Ze zijn casual gekleed, voormalig profvoetballer Ruud (38) en zijn drie jaar jongere broer Frank, op de dag dat ze voor het eerst zullen spreken over de vechtpartij waarbij in 2017 een man omkwam en een andere zwaargewond raakte. Ruuds lichtgrijze joggingpak is van Cruyff, capuchon op de rug, sneakers van Adidas aan zijn voeten. Peper-en-zoutkleurig haar in Cristiano- Ronaldo-eske zijscheiding. Een baardje.
Zijn broer heeft net zo’n baard, dezelfde haarkleur, maar de stoppels gemillimeterd. Zijn grijze hoodie is een paar tinten donkerder dan die van zijn broer. Een vaalzwarte spijkerbroek, sokloze enkels boven sneakers van Adidas met drie kleurige stippen op de zijkant.
Ze kijken nauwelijks de zaal in als ze worden binnengeleid. Niet dat daar veel te zien valt, een handjevol journalisten en verder alleen Grietje Esman. Zij is de moeder van Roelof Esman (22) uit Winterswijk, die omkwam bij de vechtpartij, in een kroeg in het Overijsselse dorpje Reutum. Zijn drie jaar oudere broer Angelino raakte zwaargewond. Die knokpartij is de reden voor deze zitting bij het Gerechtshof in Zwolle. In eerste aanleg kregen de broers allebei twaalf jaar opgelegd voor doodslag. Die straf vechten ze nu aan in hoger beroep.
Wat er gebeurde
Eerder zwegen Ruud en Frank.
Dat was niet hun eigen idee; het werd hen ingefluisterd door hun toenmalige raadsman. Wie er wanneer precies ruzie kreeg met wie? Wie 112 belde? Waarom er twee messen zijn gevonden met het dna van Roelof Esman erop? Welke vraag de verhoorders ook stelden, het antwoord bleef hetzelfde.
“Ik beroep me op mijn zwijgrecht.”
Er kwam een veroordeling, er kwamen nieuwe advocaten.
Dat ze maar beter konden gaan verklaren, adviseerden die de broers. En dus vertellen Ruud en Frank nu voor het eerst wat er –volgens hen – precies is gebeurd in die nacht van 4 op 5 augustus. Met een groep vrienden vierden ze het begin van de bouwvak, vertellen de broers – hapje, drankje, nog een drankje, met zijn allen bij eetcafé Antje en Billie dat op haar site adverteert met ‘Lekker eten &gezelligheid’. Gezelligheid was er zeker. Maar toen...
De vlam sloeg in de pan toen iemand tegen een lamp aan botste. De barman zei er iets van en moest dat met een klap bekopen. Ineens heisa. Ruud bemoeide zich ermee, waarom weet eigenlijk niemand, hijzelf ook niet, maar er ontstond een vechtpartij, en de kastelein stuurde de branieschoppers naar buiten.
Eenmaal buiten de kroegdeuren deden sommigen van hen hun shirt uit, begonnen luid op de ramen te bonzen. Binnen mum van tijd stonden beide groepen ineens naar elkaar te schreeuwen, te razen en te tieren. Ruud stond op dat moment nog binnen met de barman, maar besloot naar buiten te lopen om de boel te sussen, zegt hij. Hij beschrijft cafégasten: ‘die dikke’, ‘die donkere’, en toen ineens in alle commotie, zegt hij, werd hij aangevallen door een jongen die hij niet kende, van wie hij pas later zou horen dat het Roelof Esman was, een jongen die iets glinsterends in zijn hand had. In één lezing pakte Ruud een stoel om afstand te creëren, in een andere versie gaf hij hem een trap met hetzelfde doel. Hij weet het niet meer precies, het is drieënhalf jaar geleden en iedereen was kacheltjelam, en daarbij: het ging zo snel, eerder seconden dan minuten, maar in elk geval realiseerde hij zich dat het glinsterende voorwerp een mes moest zijn, en pakte het af.
