Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Iron Mike gaat nog één keer los - het onnavolgbare leven van een beestachtige bokser

Iron Mike gaat nog één keer los - het onnavolgbare leven van een beestachtige bokser

Mike Tyson, de jongste wereldkampioen boksen aller tijden, gaat als man van middelbare leeftijd binnenkort opnieuw de ring in. Dit keer niet met de intentie om zijn tegenstander binnen de kortste keren tot moes te meppen, maar met een nobeler doel: “Met het geld wil ik levens van daklozen en drugsverslaafden weer op de rit krijgen.”

Mike Tyson is 54 jaar. Dat is net zo oud als jarentachtigsterren als Stefan Edberg, Samantha Fox en Rick Astley nu zijn. Mensen waar je nu nooit meer iets van hoort. Tyson was ook een megaster in de jaren tachtig. Hij was de beste bokser ter wereld. Dat is hij al ruim dertig jaar niet meer, maar in tegenstelling tot andere sterren van decennia terug legt hij zich niet neer bij een anoniem bestaan.

Bovendien heeft hij geld nodig om zijn schulden te betalen. Daarom stapt hij op 28 november, voor het eerst in vijftien jaar, de ring in voor een officieel gevecht.

Als het niet opníeuw wordt uitgesteld tenminste. Tegenstander is Roy Jones Jr., ook een man van middelbare leeftijd, ook ooit wereldkampioen. De anekdotes van Tyson over zijn eerste trainingen in aanloop naar de wedstrijd klinken voor liefhebbers van een goede bokspartij weinig veelbelovend. “Na dertig seconden trainen lag ik een week in bed om bij te komen,” aldus Tyson onlangs in de veelbeluisterde podcast The Joe Rogan Experience. Het is eigenlijk geen echte wedstrijd; het is een zogenoemde exhibition fight, een demonstratiepartij dus. Er is geen jury en Tyson en Jones vechten met grotere handschoenen dan bij een echte boksmatch. Wanneer de scheidsrechter een druppel bloed bij een van de boksers ontdekt, stopt hij de wedstrijd onmiddellijk. Dan hebben we het nog niet eens gehad over de definitieve koude douche voor iedereen die van topsport houdt: na afloop van de ‘wedstrijd’ wordt er geen winnaar aangewezen.

Boksmanager en adoptievader Cus D’Amato. In de armen van promotor Don King.

Met andere woorden: dit is een evenement waar de jonge Tyson zijn boksersneus grommend voor zou hebben opgehaald. Want Iron Mike alias ‘the baddest guy on the planet’ – zo noemde hij zichzelf altijd – rustte in zijn hoogtijjaren niet voordat hij zijn tegenstander compleet aan gort had geslagen. Meestal lukte dat al vroeg in de wedstrijd. In zijn eerste wedstrijd als profbokser, hij was 18 jaar, leverde Tyson meteen zijn visitekaartje af door Hector Mercedes al in de eerste ronde met een serie kiezelharde stoten tot opgave te dwingen.

'Na 30 seconden lag ik een week in bed om bij te komen'

Klamme klauwtjes

Tyson was een angstaanjagende verschijning, rauw en primitief. Een vechtmachine van vlees en spieren. “Ik mikte op het puntje van zijn neus, omdat ik het neusbeentje in zijn hersenen wilde rammen,” zei hij ooit na afloop van een partij tijdens de persconferentie over zijn tactiek. De journalisten schreven – dat gebeurde nog met een pen destijds –het met trillende handjes op. In de jaren negentig, toen het wilde leven buiten de ring zijn tol al begon te eisen, wist hij zijn opponent vaak niet meer op reguliere wijze te vellen. Evander Holyfield kan erover meepraten. Het beroemde bijtincident, dat Luis Suarez later inspireerde happen te nemen uit Bakkal, Ivanovic en Chiellini, kostte hem in de zomer van 1997 zijn gage van 60 miljoen dollar.

Plus al zijn krediet in de bokswereld.

