Welk cijfer geef je een jaar waarin je de Giro wint, vier ritten en twee truien in de Tour pakt én drie wereldtitels kunt vieren? Een tien met een griffel? “Een negen”, antwoordt Adriaan Helmantel, trainer van Team Sunweb. Een cijfer dat veel zegt over de instelling van de ploeg, waar elke prestatie onder loep wordt genomen om te beoordelen of het nóg beter had gekund.
Helmantel merkte dit jaar nog maar eens dat vreugde en verdriet dicht bij elkaar staan. Toen hij werd ingevlogen voor de eerste tijdrit in de Giro, verkeerde de ploeg in mineurstemming door het uitvallen van Wilco Kelderman. De beoogd meesterknecht van Tom Dumoulin was kort daarvoor vol op een geparkeerde politiemotor geklapt en moest opgeven met een gebroken vinger.
Het incident overschaduwde de rustdag enigszins, maar een dag later brak de zon alweer door toen Dumoulin uit zijn slof schoot in de tijdrit naar Montefalco. “Hij deelde iedereen een tik uit en gaf de ploeg en zichzelf een keiharde bevestiging van zijn vorm”, blikt Helmantel terug.
“Vanaf dat moment kwam voor ons het podium in beeld. Dat gaf heel veel moraal.”
Terwijl Nederland de roze slingers van zolder haalde, temperde jij bij de NOS de feestvreugde: ‘De meeste meters bergop moeten nog komen…’
“Dat was geen gespeelde voorzichtigheid. Die reuzenetappes in de Dolomieten waren op voorhand Toms zwakke punt. Hij zou er vier á vijf minuten kunnen verliezen, maar op een slechte dag ook zomaar een half uur. Dan is het voorbij. Vooraf hebben we gezegd: als je een degelijke Giro rijdt waarin je op acht minuten eindigt, geeft dat vertrouwen voor de toekomst.”
Zoals wel vaker slaat Dumoulin vrolijk wat stappen over. Verbaas jij je nog ergens over?
“Ik zeg weleens ‘het verbaast me niet meer dat hij ons verbaast.’ Op een gegeven moment kun je maar beter stoppen met verbaasd zijn, want je weet toch dat hij soms gekke dingen doet. Hij heeft het in zich om één van de beste wielrenners ter wereld te worden. Hij kan tijdrijden, klimmen, zich op het vlakke goed positioneren en heeft tactisch inzicht. Kijk naar zijn seizoen. Ongeveer alle doelen heeft hij gehaald. De eerste focus lag op Abu Dhabi en de Tirreno. Daar wordt hij derde en zesde. Dan wint hij de Giro en in de zomer doet hij in de Clásica San Sebastián na een lange periode trainen direct weer mee om de prijzen. Vervolgens wint hij de BinckBank Tour, wat ook een doel was.”
Tja, de BinckBank Tour. Je hoort mensen weleens lachen om het rijtje Giro, NK, WK, BinckBank Tour. Onterecht dus?
“Zeker. Het zegt iets als je in één jaar de Giro en de BinckBank Tour wint. Daarmee toont hij juist aan hoe allround hij is. Een Vlaamse etappe, een Ardennenrit, zenuwachtige sprintritten, een korte tijdrit… Heel anders koersen dan drie klimmen van twintig kilometer. Toch houdt hij zich goed staande. Bovendien wilde hij hem na enkele podiumplaatsen per se winnen.”
Een kritische noot dan. Na de Giro trok Dumoulin zijn voorjaar door tot de Ronde van Zwitserland. Daar stapte hij vermoeid af. Was dat een verkeerde keuze?
“Tja, fout… Het is duidelijk dat hij daar niet meer goed was. We hadden hem rust kunnen geven, maar besloten dat niet te doen. Hij heeft eerder goed gepresteerd na een grote ronde en had zelf ook nog ambitie. Het kon twee kanten op vallen, maar misschien was het iets teveel van het goede. Zeker als je alle festiviteiten in acht neemt. Daar leer je ook weer van. Wat dat betreft zijn we nog een onervaren ploeg als het gaat om het winnen van grote rondes. We zijn trouwens ook geen ploeg die snel afstapt van een plan. Noem dat onnodig star, maar daar hebben we onze redenen voor.”
In welke zin zijn jullie nog onervaren?
