinkool, daar genoot ik van’
Is dat de mooiste wedstrijd die je ooit hebt becommentarieerd?
“Niet de mooiste, het spel was namelijk best slecht, maar wel veruit de meest beladen. Alle emoties die er nog waren vanuit het verleden speelden natuurlijk mee. Het toppunt van de koude oorlog tussen Nederland en toen nog West- Duitsland, op voetbalgebied. Maar ook met veel respect voor elkaar.
Zeker van mij. Ik ben geboren in het Drentse Klazienaveen, dan zit je al bijna in Duitsland. Ik groeide op, zoals zovelen in de grensstreek, met Sportschau op zaterdag. Ik heb ooit zelfs, toch wel een hoogtepuntje, een reportage voor Sportschau mogen maken, met mijn eigen Duitse voice-over. Das war supergeil. Dus Nederland-West- Duitsland is heus niet de enige legendarische wedstrijd die ik in Duitsland heb gezien. Dynamo Dresden-Feyenoord in de voormalige DDR: magistraal. Of FC Vorwärts Frankfurt tegen PSV: ook al zo legendarisch. Wedstrijden achter het IJzeren Gordijn, heerlijk gewoon. Nederland speelde eind vorig jaar uit tegen Polen, in dat gloednieuwe stadion in Chorzów. Moest ik meteen denken aan dat oude stadion waar ik ooit was, met 110.000 mensen op de tribunes.
Eind van de middag, allemaal arbeiders die direct vanuit de fabriek naar het stadion werden gestuurd; ze hoefden niks te betalen, als ze maar juichten. De stank van die bruinkool en het vuur uit de ovens: man, daar genoot ik van.”
Romanticus!
“Als ik op woensdagavond naar Manchester United moest, dan ging ik op dinsdagavond naar een wedstrijdje uit de vierde divisie kijken: veel leuker. Wim Sonneveld zou zeggen: de romantiek op heden is verdwenen, meneer Sonneberg!”
Zit er nog romantiek in het voetbal?
“Heel veel nog, maar je moet het alleen willen zien. Ik hoef niet meer zo nodig naar Ajax. Áls, dan ga ik om nostalgische redenen liever nog een keer naar De Kuip, vanwege het stadion, de dames in de perskamer die je zo’n roze koek geven, met een laag fondant waar de vullingen van uit je bek vallen. Of naar De Koel in Venlo: altijd vlaai. Dat is toch geweldig? Ik geniet daar nog steeds van. Voetbal is een bezigheid, om maar eens een mooi Zuid-Afrikaans woord te gebruiken. Een bezigheid: iets om naartoe te leven. FC Groningen-RKC, prachtig. Mijn vrouw zegt altijd dat ik mij op mijn leeftijd daar niet zo druk over moet maken, maar ik maak mij daar ook niet druk over. Ik vind het gewoon mooi. Voordat ik wegga heb ik het Dagblad van het Noorden en het Brabants Dagblad al gelezen voor de laatste nieuwtjes. En als ik niks kan vinden, bel ik met de Brabantse clubwatcher. Daarna rij ik er handenwrijvend naartoe, echt waar. Ondanks corona en dat er niemand in het stadion is, is het toch leuk. Bovendien is het ook het enige wat ik kan, een wedstrijd becommentariëren.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Goffe Struiksma