Tijd om op adem te komen was er niet, want even verderop zag hij zijn broer Frank op de grond liggen, wild worstelend met twee kerels bovenop zich. Ruud aarzelde geen moment en rende naar hem toe om de mannen van zijn broer af te trekken. Een van de twee bleek later Angelino te zijn, de broer van Roelof Esman. Ruud hielp zijn broer overeind, en samen liepen ze het café weer in. In de keuken bleek Ruud gewond aan zijn linkerhand, iemand schoot hem te hulp met een theedoek, en toen hij even later op-keek, zag hij Frank weer, met een telefoon aan zijn oor.
Moeder Grietje: 'Het liefst pak ik een pistool en schiet jullie allebei dood. Hier in deze rechtszaal. Jammer genoeg gaat dat niet'
Twee bebloede messen
In de zittingszaal spreken de heren in volzinnen, met een heel licht Twents accent, alleen bij de ‘o’ en bij de ‘e’ en alleen als je goed luistert. Hun toon is neutraal, ze zijn goed te verstaan, kijken de rechters aan, lezen mee in de stapel papieren die voor hen ligt, nemen af en toe een slok water. Geen merkbare woede of verdriet, geen omhalen van woorden of theatrale gebaren. Interactie met elkaar is er niet, dat kan ook niet vanwege de corona-opstelling met plexiglazen schotten, en bovendien worden beide broers geflankeerd door hun eigen advocaat. Dat ze spreken, wil nog niet zeggen dat alle vragen worden beantwoord – tot frustratie van Grietje Esman en de advocaat-generaal. Roelof werd zo diep in zijn onderrug gestoken dat het mes reikte tot aan zijn borstholte. Behalve die dodelijke steek had hij ook wonden op armen en handen, die lijken op de verwondingen die je oploopt als je probeert je af te weren. Herkent Ruud dat, vraagt de rechter?
Nee, zegt hij, de afweerwonden zeggen hem niets, alleen de worsteling.
Herinnert u zich dat u hem in de rug stak?
Nee, dat herinnert Ruud zich niet.
“Hij moet op zijn buik hebben gelegen, met u bovenop hem,” helpt de rechter, maar tevergeefs.
“Daar kan ik niets over zeggen. Dan zou ik speculeren en dat wil ik niet.” Ja, zegt Ruud, hij heeft het mes afgepakt, de jongen tikken gegeven. Maar bewust gestoken – dat niet.
En hoe zat het nou precies met het mes? Ruud verklaart dat hij het in de keuken van zich af gooide, dat het onder het aanrechtblad belandde. Dat hij zich bedacht: wat nou als die gasten terugkomen? Dat hij toen uit een papieren bestekzakje een steakmes pakte en dat in zijn broekzak stopte, voor het geval dát.
Maar later vond de politie niet op één, maar op twee messen bloed, van zowel Roelof als Angelino, en spierweefsel van Roelof in Ruuds zak – vermoedelijk afkomstig van het mes dat hij daarin bewaard had. “Onmogelijk,” zegt Ruud hierover. Hij vermoedt dat er gerommeld is met bewijsmateriaal. Eerder al was er gedoe in deze zaak rondom opnamen van politieverhoren die bleken te zijn verdwenen, of mogelijk zelfs helemaal niet gemaakt.
Ook blijft het gissen hoe precies de melding bij 112 te interpreteren. Op de opname is duidelijk een stem te horen die roept: “Hij steekt gewoon, die gek!” En:
“Steek van je af!” Wie dit precies zegt, en tegen wie, en wat ermee wordt bedoeld? Daarop hebben de broers geen antwoord.
Dat hebben ze evenmin op de hun voorgehouden verklaringen van getuigen. Die ene die zei dat hij Ruud én Frank samen op een liggende jongen had zien staan inschoppen, die had gewaarschuwd: “Straks schop je hem dood!” De getuigen die verklaren dat beide broers met elk een mes in de hand de kroeg uitliepen, ‘schouder aan schouder en helemaal wild’.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- ProShots, YouTube