Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Billy, de XTC & de martelcontainer

Billy, de XTC & de martelcontainer

In juni 2020 werd in de Wouwse Plantage een zeecontainer ontdekt die was ingericht als martelkamer, met een tandartsstoel waarin slachtoffers konden worden vastgebonden, en een snoeischaar en takkenzaag om ze aan het praten te krijgen. Negen verdachten werden aangehouden, onder wie de 43-jarige William Jan H. (‘Billy’), een oude bekende van de politie – zowel in Nederland als het buitenland. Dit is het verhaal over zijn Nieuw-Zeelandse ‘avonturen’.

Wiliam Jan H. is aangehouden samen met drugshandelaar Roger P. (‘Piet Costa’), ‘Rotterdamse’ Hassan M. en een verklaard tegenstander van Ridouan T.: Robin van O. William Jan H. wordt in Nederland verdacht van betrokkenheid bij de verdwijning van en vermoedelijk moord op Remco van der Torrre, en in Nieuw-Zeeland werd hij in 2000 vervolgd voor de moord op xtc-dealer Terri King.

Maar was H. wel de moordenaar van King? Of probeerde het Openbaar Ministerie hem erin te luizen? Wellington, Nieuw-Zeeland, begin 1999. De 20-jarige William Jan H. stapt het modellenbureau van Bronwyn Eichbaum binnen. Want dat wil hij worden: fotomodel. H. stelt zich voor als ‘Billy’ en vertelt dat hij in zijn geboortestad Rotterdam ook al modellenwerk heeft gedaan.

Eichbaum neemt de lange slungel nauwkeurig op. Een good look is haar eerste indruk. Maar een portfolio heeft hij niet. H. was met zijn vader en zuster vanuit Nederland naar Nieuw-Zeeland gekomen en overhandigt Eichbaum zijn registratiekaart, het bewijs dat hij legaal in het land is en er mag werken. Eichbaum constateert dat hij graag praat over zijn prestaties. Hij heeft tien skydives op zijn naam staan, twintig bungeejumps en doet aan waterpolo, snowboarden en judo. Zijn vader was een bekende judotrainer en zelf had hij deel uitgemaakt van het Nederlands olympisch judoteam, tot een schouderblessure hem tot stoppen had gedwongen. Nu ambieert hij een rol in de film Lord of the Rings. Wat een bluffer, denkt Eichbaum. Toch belooft ze te kijken of er werk voor hem is en ze legt de registratiekaart in de la van haar bureau. Als H. het bureau verlaat, heeft ze haar oordeel klaar: een good look, maar full of crap, een praatjesmaker. Wat ze niet weet: H. heeft al betaald werk. Werk waarvoor hij zijn registratiekaart niet nodig heeft. Hij handelt in xtc.

Enveloppen vol pillen

Niet lang daarna komt William H. voor het eerst in beeld bij de Nieuw-Zeelandse politie. Die heeft ontdekt dat vanuit Nederland brieven met xtc-pillen worden verstuurd naar verschillende adressen in Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Een van de adressen is dat van de vader van H. in het oostelijke stadsdeel Miramar. De politie heeft het vermoeden dat zijn zoon degene is die de pillen laat bezorgen en vraagt de posterijen de brieven achter te houden om zo de enveloppen te kunnen behandelen met chemisch spul dat op de vingers achterblijft van degene die ze opent.

Die truc werkt. Bij een doorzoeking vindt de politie de enveloppen terug, mét daarop de vingerafdrukken van William H. En ultraviolet licht toont de aanwezigheid van het chemische goedje op zijn vingers aan. Uiteindelijk blijkt H. 599 xtc-pillen te hebben ontvangen. Straatwaarde: 59.900 dollar.

Want één pilletje kost in Nieuw- Zeeland liefst 100 dollar. Hij wordt ingesloten, maar op borgtocht weer vrijgelaten. Hij mag de inhoudelijke behandeling van zijn zaak in vrijheid afwachten.

