Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: Wat doe je als je vrouw altijd aan het bellen is? Over jou!

Bij de politierechter komen elke dag zaken langs die niet wereldschokkend zijn, maar vaak wel herkenbaar. Zoal...

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback1.png

Bij de politierechter komen elke dag zaken langs die niet wereldschokkend zijn, maar vaak wel herkenbaar. Zoals deze zaak. 

Hij kon het gewoon niet laten. Eerlijk gezegd zat hij zich al weken te verbijten. Hij liep naar de telefoon, reikte met zijn hand naar de hoorn en bedacht zich dan. Het kon gewoon niet. Waar was hij mee bezig? Dan ging hij maar weer op de bank zitten. Boven, in de slaapkamer, lag zijn vrouw op bed. Ze lag weer eens te bellen. Eindeloos te bellen. Met haar moeder of haar zus. Altijd haar moeder of haar zus. Waar ging dat over? Waar kon je avonden aan één stuk zo lang over ouwehoeren?

Natuurlijk had hij ernaar gevraagd, maar daar werd hij niets wijzer van. Het was altijd ‘oh, niks hoor’ of ‘gewoon, even bijkletsen’. Die avond was het weer zover. Zij was boven aan het bellen, hij zat beneden op de bank. Hij liep naar de telefoon. Maar dit keer pakte hij de hoorn en zette het ding aan zijn oor. Zijn vrouw had niets in de gaten. Die ratelde gewoon door. Over hoe haar man niet deugde. Over hoe hij te veel dronk en gokte. Over zijn interesse in andere vrouwen. Over hoe hij zijn taken thuis verwaarloosde. Over wat voor een egoïstische klootzak hij eigenlijk was…

Blinde woede

In dertien jaar huwelijk had hij haar nooit horen klagen. Nu ineens deugde er niets meer van hem. Hij dronk nauwelijks. Gokken deed hij helemaal niet. En interesse in andere vrouwen? Waar haalde ze die onzin vandaan? Hij had wel een halfuur meegeluisterd. Toen hield hij het niet meer.

Hij vloog naar boven. In blinde woede. Hij sloeg haar en sleurde haar aan de haren uit bed. Het valse kreng. De telefoon smeet hij kapot tegen de muur. Toen hij naar beneden stormde en onderweg was naar de voordeur sloeg hij het koffiezetapparaat van het aanrecht. De knal waarmee hij de voordeur achter zich dicht-smeet deed het glas barsten. Het interesseerde hem niets. Hij was er klaar mee.

“Ik maak hier toch uit op dat u misschien wat opvliegend bent,” concludeert de officier.

“Helemaal niet. Ik ben een mens. Hoe zou u zelf zijn?”

Nog altijd samen

Lees het in Panorama