Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Na 12,5 jaar cel en TBS staat Glenn nu voor de klas: 'TBS voelt als verkapt levenslang'

Na 12,5 jaar cel en TBS staat Glenn nu voor de klas: 'TBS voelt als verkapt levenslang'

Na een diefstal op zijn werk en het neersteken van een man zit Glenn Salvesen (38) vier jaar in de gevangenis en achtenhalf jaar in een tbs-kliniek. De lessen die hij daar leert, draagt hij voor altijd met zich mee. Nu is hij ademcoach en spreker op scholen: “Ik gebruik mijn ervaringen om anderen te helpen.”

Mijn jeugd: drugs en drinken

“Mijn jeugd is heel dubbel. Tot aan mijn twaalfde gaat het prima, maar daarna loopt het helemaal fout,” vertelt hij. “Ik voel me nooit goed genoeg. Mijn ouders kunnen niet met hun gevoelens omgaan. Ze verwachten te veel van mij. Ik krijg als kind niet de liefde en de aandacht die ik nodig heb, waardoor ik steeds verder van mezelf, mijn familie en mijn vrienden verwijderd raak. Ik voel me niet gezien en gehoord. Vanaf mijn twaalfde leef ik vooral op straat en ga ik blowen en drinken. Vanaf mijn achttiende komen daar xtc, coke en speed bij. Mijn ouders proberen me te helpen, maar ik wil dat niet. Ik uit mijn frustraties op een verkeerde manier. Het enige wat voor mij telt, is geld, hoe meer hoe beter.”

Waar het fout ging

“Als je geld hebt, heb je vrienden. Dat merk ik vooral als ik 15.000 euro steel uit de kluis van de Free Record Shop waar ik werk. Opeens heb ik heel veel vrienden. Maar als het geld een maand later op is, zijn zij ook weg. De paar die ik overhou, zijn verkeerde vrienden. Meestal sta ik stijf van de drugs, net als zij. Tijdens kroegentochten geven de anderen rondjes. Ik heb daar nooit geld voor. Na weer zo’n avond zeg ik dat ik nog geld tegoed heb van iemand. Dat is niet waar, maar liegen gaat me zo makkelijk af… Ik rij met een vriend naar een adres waar ik eerder met een groep jongens een overval wilde plegen die niet doorging. Nu doe ik dat wel even in mijn eentje. Ik breek in en zie een man in zijn huiskamer. Die schrikt zich rot. Er ligt een mes op de keukentafel dat ik pak. Ik bedreig hem, ik wil geld. De man staat op uit zijn stoel om geld te pakken en ik zie mezelf stekende bewegingen maken. Ik schrik: heb ik hem nou geraakt?

Ik raak hem niet volgens mij, maar zie wel viezigheid. Ik besef niet dat dat bloed is. De man pakt een envelop met geld die ik uit zijn handen gris en ik ren naar buiten.

De volgende dag schep ik in de kroeg op over mijn overval. Pas die avond zie ik op tv dat de man echt gewond is geraakt. Ik schrik, maar mijn reactie daarop is meer drugs. De volgende ochtend omsingelt een arrestatieteam van dertien man mijn huis. Ik zit boven als de bel gaat. Met mijn biertje loop ik rustig de trap af, ik neem nog een slok en doe de deur open: Ik ben het, jullie mogen me meenemen.

Twaalf dagen zit ik in isolatie op het politiebureau en verhoren de agenten mij. Ik gooi alles meteen op tafel, ze zijn al op de hoogte van mijn diefstal bij mijn voormalige werkgever. Vervolgens brengen ze mij naar het huis van bewaring in Leeuwarden, waar ik een paar jaar zit. Daar ben ik het mannetje.

Iedereen kijkt tegen me op als bijdehante Amsterdammer. Ik ben gewetenloos en totaal van God los. Ik doe nog steeds alles om aan geld te komen, ook al is dat iemand tot bloedens toe in elkaar trappen.