Het interieur van de martelcontainer.

En Billy is nog steeds op vrije voeten als een zwerver op 13 april 1999 twee jonge mannen Mount Holdsworth op ziet lopen, 48 kilometer ten noordoosten van Wellington. Beiden dragen een geweer. Een van hen heeft ook een schop bij zich. Zo’n opvouwbare.

De andere draagt shorts met een opvallende kleurencombinatie: rood-wit-blauw, in die volgorde, net als bij de Nederlandse vlag. Hij komt alleen de berg weer af. Twee maanden later, op 25 juni 1999, vindt een jager op Mount Holdsworth het bevroren lichaam van ene Terri King, van wie op 13 april 1999 voor het laatst iets was vernomen. Hij was met één schot uit een geweer in het achterhoofd gedood. Zijn hersenen waren z’n gezicht uit gespat.

Op dat moment was William Jan H. al veroordeeld voor de invoer van xtc, die 599 pillen. Hij moet drie jaar en drie maanden zitten.

Maar wie was Terri King?

Adult entertainment

De politie stelt al snel vast dat King, bruin haar, groene ogen en een lengte van 1,73 meter, weliswaar als zelfstandig loodgieter had gewerkt, maar dat dit niet zijn enige bron van inkomsten was geweest. King had als barman gewerkt op de Strip in Wellington, in Liks Strip Bar van Brian le Gros, de koning van adult entertainment in de hoofdstad. King had ook in xtc gehandeld, maar niet succesvol. Terri King had schulden. Daarnaast leed hij aan ADHD. Volgens zijn zus hield hij van snelheid. Van de kortste weg. Maar always looking for a shortcut kan je in moeilijkheden brengen, voegde ze eraan toe.

King was op 14 april 1999 als vermist opgegeven.

Gereedschap in de martelcontainer.

Die dag stapt Simon van der Hoorn, een makelaar met een kantoor dicht bij Mount Holdsworth, naar de politie en vertelt dat King en een kennis van King de nacht van 12 op 13 april bij hem hadden doorgebracht. Hij kende King, maar die kennis niet. Op 13 april waren ze vroeg in de ochtend alweer vertrokken. King had de grijze Nissan Maxima van Van der Hoorn geleend. Dat deed hij wel vaker, maar altijd bracht hij de wagen nog dezelfde dag terug. Nu niet.

De politie besteedt niet heel veel aandacht aan de verdwijning, maar dat verandert dus als op 25 juni de verdwijningszaak een moordzaak wordt.

Het onderzoek verloopt moeizaam. Het Openbaar Ministerie looft een beloning van 50.000 dollar uit voor de gouden tip. Overwogen wordt zelfs om eventuele mededaders onschendbaarheid te garanderen als ze maar getuigen, want - zo praktisch zijn ze daar op dat moment in Nieuw-Zeeland - dat zou de belastingbetaler een hoop geld schelen. Uit telefoongegevens blijkt wel dat het op een na laatste telefoongesprek dat Terri King had gevoerd, een gesprek met William Jan H. was.

In april 2000, precies een jaar na de moord, arresteert de politie een verdachte. De pers krijgt zijn naam nog niet te weten.

Maar er gebeurde meer in Wellington dat het daglicht niet kon verdragen. En ook in die zaak bleek het Openbaar Ministerie coulant voor spijtoptanten.

Nog meer xtc

Op 7 juni 1999 - Terri King is alleen nog maar verdwenen arriveren twee Zuid-Afrikanen in Nieuw-Zeeland, Albertus van Schalkwyk (34) en John Goldsmith (26). Beiden hebben een verleden bij de Zuid-Afrikaanse politie, Van Schalkwyk bij de narcoticabrigade, maar nu is hij eigenaar van een beveiligingsbedrijf. Goldsmith werkt voor hem. Ook hier heeft de politie het vermoeden dat er sprake is van drugshandel, vooral die in xtc. Niet in brieven per post dit keer, maar in pakketjes en per koerier. De politie ontdekt dat de Zuid- Afrikanen drie Nieuw-Zeelandse handlangers hebben: twee barmannen (van wie er een op de Strip werkt, een collega van King in Liks Strip Bar) en een schilder. Maar wel een schilder die lid is van een criminele motorclub.

