Ben je blij dat je ja hebt gezegd tegen Beste Zangers?
“Heel blij, al zat ik wel lang te twijfelen. Ik heb vooraf gevraagd wie er nog meer in het programma zaten, want ik was eerlijk gezegd nooit zo’n fan van de mensen die meededen. Op een paar na misschien.”
Je bent geen fan van Lee Towers?
“Jawel, maar ik sla meer aan op makers, op echte liedjesschrijvers. We zijn allemaal ambachtelijk genoeg om een nummer goed te kunnen brengen, maar voor mij staan de liedjes, het schrijfproces en de reis die je daarin maakt centraal. Ik vind máken het allerleukst. Daarom vroeg ik ook wie er meededen met Beste Zangers.
Ik wilde er graag zitten met mensen die diezelfde passie voor het maken hebben als ik. Artiesten in wiens oeuvre ik kan duiken, wat ik ook interessant vind.”
Het werden uiteindelijk onder anderen Stef Bos, Milow en Miss Montreal: tevreden?
“Zeker, daarom heb ik ook ja gezegd. Sanne (Miss Montreal, red.) ken ik al wat langer; sinds een jaar of twee zitten we regelmatig met elkaar in de studio om wat meer Nederlandstalig werk te maken. Ik heb voor en mét haar geschreven. Zij was het ook die zei: Koen, ik doe nu mee, het voelt goed, dus ik zou het tof vinden als jij ook meedoet. Dat kon ik wel waarderen. Stef ken ik al een jaar of zeven. We hadden ook al samen muziek gemaakt en tegen elkaar gezegd: als de een wordt gevraagd, doet de ander ook gewoon mee, dan zijn we in ieder geval met z’n tweeën. Nou, Stef er dus bij, dus het zou sowieso een toffe tijd worden. Stef kende Milow weer goed, omdat hij op zijn beurt zijn moeder goed kende. Suzan en Freek er nog bij, met hen heb ik hun hit Blauwe Dag geschreven, Tabitha heb ik op een blauwe maandag lesgegeven, dus de enige die ik niet kende was Wulf. Maar over hem zei Sanne weer dat hij echt heel tof, lief en goed was, en dat was ook zo.”
Dat klinkt als een aardig kliekje.
“Nogal ja, maar dat maakte het ook tot zo’n succes. Maar niet alleen daarom. Ik kreeg vooral ook de vrijheid om te doen wat ik wilde. Dat was mijn voorwaarde om mee te doen. Mijn ervaring met tvprogramma’s is dat je wel een liedje mag spelen, maar dan moet je binnen een minuut klaar zijn. Daar ben ik nooit zo van. Ik bedoel: dit is gewoon het liedje, dus neem het zoals het is. Niet alleen een stukje daarvan. Maar ik kreeg dus groen licht van Beste Zangers. Neem je tijd, doe wat je wilt, zeiden ze.”
‘Mijn ervaring met tv programma’s is dat je wel een liedje mag spelen, maar dan moet je binnen een minuut klaar zijn. Daar ben ik nooit zo van’
Opeens had je een miljoenenpubliek: hoe voelde dat?
“Je merkt vooral hoe groot het bereik van zo’n programma is. Er is een grote doelgroep voor mij erbij gekomen. Mensen van vijftig, zestig; mijn buurvrouw die het opeens allemaal te gek vindt: grappig wel. Je laat iets zien wat je normaal ook doet, alleen nu voor een iets groter publiek.”
Zag jij Beste Zangers als een springplank?
“Zeker niet. Wij allemaal niet. Ik zie het als het bouwen van een huis. Ik weet nooit wanneer het af is, maar er komt steeds weer een steen bij. Elke plaat, elk optreden of tv-programma is zo’n steen. Een punt waar vanuit je weer verder gaat. Het heeft best lang geduurd voordat ik wist waar ik naartoe wilde, wat ik wilde maken en vertellen. Dat is iets wat van jongs af aan wel in mij zat, maar wat er pas later uitkwam. Ik ben nu veertig, maar zo rond mijn 27ste viel dat kwartje pas. Ik maakte al veel muziek, onder andere bij rapformatie DAC (De Amersfoortse Coöperatie, red.). In die tijd werd ik niet alleen geïnspireerd door veel Nederlandstalig werk, maar vooral ook door de verhalende rap uit Amerika. Nas, om maar iemand te noemen, daar was ik toch wel fan van. En van Wu-Tang Clan, hiphop uit New York.”
Best een grote stap van Wu-Tang Clan naar Beste Zangers, toch?
“Absoluut! Als je naar oude platen van mij luistert, hoor je vooral hiphop. Veel rap, ander stemgeluid ook, maar ik hoor wel dat ik daar de zaadjes heb geplant van wat ik nu maak. Toen was alles een zoektocht voor me, alles ging stap voor stap, maar Beste Zangers is ook zo’n stap. Je haalt er mensen mee binnen, mensen die nog nooit van je hebben gehoord. Daar ben ik heel blij mee, maar er zullen ook mensen afvallen, die niks van mijn nieuwe muziek moeten hebben. So be it. Op mijn 27ste zei ik tegen mezelf: dit is wie ik ben en dit is de muziek die ik wil maken. Hopelijk tot mijn dood.”
Benieuwd naar de rest van het interview? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Clemens Rikken