De 47-jarige psychiater Bradley Evans en zijn vrouw zijn onderweg van hun thuisstad Tucson naar Tempe, een voorstad van Phoenix, de hoofdstad van de Amerikaanse staat Arizona. Het stel is voornemens daar een zwemwedstrijd bij te wonen, een rit van zo’n 180 kilometer. Trig Johnston (50), piloot in ruste, kijkt in de huiskamer van zijn woning in Scottsdale – eveneens een voorstad van metropool Phoenix – naar een spelshow op televisie. Zijn 22-jarige zoon heeft geen oog voor het vermaak op de buis: hij tuurt door een ruit naar de sterrenhemel boven Arizona in de hoop een glimp op te vangen van komeet Hale-Bopp. De 34-jarige Max Saracen, werkzaam als consultant in de vastgoedsector, doorkruist samen met echtgenote Shahlia het noorden van Phoenix: het stel rijdt naar hun huis in de wijk Deer Valley.
Het is donderdag 13 maart 1997. Evans, Johnston en Saracen zijn doodnormale Amerikanen op een doodnormale avond. Daarnaast zijn ze wildvreemden voor elkaar in en rond de anonieme miljoenenstad te midden van Arizona’s woestijnen. Toch verschijnen hun namen bijna 24 jaar later tezamen in een Nederlands artikel. Dit artikel. Evans en z’n vrouw, Johnston en zijn zoon én Saracen en z’n eega bemerken allen op vrijwel hetzelfde moment (zo rond negenen) een even bizar als spectaculair verschijnsel in de lucht. De ervaren piloot Johnston omschrijft het in gesprek met het dagblad The Arizona Republic bijna een jaar later als volgt: “Ik keek (uit het raam, red.) omhoog en herinner me dat ik luid uitsprak: Dit moet een illusie zijn! Het had de grootte van zo’n 25 lijnvliegtuigen en een snelheid van zo’n 185 kilometer per uur op een hoogte van ongeveer 1500 meter. En het maakte geen geluid.” Johnston vervolgt: “Ik verwacht niet dat iemand mij op mijn woord gelooft. Dit is iets wat je met eigen ogen had moeten zien.”
Evans en zijn vrouw zien het met hun eigen ogen. Ze openen het zonnedak van hun wagen en nemen met verbazing waar hoe het geruisloze gevaarte boven hen zich richting het zuiden begeeft.
Aan de hand van de felle lichten aan de onderkant van het object herkent het stel een diamantvorm. De Saracens kunnen hierover meepraten. Met enig gevoel voor dramatiek vertelt Max aan de Republic: “Het was erg angstaanjagend. Een gigantisch schip dat de sterrenhemel verduisterde en in stilte voortkroop.” Nog duizenden inwoners van de regio zijn die vroege voorjaarsavond ooggetuige van de uiterst vreemde lichten aan de hemel. Sterker nog, al vanaf een uur of zeven ontvangen autoriteiten in Arizona de ene na de andere melding van een geheimzinnig vaartuig in het luchtruim. Dit begint al in het noordwesten van de staat, vlak bij de grens met Nevada. Veel verontruste bellers spotten net als echtpaar Evans een lichtpatroon aan de onderzijde van het object. Dat patroon bestaat uit vijf rode lichten in een V-formatie, al beweren sommigen negen lichten gezien te hebben. Eén anoniem gebleven ooggetuige schat dat het gevaarte ruim een kilometer breed is. Zo rond Tucson, in het zuidwesten van Arizona, verdwijnt het gevaarte rond half elf weer – al zou ook in het naburige Mexico de lichten dan wel het object gezien zijn. Onder de talloze, beduusd achtergebleven Arizonans is eveneens gouverneur Fife Symington. In november 2007 geeft hij in gesprek met nieuwszender CNN aan dat het incident ‘de logica tartte’ en zijn realiteitszin ‘uitdaagde’. En dat terwijl Symington het incident tien jaar eerder nog met een grap afdoet.