De Nieuw- Zeelandse hoofdstad Wellington.

De pakketjes worden behandeld zoals de brieven aan William Jan H. Bovendien wordt de woning van de schilder volgehangen met microfoons. Want de pakketjes zijn aan hem gericht. De politie vindt uiteindelijk 2563 xtc-pillen en 32 gram coke met een straatwaarde van respectievelijk ruim 250.000 en 20.000 dollar. Het Openbaar Ministerie verdenkt de twee Zuid-Afrikanen van betrokkenheid bij de smokkel en klaagt ze aan. Beiden bekennen. In juni 2000 veroordeelt de rechtbank hen tot twee jaar. Een lage straf vergeleken met de drie jaar en drie maanden die William Jan H. kreeg voor ‘slechts’ 599 xtc-pillen. Sterker: het Openbaar Ministerie laat meteen weten dat ze al voor kerst naar huis mogen. Nog sterker: eigenlijk zijn het modelburgers. Van Schalkwyk heeft een ‘significante bijdrage’ geleverd aan law and order in Zuid-Afrika, en Goldsmith heeft als politieman weliswaar een aantal mensen doodgeschoten, maar allemaal in the line of duty. Maar dit gebeurde tijdens de apartheid, voegt een rechtbankverslaggever daaraan toe. En als lid van de geheime politie. Welk spel wordt hier gespeeld?

William Jan H. heeft deel uitgemaakt van het Nederlands Olympisch judoteam. Nu ambieert hij een rol in de film Lord of the Rings

The Dutch connection

Vier maanden later - in oktober 2000 - begint de rechtszaak tegen de man die in april van dat jaar was opgepakt voor de moord op King. En nu pas wordt zijn naam bekendgemaakt: William Jan H.

Het bewijs tegen hem is sterk, zo blijkt op de eerste zittingsdag. Circumstantial (indirect dus), zoals het Openbaar Ministerie erkent, maar sterk. In de woning van H. is een paar shorts gevonden in een opvallende kleurencombinatie: rood-wit-blauw. H. verklaart ze pas na de moord te hebben gekocht. Maar de politie vindt foto’s waarop H. in dergelijke shorts staat, foto’s genomen vóór de moord. H. liegt dus.

Op die shorts worden pollen gevonden die op de plaats delict voorkomen. En in de woning van de vader van H. wordt munitie gevonden die vergelijkbaar is met de patroon waarmee King was gedood.

Twee tieners die ook op Mount Holdsworth waren verklaren daar gesproken te hebben met twee mannen. Een van hen had zich voorgesteld als Terri, hij vertelde dat ze gingen jagen. Wat de tieners niet geloofden toen ze naar de shorts van de andere man keken: rood-wit-blauw. En Terri liep er zelf ook al niet bij als een jager. Bewoners van het appartement van H. verklaren dat ze de grijze Nissan Maxima van Simon van der Hoorn voor het appartement van H. hadden zien staan, ná de moord. Dus moest H. wel de kennis van King zijn geweest die met King bij Van der Hoorn had overnacht.

En een vrouw bekent dat ze H. aanvankelijk een vals alibi had verschaft voor de dag van de moord. Hij zou bij haar zijn geweest, maar was dat niet.

Volgens het Openbaar Ministerie lag de aanleiding voor de moord in de handel in xtc. King had vrienden verteld dat hij H. 8000 dollar had gegeven om bij Dutch drugs lords xtc-pillen te bestellen, die per pakketje zouden worden opgestuurd, maar nooit waren aangekomen.

