Maar dat betekende echter niet zijn einde als weerman! Want na een middagje skûtsjesilen met Jan Slagter werd het 63-jarige Friese weericoon meteen ingelijfd door Omroep Max. Waar hij rustig afwacht of storm Piet nog langskomt dit jaar.
Laten we beginnen met de vraag die jou áltijd wordt gesteld: komt er óóit nog een Elfstedentocht?
“Ja.”
Wanneer dan?
“Binnen zes jaar. Misschien zelfs wel binnen vijf jaar.”
Vanwaar deze stellige overtuiging?
“Omdat het weer tegenwoordig vol extremen zit. En dat betekent dat een extreem koude periode nog altijd mogelijk is. Sterker nog, als we afgelopen winter de luchtdrukverdeling van april hadden gehad, dus met dat droge weer en die oostelijke tot noordoostelijke stroming, hadden we eerder dit jaar gewoon met z’n allen op het ijs gestaan én een Elftstedentocht gehad.”
Dus dat weer kwam net een paar maandjes te laat?!
“Ja, zoals we in 2012 drie dagen tekortkwamen voor een Elfstedentocht. Want dat wil ik hier graag even rechtzetten: velen waren van mening dat het acht jaar geleden wél kon. Maar geloof me, dat was echt onmogelijk. In het zuidwesten van Friesland was het ijs slechts 8 centimeter dik. Daar kun je echt geen zestienduizend man overheen laten schaatsen. Daar heb je minimaal 15 centimeter voor nodig. En dat hadden we dus gehad als we nog drie dagen matige vorst hadden gehad.”
Maar die vraag over de Elfstedentocht, hoe vaak wordt jou die gesteld?
“Heel vaak. Maar nog vaker beginnen wildvreemden over het weer, als ze me bijvoorbeeld bij een tankstation of in een supermarkt zien. Waarbij het overigens niet uitmaakt of het mooi of slecht weer is. Ze beginnen er direct over.”
Heb je daar geen moeite mee?
“Nee, ik ben dagelijks bezig met de weersverwachting. Dan moet je ook niet moeilijk doen als ze daarover beginnen. En al helemaal niet als ze oant moarn roepen.
Dat is helemaal ongelooflijk. Bij SBS zeiden ze nog, toen ze me dat voor het eerst hoorden zeggen: let maar op, binnen een halfjaar zegt heel Nederland dat. Ik dacht nog: doe niet zo idioot. Maar ze kregen gelijk, hè. Want waar ik ook kom, of dat nu in Gouda is of in Limburg, iedereen roept het als ze me tegenkomen.”
Jan Pelleboer, een van je illustere voorgangers en minstens zo populair, ging in vermomming over straat...
“Maar dat doe ik dus niet. Heeft bij mij ook geen enkele zin.
Want ik hoef maar iets te zeggen of ze horen al meteen dat ik het ben, haha...”
Al die aandacht, wanneer is dat begonnen?
“In de winter van 1995 op 1996, toen ik adviseur was geworden van de Elfstedentocht. Dat was mijn landelijke doorbraak. Dat heb ik later ook weleens tegen Henk Kroes, de toenmalige voorzitter, gezegd. Zo van: jij hebt mijn carrière een boost gegeven. De media stonden in die periode, tijdens de Elfstedentochtkoorts, bijna elke dag bij mij in de kamer. Ongekend.”
Dat had je vast niet gedacht toen je eind jaren 70 met een Teleaccursus meteorologie begon?
“Nee. Ik zeg altijd maar zo: je kan zoveel dingen willen, maar dingen gebeuren of gebeuren niet. En in mijn geval gebeurde het wel. Al moet ik wel zeggen dat ik alles mee had om van mijn hobby mijn beroep te maken. Dan heb ik het niet alleen over het juiste moment, maar ook over de juiste technische middelen.”
Wat maakt het weer dan zo mooi?
“Omdat geen dag hetzelfde is. En al helemaal niet in Nederland, waar elk seizoen zijn eigen bekoring en eigen weer heeft.”
Dus we zullen je nooit zien als weerman in Afrika, het Caribisch gebied of het Midden-Oosten?
“Oh, maar daar kunnen ook interessante dingen gebeuren, hoor. Het gaat tegenwoordig echt niet meer alleen om de temperatuur. Wat denk je van windrichting, uv-straling en het aantal zonuren?”
Neerslag.
“Ja, over extremen gesproken. Nog niet zo lang geleden vonden we 30 mm neerslag heel veel. Dat hoef je tegenwoordig echt niet meer te zeggen. Nu heb je dagen van wel 90 mm neerslag. Of enorme hagelbuien, met hagelstenen van 3 centimeter doorsnee, zoals afgelopen zomer. Dat is echt iets waar we aan zullen moeten wennen.”
Maar zo’n slechtweergesprek willen organisatoren van evenementen liever niet horen.
“Klopt. En dat begrijp ik ook wel weer. Want als ik zeg dat het morgen slecht wordt, komen er gewoon minder mensen op een braderie of festival af. Maar ja, als ze me, zoals weleens gebeurt, vragen om het weerbericht alsjeblieft mooier te maken dan het is, hebben ze natuurlijk pech. Dat doe ik niet. Het is wel zo dat ik in een periode van slecht weer de betere momenten wat meer benadruk. Daar moet je alleen wel heel voorzichtig mee zijn. Je moet geen valse verwachtingen wekken.”
Weleens de schuld gekregen van slecht weer?
“Dat valt wel mee. In al die jaren heb ik maar twee boze brieven gehad. Maar dat komt natuurlijk ook omdat ik zelf in het slechte weer sta. Dan kom je toch anders over dan dat je hoog en droog in de studio staat.”
Benieuwd naar de rest van het interview met Piet, waarin hij onder ander uitweidt over het stijgen van onze zeespiegel en tornado's in Nederland? Je leest het in de Panorama van deze week, of via Blendle.