“Kijk naar de uitspraken die Tom in de Giro richting Nibali en Quintana doet (‘Ik hoop dat ze hun podiumplekken nog verliezen’). Mooi voor de reuring, maar voor Tom een belangrijk leermoment. Daarnaast verloor hij de ronde bijna omdat hij in het begin van de 19de etappe achterin zat te koekeloeren. Daar moet hij scherper op zijn. En wij als ploeg ook.”
Je hoeft hem toch niet als een nieuweling uit te leggen dat hij voorin moet zitten, hoop ik?
“Blijkbaar moet dat wel. Dat is voor ons allemaal een leermoment. Tom heeft iets nonchalants over zich. Aan de ene kant is dat een positieve eigenschap. Zo kan hij goed filteren waar hij zijn energie aan besteedt. Maar het kan je ook de kop kosten. Dit was zo´n moment. Hij was een beetje in slaap gesukkeld en had misschien wat zelfmedelijden omdat hij vermoeid was. Toch moet de dan knop om. Als je alles kritisch evalueert waren we niet klaar voor eindwinst, toch presteerden we het wel.”
Wat maakt dan uiteindelijk het verschil. Geluk?
“Geluk. Klasse. Maar onderschat ook de rol van de rest van het team niet. De onvoorwaardelijke inzet van Wilco gaf een heel belangrijk signaal af. Dat iemand die zelf ook bijna podium in een grote ronde kan rijden zich wegcijfert voor de ploeg, geeft de anderen ook moraal. Dan gaan renners boven zichzelf uitstijgen. Als kopman heb je meer aan een ploeg die zich de eerste honderd kilometer volledig voor je wegcijfert, dan aan een knecht op de slotklim waarbij je twijfelt aan zijn bedoelingen.”
Je maakt het bruggetje zelf al bijna. Warren Barguil en onvoorwaardelijke steun was geen goede combinatie in de Vuelta. Hoe kijk je daar op terug?
“Hij tornde aan iets wat wij heel belangrijk vinden. Ik vond het een dappere maar ook heel goede beslissing. Wilco had er namelijk last van. Vanaf het moment dat Barguil eruit was, voelde hij onvoorwaardelijke steun en ging hij hard rijden. Zo belangrijk is dat dan. Het was ook niet op basis van één etappe. Er ging meer aan vooraf.”
Barguil brak in 2013 door met twee ritzeges in de Vuelta. In beide ritten negeerde hij ploegorders om niet aan te vallen. Is het zo’n moeilijke renner om te coachen?
“Het is een vrijbuiter. Iemand met Franse nukken, om het zo te zeggen. Het brengt hem veel succes, maar op andere momenten staat hem dat in de weg. In de Vuelta liep het dus fout.”
Een wonderlijke Tour
Vier maanden na zijn zesde Tour de France moet Roy Curvers zichzelf nog steeds in zijn arm knijpen. Maar hij droomt niet. Team Sunweb sleepte echt vier ritten en twee eindklassementen in de wacht. Dankzij Warren Barguil en Michael Matthews werd het een zomer om nooit te vergeten. “Dit was de meeste unieke Tour die ik ooit reed”, blikt Curvers terug. “En dat terwijl ik er ook bij was toen Kittel twee keer vier ritten won en het geel droeg.”
Ingespeeld
“Aan het begin van het jaar wordt een traject uitgestippeld. Dan weet je al dat de Tour het hoofddoel is. Bij veel teams is dat anders. Dan zie je in Zwitserland nog jongens die zich moeten bewijzen. Soms werkt dat, want sommige renners hebben die druk nodig. Wij reden zoveel mogelijk samen met de mannen die sprints moesten voorbereiden voor Michael. Voor zover dat ging, want hij was drie keer op hoogtestage. Toch probeer je zoveel mogelijk op elkaar ingespeeld te raken.”
Wisselwerking
,,Michael Matthews is een heel bescheiden, haast verlegen jongen. Geen branieschopper. Ik moet veel met hem praten om uit te vinden hoe hij ergens over denkt. Meer dan met Degenkolb in het verleden. Die maakte van zijn hart geen moordkuil. Michael moest doorkrijgen dat zijn kansen op ritwinst groeien als hij zijn ploeggenoten op de juiste manier gebruikt. Daarvoor moest hij eerst wel precies weten wat ze voor hem konden doen en moest de ploeg weten hoe hij het graag wil. Dat is een wisselwerking. Dat proces is zelfs nu nog niet klaar, ondanks een succesvolle Tour.”