Een week later was King dood.

H. zou - nog steeds volgens het Openbaar Ministerie - King naar Mount Holdsworth hebben gelokt met de belofte dat daar, op 1400 m hoogte, een voorraad xtc-pillen lag begraven. King mocht die verkopen om de 8000 dollar te compenseren. Maar er lagen helemaal geen xtc-pillen begraven. Terwijl King met zijn vouwschop begon te graven, richtte H. zijn geweer.

H. kijkt de leden van de jury in de ogen en ontkent. Hij heeft King niet vermoord en was niet op Mount Holdsworth.

Daarop verrast de officier van justitie de jury (en H.) met de opname van een gesprek dat H. in de gevangenis met een medegevangene heeft gevoerd en dat door die medegevangene op band is vastgelegd. De jury hoort H. tegen de inmate zeggen dat hij met King op Mount Holdsworth was toen plotseling twee ‘Russian mafia mobsters’ uit de bosjes waren gekomen en King met een pistool hadden doodgeschoten.

H. liegt dus weer, zegt de officier. Hij was wél op de berg. Akkoord, deskundigen hadden vastgesteld dat King met een geweer en niet met een pistool was doodgeschoten, maar H. is dus op Mount Holdsworth geweest die dag.

Een jager vindt op de berg het lichaam van Terry King. Hij is met één schot in het achterhoofd gedood. Zijn hersenen zijn z'n gezicht uit gespat. William Jan H. wordt vervolgd

Geen pistool maar geweer

Daarop richt de advocaat van H., Donald Stevens, zich tot de jury, Stevens herhaalt wat H. heeft gezegd: dat hij onschuldig is. Ten eerste: er zijn wel meer mensen met rood-wit-blauwe shorts. Ten tweede: je kunt het ook omdraaien. Wie trekt nou van die opvallende shorts aan als hij van plan is een moord te plegen? En die pollen waren op meer plekken aanwezig. De gebruikte munitie was inderdaad vergelijkbaar met de munitie gevonden in de woning van H. senior. Maar niet identiek aan... Het moordwapen is bovendien nooit gevonden. En iedereen kon de Nissan van Simon van der Hoorn voor de deur van het appartement van H. hebben gezet. Wat dat gesprek met die inmate betreft: als H. werkelijk op die berg is geweest, dan had hij ook geweten dat King niet met een pistool maar met een geweer was gedood. En als de tweede helft van zijn opmerking niet klopt, waarom zou de eerste helft dan wel kloppen?

Rechtszaken in Nieuw-Zeeland duren vaak lang (soms twee maanden, zoals de zaak tegen H.) en zijn als een soap: elke dag een nieuwe ontwikkeling. Met advocaten die als ware rechercheurs zelf onderzoek doen.

Het lijkt kat in het bakkie voor het Openbaar Ministerie, met een helder scenario. William Jan H. krijgt 8.000 dollar van Terri King om bij Dutch crime lords xtcpillen te kopen. De pillen worden niet geleverd en King is zijn geld kwijt. H. schiet hem dood om niet te hoeven terugbetalen.

De bewijzen zijn inderdaad circumstantial, en toch zou een jury geneigd kunnen zijn te denken dat H. de moordenaar is.

Maar advocaat Stevens ontdekte dat Terri King naar Zuid-Afrika was gereisd vóórdat hij de deal met William Jan H. had gesloten. Daar had hij bij ‘South African crime lords’ pillen gekocht. Alleen had hij onvoldoende geld bij zich en dus keerde hij met een schuld naar Nieuw-Zeeland terug. De namen van die Zuid-Afrikaanse drugshandelaren: Van Schalkwyk en Goldsmith.

Hij ontdekte verder dat de medegevangene die dat gesprek met H. had opgenomen Allan Tibbenham was. Van beroep schilder. En lid van een criminele motorclub.

Maar vooral: een van de drie Nieuw-Zeelandse handlangers van Van Schalkwyk en Goldsmith.

