Je woont in Etten-Leur op een steenworp afstand van je geboorteplaats Langeweg. Wat heb je met deze streek in West- Brabant?
“Ik ben er opgegroeid, heb er een heel fijne jeugd gehad en voelde me hier altijd als een vis in het water. Je hoort weleens van mensen die opgroeiden op het platteland dat ze dat beklemmend vonden. Maar ik heb het zelf nooit als een beperking ervaren. Ik vind het prettig om in een gemeenschap te zitten waarin iedereen elkaar kent. In mijn leven heb ik nogal wat ongebruikelijke dingen gedaan. De meeste mensen om mij heen vonden dat wel grappig. Misschien juist wel omdat ze je zo goed kenden – ze stonden er niet meer van te kijken.”
Een ongebruikelijk ding was dat je als boer vegetariër werd na de varkenspest in 1997. Wat heeft je toen zo aangegrepen?
“Dezelfde beelden die iedereen aangrepen: hoe de dieren werden geruimd. Ik had dan wel zelf geen varkens, maar zat wel in het gebied. Er werd een beroep op mij gedaan om dode varkens op te slaan in mijn koelcellen. Dat heb ik toen niet gedaan, hoewel het financieel interessant was geweest voor een jonge boer als ik. Daarna heb ik besloten om vegetariër te worden. Ik kwam erachter hoe lastig dat is als je van vlees houdt. Vanaf toen is het eigenlijk begonnen. Ik vroeg mezelf af of we de dieren niet konden vervangen door techniek. Een logische stap was vervolgens om over te stappen op biologische teelt.”
Je komt uit een boerenfamilie waarin generatieslang akkerbouw en veeteelt werd bedreven. Hoe reageerden zij op deze koerswijziging?
“Ik kom uit een familie waar alles kan. Als je er maar goed over nagedacht hebt. Dat zal ook aan mijn aard hebben gelegen, want ik ben daar heel erg duidelijk in geweest. Waarschijnlijk heb ik er daarom geen of weinig weerstand ondervonden. Mensen waren eerder enthousiast en benieuwd wat het op ging opleveren.”
Je was een pionier met de biologische teelt. Welke obstakels kwam je tegen?
“We hebben een hoop gedoe gehad met onkruid en ziektes. Destijds werd er gezegd: de biologische landbouw spuit niet en daarom zijn jullie een besmettingsbron. Nu moet de reguliere landbouw meer spuiten, omdat jullie zo nodig biologisch willen telen. Toch merkte ik wel dat er veel mogelijk was, zonder het gebruik van chemische middelen. Zo ontdekte ik een methode waarmee je chemische bestrijdingsmiddelen kon vervangen. Jaren geleden was er een groot probleem met de uienteelt door de schimmelziekte valse meeldauw. Om die te bestrijden werden er heel zware chemische middelen ingezet, met weinig succes. Veel boeren zijn toen ook gestopt met die uienteelt. Ook ik twijfelde. Totdat ik van oude bollentelers hoorde dat zij hun bollen behandelden met heet water. Dan gingen de aaltjes dood en dat was een voorwaarde om te kunnen exporteren naar Japan. Maar een bijeffect was ook dat de valse meeldauw verdween. Toen ben ik die methode gaan gebruiken voor de uien. En wat bleek? We hadden 100 procent resultaat. Later is die methode gemeengoed geworden in de uienteelt. Dat was een mooie duurzame oplossing.”
‘Velen drukken de ellende van de veehouderij weg. Ze willen niet nadenken over wat er schuilgaat achter de vleesindustrie. Dat heb ik zelf ook gehad’
Je was een verstokte vleeseter.
Wat was je favoriete stuk vlees?
“Vroeger was ik echt een alleseter op het gebied van vlees. Van gehaktballen tot spareribs: ik at alles. Je zou kunnen zeggen dat ik een echte kluiver was.”
Veel vleeseters ergeren zich aan vegetariërs. Hoe komt dat?
“Omdat het een soort moreel appel is. Alleen al het feit dat mensen zeggen dat ze vegetariër zijn is kennelijk al voldoende om weerstand op te wekken. Je kunt er lang over discussiëren, maar vegetariërs hebben uiteindelijk wel gewoon gelijk. Het kan irritant zijn als je zelf die keuze niet gemaakt hebt. Vaak komt dit naar voren als je samen uit eten gaat of wanneer je bij iemand gaat eten. Een ander moet daar dan rekening mee houden. Mensen vinden het ingewikkeld. Velen drukken de ellende van de veehouderij weg.
Ze willen niet nadenken over wat er schuilgaat achter de vleesindustrie. Dat heb ik zelf ook gehad. Jarenlang had ik precies dezelfde gedachte.”
Toen jij vegetariër werd, associeerde men vegetariërs met paardenmeisjes die het doden van dieren zielig vonden.
Hoe is dat nu?
“Ik denk dat veel mensen dat nog steeds zo zien. Je ziet dat veel meisjes vegetariër worden op jonge leeftijd. Het lijkt alsof meisjes empathischer zijn op dat vlak. Ze leggen sneller de connectie tussen huisdieren en het stukje vlees op het bord. Maar je ziet dat de vegetariërs van nu het veel breder trekken. Andere argumenten om vegetariër te worden, zoals duurzaamheid en gezondheid, spelen meer een rol.”
Je missie is om de grootste vleeseter over te halen. Hoever ben je inmiddels?
“In de documentaire The Game Changers zie je een groot aantal topsporters die allemaal plantaardig eten, onder wie zelfs atleten die meedoen aan De Sterkste Man van de Wereld. Dat is mooi om te zien. Ook iemand als Arnold Schwarzenegger is omgegaan.
In mijn eigen familie zijn mijn drie zussen en broer geswitcht. Acht jaar geleden is mijn 93-jarige moeder gestopt met vlees.
Alhoewel ze nog wel vis eet, ze blijft een Zeeuwse.”
Tijdens de coronacrisis lijkt het of mensen bewuster zijn gaan eten. Wat merk jij daarvan?
“Onze verkoop is het afgelopen jaar enorm gestegen. Dan praat je over 20 à 30 procent. Dat heeft te maken met het feit dat er meer in de retail wordt gekocht omdat de restaurants dicht zijn. Maar zeker ook het effect van corona en de bewustwording die daarmee gepaard gaat. Mensen lezen over de oorzaak van de pandemie; de link met dieren. Daarnaast worden de producten natuurlijk ook steeds beter en is er meer keus.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Clemens Rikken