Een ooggetuige: 'Het was erg angstaanjagend. Een gigantisch schip dat de sterrenhemel verduisterde en in stilte voortkroop'
Enige hysterie
Nieuw is het fenomeen in maart ’97 allerminst: unidentified flying objects (onbekende vliegende objecten), algemeen bekend onder de afkorting ufo’s. Daarnaast spreken ooggetuigen en experts ook meer dan eens over ‘vliegende schotels’, naar de vorm die de objecten vaak hebben. Kort na de Tweede Wereldoorlog en tijdens de begindagen van de Koude Oorlog verschijnen dergelijke schotels veelvuldig in het Amerikaanse nieuws en er is zelfs sprake van enige hysterie. Dat begint met het roemruchte incident nabij het slaperige stadje Roswell, in de Amerikaanse staat New Mexico. Een weerballon van de Amerikaanse luchtmacht stort in 1947 in de buurt van dat plaatsje neer in de woestijn en dankzij aanvankelijk tegenstrijdige berichtgeving van de overheid (en uiteraard de nodige vage ooggetuigenverslagen) doet al snel het verhaal de ronde dat er een buitenaards ruimtevaartuig is neergestort in New Mexico en dat de overheid het incident koste wat kost probeert te verdoezelen. Het aantal waarnemingen van raadselachtige schotels in het luchtruim stijgt hierna explosief en het Pentagon, het nabij Washington D.C. gelegen hoofdkwartier van het Amerikaanse ministerie van Defensie, kan niet veel anders dan optreden. Al vanaf 1948 volgen meerdere officiële onderzoeken, niet in de laatste plaats vanwege de angst dat de Sovjet- Unie heimelijk hypermoderne militaire vliegtuigen aan het ontwikkelen én trainen is. Tussen 1952 en 1969 registreert de Amerikaanse luchtmacht maar liefst 12.000 waarnemingen van ufo’s. Na uitgebreid onderzoek van deze waarnemingen oordeelt de luchtmacht dat in 94 procent van de gevallen simpelweg een natuurlijk of kunstmatig (lees: menselijk) verschijnsel dan wel object is gespot. Met andere woorden: 6 procent blijft voorlopig onverklaard. Van een ‘vals alarm’ is dus niet altijd sprake. Desalniettemin zet de Amerikaanse overheid de onderzoeken kort hierna stil: een commissie bestaande uit tientallen wetenschappers vindt in 1966 bij het bestuderen van bijna zestig tot dan toe onverklaarde waarnemingen enkel bewijs voor prima verklaarbare fenomenen. Tevens neemt het aantal ufo-waar-nemingen bij het aanbreken van de jaren zeventig al enige tijd gestaag af, ook in andere landen.
Volledig zal de fascinatie voor én het waarnemen van ufo’s en buitenaardse wezens, mede dankzij de filmindustrie, echter nooit uit het collectieve bewustzijn verdwijnen. Ook in ons land niet: er bestaat zelfs al jaren een meldpunt voor ufo’s in het Nederlandse luchtruim.
Volgens dat meldpunt is in de eerste vijf maanden van 2020 een recordaantal meldingen binnengekomen. Toch zullen velen onder ons het zien van dan wel geloven in vliegende schotels nog altijd als een op z’n zachtst gezegd markante karaktertrek beschouwen. En dat terwijl de kans dat er buitenaards leven bestaat logischerwijs kolossaal is. En zij die op 13 maart 1997 oog in oog stonden met de Phoenix Lights – de titel die de pers aan het incident schenkt – kunnen dat bevestigen. Of is er iets anders aan de hand geweest die bizarre donderdagavond in het luchtruim boven Arizona?
Tussen 1952 en 1969 registreert de Amerikaanse luchtmacht maar liefst 12.000 waarnemingen van ufo's, 6 procent daarvan blijft onverklaarbaar
Hoon en spot
Wie de precieze waarnemingen van de Phoenix Lights op een rijtje zet, merkt op dat de ooggetuigen eigenlijk in grofweg twee kampen te verdelen zijn: één deel beschrijft, zoals hierboven is opgetekend, één gigantisch gevaarte – met vijf of meerdere lichten aan de onderzijde. Het andere kamp gelooft een vloot gezien te hebben. Zij zijn van mening dat elk licht tot een apart object behoort en er dus sprake is geweest van zeker vijf kleine gevaarten, vliegend in een Vformatie. Wie heeft er gelijk? Misschien wel beide kampen: er blijkt dat zich niet één, maar twee voorvallen hebben voorgedaan in het luchtruim boven Arizona. De V-formatie, tussen grofweg zeven en negen uur én het grotere gevaarte – uitgerust met tot wel negen lichten –iets later op de avond, al lopen beide voorvallen in de ooggetuigenverslagen meer dan eens in elkaar over (vooral van het tweede incident zijn overigens filmbeelden gemaakt). En dat maakt deze toch al vreemde zaak nog een beetje complexer.