En hij ontdekte ook dat Van Schalkwyk en Goldsmith bij dat gesprek aanwezig waren geweest. Beiden zaten toen nog hun straf uit voor de invoer van drugs, in dezelfde gevangenis. Ze hadden het gesprek zelfs gearrangeerd. Maar waarom namen ze het op? Wilden ze H. erin luizen? Wilden ze hem laten bekennen? Waarom? In ruil voor wat? Feit was, zo houdt Stevens de jury voor, dat Van Schalkwyk en Goldsmith meteen na dat gesprek in vrijheid waren gesteld. En toen was het nog lang geen kerst… Maar de sterkste troef van Stevens is zijn laatste. Een douanemedewerker had hem informatie gegeven die het Openbaar Ministerie hem had onthouden: John Goldsmiths broer Maynard (ook ex-geheime politie in Zuid-Afrika) was vijf dagen voor de moord op Terri King in Nieuw-Zeeland gearriveerd en had het land pas een maand ná de moord weer verlaten.

Het natuurgebied Mount Holdsworth, waar Terri werd gevonden.

En een alibi had deze Maynard niet. Stevens schetst de jury een helder scenario: William Jan H. was inderdaad met Terri King Mount Holdsworth opgelopen. Maar hij was niet zijn moordenaar. Dat was Maynard Goldsmith. Hij was het die uit de bosjes kwam gekomen en King had doodgeschoten. Maynard Goldsmith had natuurlijk ook H. kunnen doodschieten, maar waarom? Alles wees op H. Dus door hem in leven te laten, kon de politie iemand als moordenaar aanwijzen. Dat H. niet eerder met dit verhaal op de proppen was gekomen, was begrijpelijk. Want hij wist wie de echte moordenaar was, en was doodsbang hem. Dus had hij Maynard vervangen door ‘two Russian mobsters’. En voor de zekerheid het geweer voor een pistool.

Ter ondersteuning van dit scenario laat Stevens een andere medegevangene van H. getuigen. De man vertelde dat hij in de gevangenis een gesprek tussen H. en een hem onbekende man had afgeluisterd. Die onbekende man had H. een voorstel gedaan. Hij bood H. 100.000 dollar aan cannabis ‘to take the rap’. Ofwel: als hij de schuld op zich zou nemen. H. antwoordde dat zijn vrouw zwanger was en daarom niet op het voorstel kon ingaan.

De getuige wist niet waarvoor H. de schuld op zich moest nemen, maar hoorde de onbekende man nog wel zeggen: “Ik heb Terri King laten vermoorden, ik kan jou ook laten vermoorden.” Althans, woorden van gelijke strekking.

De jury twijfelt. Twijfelt heel lang en vraagt de rechtbank om raad.

Om uiteindelijk William Jan H. vrij te spreken. Er is te weinig bewijs.

Hiermee is overigens niet gezegd dat William Jan H. niet de moordenaar is van Terri King. Of Remco van der Torre.

DE ZAAK-VAN DER TORRE

Ook in de verdwijningszaak-Remco van der Torre dook de naam William Jan H. op. Remco Karel van der Torre wilde op 10 september 2008 twintig kilo wiet verkopen en ontving ‘s avonds thuis enkele gegadigden in de Rotterdamse wijk Zevenkamp (een wijk met een hoge moorddichtheid). Sindsdien heeft niemand meer iets van hem vernomen.

In zijn woning werden bloedsporen gevonden en iemand had geprobeerd de boel in brand te steken. Omdat zijn gehuurde zwarte Volkswagen Golf (tijdelijk kenteken 35-ZD-PK) ook was verdwenen, zocht de politie de Maas af, maar zonder resultaat. In november 2008 werden twee mannen opgepakt: H. en Irwin ‘Pinas’ W. Ze moesten wegens gebrek aan bewijs weer worden vrijgelaten.

Misdaad
  • Eric Slot