Want bijten, dat is iets voor gestoorden, daarover waren boksfans en -deskundigen het grondig met elkaar eens.

Zijn beestachtige mentaliteit deed Tyson op in de straten van Brooklyn, het New Yorkse stadsdeel dat eind jaren zeventig, begin jaren tachtig in de verste verte niet leek op het hipsterwalhalla dat het tegenwoordig is. Destijds draaide het er niet om hippe koffiebars en havermelk, maar om harddrugs en geweld. In Brownsville, het ghetto waar Tyson opgroeide, was hij als jongetje een makkelijke prooi voor zijn gewelddadige buurtgenoten. Hij sliste, praatte daarom zo zacht mogelijk en was kabouterachtig klein. Als hij wat geld had, moest hij dat meteen inleveren bij hondsbrutale en intimiderende types op straat. Thuis was het nauwelijks beter. Zijn vader, een pooier, verdween toen Mike een peuter was. Moeder Tyson zoop als een dorstige dokwerker en overleed toen Mike zestien was. Om een beetje tot rust te komen, bekommerde Tyson zich om de duiven op een pleintje in de buurt. Volgens de overlevering werd daar het zaadje geplant voor zijn latere mokerslagen in de ring.

Dat ging zo: op een dag kwam er een oudere jongen op hem af die hem opdroeg de duif die hij op dat moment in zijn hand had aan hem te geven. Dat deed Tyson. De jongen brak de nek van de duif en gooide het dode beest voor de voeten van Tyson. Die werd helemaal gek. Hij vloog de jongen in blinde woede aan en sloeg erop los. Het was volgens biografen de eerste keer dat Tyson reageerde op een kwelgeest. Een keerpunt dus. Zijn liefde voor duiven is trouwens altijd gebleven.

Ook ex-vrouw Robin Givens kwam niet ongeschonden uit het huwelijk.

Muhammad Ali

Tyson werd brutaler, sterker en ging de criminaliteit in. Als puber werd hij keer op keer veroordeeld wegens berovingen en overvallen. Hij ging nauwelijks naar school en bracht een groot deel van zijn tijd door in jeugdgevangenissen. Een van die gevangenissen werd toen Tyson daar zat, bezocht door bokslegende Muhammad Ali. Toen Tyson zag hoe iedereen tegen Ali opkeek, wist hij dat hij ook bokser wilde worden.

Dat plan krijgt vorm wanneer hij in 1984 boksmanager Cus D’Amato in diens fitnessruimte tegen het bejaarde lijf loopt.  Mede dankzij diens vaderlijke zorg – D’Amato adopteert Tyson ook officieel –en begeleiding, groeit Tyson in korte tijd uit tot een fenomenale bokser. Bij Gleason’s Gym in zijn eigen Brooklyn, de afgeragde, ongepolijste boksschool waar ook Clint Eastwoods Million Dollar Baby werd opgenomen, wordt hij klaargestoomd om iedereen die een voet op zijn pad durft te zetten tot moes te meppen.

Als amateurbokser wint Tyson 21 van zijn 24 partijen. Meteen na zijn eerdergenoemde winst op Mercedes bij zijn debuut als prof, maken Tyson en D’Amato duidelijk dat ze voor de wereldtitel gaan. Dat kan niet metéén, maar Tyson houdt niet van omwegen. Hij slaat zich in één rechte lijn naar dat grote gevecht toe door veertien keer op rij te winnen, allemaal op knock-out. Dan overlijdt D’Amato, tot intens verdriet van Tyson. Maar het weerhoudt hem er niet van ook zijn volgende partijen met overmacht te winnen. Aan het eind van 1986 mag Tyson eindelijk – zo voelt hij het zelf – voor een wereldtitel boksen.

Een wereldtitel omdat er, om het lekker overzichtelijk te maken, in het boksen meerdere grote bonden zijn die allemaal een eigen wereldkampioen hebben.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het gratis op Blendle.

Sport
  • Mario Wisse
  • ANP, Getty Images