Terwijl de media-aandacht verrassend genoeg heel snel vervliegt, maakt één gemeenteraadslid in Phoenix, Frances Barwood, zich in de maanden die volgen sterk voor een officieel onderzoek naar die donderdagavond in maart. Kritiek, hoon en spot zijn echter haar deel: collega’s drukken Frances op het hart haar naspeuring te staken, een dagblad drukt spotprenten over Barwood af en op het gemeentehuis zijn ludieke visitekaartjes in omloop waarop ze is gelinkt aan complottheorieën. Toch geeft het raadslid niet op. Ze stelt kritische vragen – waarop antwoorden doorgaans uitblijven –en blijft aandringen op een overheidsonderzoek. Die inspanningen blijven niet onopgemerkt in Phoenix en omgeving: Barwood ontvangt talloze brieven en telefoontjes van ooggetuigen. Wederom moet ze tot haar spijt constateren dat massale aandacht van de pers of een officiële respons uitblijft. Totdat de redactie van het nationaal verkrijgbare tijdschrift USA Today lucht krijgt van de bizarre incidenten in Arizona. In de editie van 18 juni 1997 schrijft het blad: “Honderden mensen maakten op 13 maart een melding van een enorm object, of objecten, in de nachtelijke hemel. Het is het meest verwarrende ufo-incident in vijftig jaar.” Het tijdschrift vervolgt: “Tot dusver is er geen verklaring, maar de overheid is niet aan het onderzoeken. Lokale en nationale diensten zijn het oneens over wie een onderzoek moet uitvoeren.” Het artikel slaat in als een bom en landelijke televisiezenders besteden eindelijk aandacht aan de zaak. De autoriteiten kunnen nu niet langer om de hete brij heen draaien.
Volgens een Nederlands meldpunt voor ufo's is de eerste vijf maanden van 2020 een recordaantal meldingen binnengekomen
Gewoon lichtkogels?
Het is de Amerikaanse luchtmacht die met een eerste verklaring komt. Volgens de luchtmacht heeft er die bewuste avond een oefening plaatsgevonden boven Arizona. De lichten? Dat zouden flares, ofwel lichtkogels, zijn geweest, gedropt boven een testgebied in de woestijn. Deze felle lichtkogels daalden traag, waardoor ze lang in de regio zichtbaar zijn geweest. Bovendien is het zeker bij precisietrainingen niet uitzonderlijk dat gevechtsvliegtuigen de lichtkogels in formatie afschieten. De timing van deze oefening zou nagenoeg perfect overeenkomen met het tweede Phoenix Lights-incident. Hiermee blijft het eerste voorval, eerder op de avond, dus vooralsnog onverklaard. Maar niet voor Mitch Stanley, een inwoner van Scottsdale. In gesprek met de krant Phoenix New Times claimt hij de lichtformaties vanuit zijn woning door een Dobsontelescoop – minstens 1500 keer sterker dan het menselijk oog – bekeken te hebben. Stanley concludeert dat de lichten weliswaar tot in formatie vliegende objecten behoren, maar neemt waar dat het gaat om vliegtuigen – al dan niet van de Amerikaanse luchtmacht. Goed, de kisten vliegen bijzonder hoog, maar verder vindt Stanley het maar weinig interessant. Wetenschappers zouden zijn verklaring later als ‘plausibel’ bestempelen. En daarmee lijkt het mysterie van de Phoenix Lights wellicht ontrafeld. Bij lange na niet iedereen is echter tevreden met deze lezing. Sterker nog: het komt neer op Stanley en de luchtmacht versus de rest. Een trucker die op de bewuste avond langs een luchtmachtbasis nabij Phoenix rijdt, claimt dat de lichten al even te zien zijn geweest voor hij plots enkele straaljagers ziet opstijgen om de lichtballen te benaderen. Kort hierna zouden de lichten verdwenen zijn. Hij vraagt zich sindsdien af wat de Amerikaanse overheid probeert te verbergen.
En zo zijn er dus nog talloze ooggetuigenverslagen. Daarnaast melden meerdere bronnen dat de Amerikaanse luchtmacht aanvankelijk stellig heeft ontkend dat er die donderdagavond (gevechts-) vliegtuigen boven Arizona hebben gevlogen – laat staan dat er een training is uitgevoerd. En dat zou een strakke V-formatie op z’n zachtst gezegd bijzonder maken.
Een geheime training van de Amerikaanse luchtmacht die meer los heeft gemaakt dan de defensietak (aanvankelijk) toe wil geven? Wij neigen naar die verklaring. Zeker weten doen we het niet. Al helemaal niet omdat het Pentagon in april van 2020 nog een serie bizarre video’s publiceert. Op deze beelden zien we Amerikaanse piloten die boven de Stille Oceaan stuiten op een onbekend en razendsnel (sneller dan welk door mensen gemaakt voertuig dan ook) voortbewegend object. Het Pentagon bevestigt dat ieder frame authentiek is en zegt tevens geen flauw idee te hebben waar de piloten – die in de filmpjes stomverbaasd met elkaar communiceren – precies op zijn gestuit. Wellicht een cliché, maar toch: wordt ongetwijfeld vervolgd.
- iStock e.a.