Vertrouwen
“De Ronde van Zwitserland was cruciaal. Naar uitslagen keken we niet, maar de Tour zat elke dag in ons achterhoofd. Dat Michael daar een etappe won was natuurlijk helemaal mooi. De tweede kans grepen we al. Dat geeft in één klap een boel vertrouwen in lastige finales.”
Omringd
,,Dat Contador een groepje begeleiders - trainer en coach - om zich heen heeft, is algemeen bekend. Maar bij ons heeft iedere renner dat. Dat is uniek. Iedereen krijgt een eerlijke kans om het beste uit zichzelf te halen. Zeker voor jonge jongens werkt dat heel goed.”
Vibe
,,We kwamen uit een periode waarin Tom de Giro won. Dat deed echt wat met de ploeg. Het zorgde voor een goede vibe. Het besef dat er meer mogelijk is dan je soms denkt. Jongens die we heel goed kennen stegen in Italië boven zichzelf uit. ‘Dat moet ons ook lukken’, dachten we. Daardoor was het makkelijker om de eerste anderhalve Tourweek, zonder echte kansen, het vertrouwen te houden.“
Sleutelmoment
“Rodez was de eerste uitgelezen mogelijkheid voor Matthews. Hoe dichterbij we kwamen, hoe meer we erop gefocust raakten. Bij de teambespreking merkten we al dat Michael zenuwachtig was. Hij rook zijn kans. De dagen voor Rodez mochten we geen krachten meer verspillen. Dat hielp bij de focus. Toen Warren een dag eerder, op Quatorze Julliet nota bene, zijn eerste rit won wilde Michael helemaal winnen. Rodez was een sleutelmoment in onze Tour.”
Collectief
“Het groen zat heel erg in ons achterhoofd. We moesten punten pakken als Kittel dat niet kon. Dat leidde de etappe naar Romans-sur-Isère in. Na de eerste klim bleek dat wij met z’n allen voorin zaten en Marcel op een gat. Toen zijn we gaan rijden. Eerst tot de tussensprint, daarna richting de finale. Een etappe van het collectief. We hadden allemaal een goede dag. Bij de vijftig gelosten zat niemand van ons. Ik vind het tekenend voor wat zo’n flow met een ploeg kan doen. Dat zijn unieke momenten.”
Plan
“We hebben de hele Tour gezocht naar momenten om punten voor de groene trui te pakken. Dat wilden we niet zomaar weggeven. Het helpt als je met een plan start en daaraan vasthoudt. Het valt vanzelf eens de goede kant op. De diskwalificatie van Sagan gebeurde al zo vroeg in de Tour dat het geen invloed had op het eindresultaat. Het was een gevecht tussen Michael en Kittel. Misschien was dit zijn enige kans op groen. Als het niet gelukt was, had hij er de rest van zijn leven wakker van gelegen.”
Vleugels
,,Warren zou meespringen en voor ritten gaan. Na zijn eerste ritzege stond hij al zo goed in de stand voor de bergtrui dat we er als ploeg voor gingen rijden. Als hij in de laatste vier bergritten één keer mee zou zitten, was de buit binnen. Dat gaf hem vleugels. Natuurlijk moest hij zelf de punten zien te pakken, maar we konden wel zorgen dat hij kon ontsnappen. In de slotweek was Warren de sterkste klimmer. Bovendien buitte hij zijn achterstand in het klassement perfect uit.”
Onverwacht
“In de Tours met Kittel waren we dominant als sprinttrein. Daarvoor kwamen we ook naar de Tour: ritten winnen. Een reëel doel, dat weet je vooraf. Nu was dat anders. Deze prestaties hadden we vooraf niet kunnen verzinnen. Dat maakt dit nog een beetje unieker.”
En nu de klassiekers nog!
“De Amstel Gold Race!”, roept Roy Curvers direct als hij één doel mag kiezen voor 2018. “We kunnen voor nieuwe uitdagingen gaan en de Amstel is een heel mooie koers. Naast Matthews hebben we meer jongens die daar kunnen winnen. Op papier kunnen we zelfs de sterkste ploeg van allemaal opstellen.” Coach Adriaan Helmantel voegt daar de Vlaamse klassiekers aan toe: “We gaan zeker proberen het in de voorjaarsklassiekers goed te doen. Het Vlaamse werk zal een groter doel worden nu bepaalde renners doorgroeien. Denk aan een renner als Søren Kragh Andersen.”