Omdat ik liever dichter bij mijn ouders wil zitten, word ik naar Almere overgeplaatst. Al komen mijn ouders amper op bezoek.

Al in Leeuwarden krijg ik het advies voor tbs, maar dat zie ik niet zitten. Een celstraf heeft een einde en je weet wanneer dat is. Tbs wordt steeds met één of twee jaar verlengd, het voelt als verkapt levenslang. Daarom vraag ik een herziening aan, maar na een nieuw onderzoek in het Pieter Baan Centrum krijg ik weer tbs als advies. Mijn gedrag wordt steeds gewelddadiger in de loop der jaren, dat patroon moet stoppen, maar dat kan niet in de gevangenis. Ik word veroordeeld tot vijf jaar cel en tbs. Ze sturen me door naar een gevangenis in Heerhugowaard.”

‘Bij die overval bedreig ik die man met het mes, ik wil geld. Ik zie mezelf stekende bewegingen maken. Ik schrik: heb ik hem nou geraakt?’

Lezen en werken in de bajes

“De gevangenis is voor mij wel heel fijn. Ik verlang naar rust en die is daar volop. Ik dacht terug aan een ex van mij die nogal in de spirituele wereld zat en ik zoek in de gevangenisbibliotheek boeken uit die hoek. Ik kom een boek tegen van Jan Foudraine – De man die uit zijn hersenen zakte – over zijn ervaringen met een spiritueel leraar uit India. Het raakt me heel erg. In dat boek lees ik over hoe je vanuit je hersenen naar je hart kunt zakken. Ik ga minder in mijn hoofd zitten en meer in mijn lichaam, meer in het voelen en het zijn. Ik lees veel boeken en mediteer drie uur per dag. Door een briefje met een telefoonnummer in dat boek leg ik contact met mensen uit die wereld. Zij bezoeken me zelfs in de gevangenis en dat bezorgt mij een heel netwerk van mensen door wie ik me wel gezien en gehoord voel. Wekelijks komt er een soort moederfiguur op bezoek. Ze houdt me een spiegel voor over wat ik heb gedaan en wat de gevolgen daarvan zijn. Ik leef in de gevangenis volledig in overgave, dat moet wel want ik weet niet wanneer ik vrijkom.

Met werken verdien ik wat geld. Werken is verplicht, minimaal halve dagen, maar ik werk meestal  hele dagen. Daarmee verdien ik 25 euro per week. We repareren fietsen, stellen pakketjes voor vakantiehuisjes samen, met een sponsje, doekje en afwasmiddel.

We doen schroefjes in een bakje… Nogal saai werk, maar ik doe dat zo goed dat ik promoveer naar schoonmaker van de afdeling. Dat is wel relaxed. In de gevangenis zien ze mij vooral als student. Er zitten zware jongens om me heen, iemand die met de Heinekenontvoering te maken had en een ander die iets met de Molukse treinkaping van doen had. Niet echt fijne jongens, maar het contact is prima. Een donkere jongen met wie ik bevriend raak, heeft veel respect bij anderen.

Die jongen komt uit Suriname en had een toko in Amsterdam.

Hij leert me goed koken met ingrediënten die we bij het winkeltje in de gevangenis kopen. In het begin van mijn verblijf in de gevangenis rook en blow ik nog, maar ik wil stoppen met drugs.

Van blowen krijg ik op een gegeven moment zulke angst- en paniekaanvallen dat ik denk dat ik doodga. Ik doe een paar pogingen om te stoppen, maar nadat ik op een avond naar Sensation (danceen housefeest in de Arena, red.) heb geluisterd, draai ik de laatste joint van mijn shag. Daar geniet ik nog van en daarna is het klaar. Dat stoppen is in het begin moeilijk, maar ik hou mezelf voor dat het verlangen na vijf minuten weg is. Na een paar jaar heb ik helemaal geen behoefte meer.

Best knap eigenlijk.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Misdaad
  • Rick Nederstigt