Pas getrouwd en nu lekker languit op een van de vele maagdelijk witte stranden die het idyllische Grande Comore rijk is. Ja, het leven lacht een Zuid-Afrikaans echtpaar op huwelijksreis toe. Gelukkig heeft het stel eraan gedacht een videocamera mee te nemen: het adembenemende paradijs dat Grande Comore – het grootste eiland van de Comoren – is, legt het paar op fraaie wijze vast voor het nageslacht. Terwijl de echtgenoot met een brede glimlach en ontbloot bovenlijf op z’n strandbedje voor de lens poseert, klinkt enkele honderden meters verderop plots een hels lawaai. Vlug draait zijn vrouw de camera richting zee. Met lichtelijk trillende handen filmt de Zuid-Afrikaanse hoe een vliegtuig niet ver boven het wateroppervlak aan komt zetten. Even denkt ze dat dit onderdeel moet zijn van een vliegshow. Dan komt de kist met een harde klap op de golven terecht, maakt een scherpe draai en loopt het in het opstuivende water zichtbaar grote schade op. Meteen slaat de paniek op het zoeven nog rustieke strand toe. Bewoners en badgasten, onder wie enkele duikers en een groep Franse artsen, slaan de handen ineen en doen wat in hun macht ligt om het wrak te bereiken en de passagiers te hulp te schieten. Het personeel van een hotel aan het strand maakt haastig enkele bootjes gereed. Al snel bereiken de eerste overlevenden Grande Comore.
De camera blijft draaien. Op de afgrijselijke beelden is de radeloosheid zichtbaar, tastbaar. De meeste slachtoffers zijn er slecht aan toe. Een man in een beige broek ligt levenloos op het zand.
Troostend houdt een blonde toerist zijn hand vast, terwijl een in gestreept badpak gestoken vrouw haar uiterste best doet hem te reanimeren. Anderen proberen gewonde reizigers zo snel mogelijk van de kust naar het enkele kilometers verderop gelegen ziekenhuis van Mitsamiouli, een stadje in de buurt, te vervoeren.
Mede dankzij de heroïsche inspanningen van de lokale bevolking en de toeristen verlaten tientallen inzittenden levend het rap zinkende vliegtuigwrak en zullen velen de crash uiteindelijk na kunnen vertellen. Honderdvijfentwintig minder fortuinlijke inzittenden komen wel om het leven: in het water en sommigen op het droge.
De beelden van het Zuid- Afrikaanse echtpaar gaan algauw de wereld over. Het stel blijkt tijdens hun wittebroodsweken de tragische ontknoping van een bizarre vliegtuigkaping te hebben vastgelegd.
De kaper met de bivakmuts toont de passagiers een staaf. Hij claimt een explosief in handen te hebben. Het drietal zal er niet voor terugdeinzen de kist te laten ontploffen
Bivakmuts en bijl
De in totaal 175 inzittenden (163 passagiers en twaalf bemanningsleden) van de relatief nieuwe Boeing 767 staat een lange vlucht te wachten. Het is zaterdagochtend 23 november 1996 en de kist zal al voor acht uur vertrekken vanaf Bole International Airport, de luchthaven van de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. De eindbestemming is Félix-Houphouët- Boigny International Airport: het vliegveld van Abidjan, de grootste stad van Ivoorkust. Drie tussenlandingen staan op het programma voor vlucht 961 het continent heeft doorkruist en Abidjan zal bereiken. De hagelwitte Boeing, bijgenaamd Zulu, zal stops maken in achtereenvolgend Kenia, Congo-Brazzaville en Nigeria. De tussenlandingen rekken de normaal gesproken zes uur durende reistijd flink en dan hebben de reizigers al in Addis Abeba enige vertraging opgelopen vanwege een eerder vertraagde transfervlucht. Maar rond tien over acht stijgt het vliegtuig, met aan boord passagiers afkomstig uit alle windstreken, alsnog op. Een klein half uur later en nog boven het Ethiopische luchtruim ontstaat er wat consternatie achterin de kist. Enkele bronnen melden hoe een op het eerste oog verknipte en duidelijk beschonken twintiger het schreeuwend op een rennen naar de cockpit zet en die vervolgens probeert binnen te dringen. De meeste passagiers kunnen niets uit zijn gekerm opmaken, maar toch slaat veel inzittenden de schrik om het hart. Zeker als twee medestanders – eveneens jonge, luidruchtige en benevelde knapen – zich bij hun kameraad voegen. Eén van hen trekt snel een bivakmuts over zijn hoofd. De mannen blijken Ethiopiërs te zijn; in het Amhaars (de officiële landstaal van Ethiopië), maar ook in gebrekkig Frans en Engels maken ze hun bedoeling duidelijk: dit is een kaping. De bemanning kan niet anders dan zich gewonnen te geven: de drie zijn namelijk bewapend. Eén kaper heeft een ergens in het vliegtuig verborgen kleine bijl bemachtigd, een tweede houdt in zijn handen een kleine brandblusser in de aanslag. Luttele ogenblikken nadat de jonge Ethiopiërs naar voren zijn gerend, betreden ze met geweld de cockpit. Daar delen ze enkele rake klappen uit aan copiloot Yonas Mekuria (35). Eenmaal terug in de cabine toont de kaper met de bivakmuts de verontruste passagiers een in ondoorzichtig blauw plastic en zwarte ducttape gewikkelde staaf. Hij claimt een explosief in handen te hebben. En het drietal zal er absoluut niet voor terugdeinzen de kist te laten ontploffen, mochten de piloten hun eisen niet inwilligen of, zo waarschuwt de gemaskerde man de passagiers, mocht één van de inzittenden in een heldhaftige maar oliedomme bui besluiten de kaping te verstoren. Daarnaast beweren de jongemannen dat door het vliegtuig heen nog acht compagnons verspreid zitten. Ook zij kunnen, in het geval er een revolte ontstaat in de cabine, ieder moment toeslaan. Op intimiderende wijze loopt de gemaskerde kaper door het gangpad van de Boeing, zijn handen stevig om het explosief geklemd.
De captain sluit kort zijn ogen, haalt diep adem en drukt de stuurknuppel naar voren. Een noodlanding op het water is de allerlaatste kans op overleven
Niet genoeg brandstof
Het vreselijke riedeltje komt de 42-jarige Ethiopiër Leul Abate helaas maar al te bekend voor. De ervaren en gerespecteerde captain van de vlucht heeft al twee keer eerder van heel dichtbij een kaping meegemaakt. In de lente van 1992 wijkt een vlucht met Abate aan de stuurknuppel onder druk van kapers uit naar de Keniaanse hoofdstad Nairobi. En in het voorjaar van 1995 dwingen indringers Abate en zijn copiloten hen naar Zweden te vliegen.