Hoe zit dat met die vliegende tuinstoel?
“Er zijn allerlei verhalen die soms al tien jaar of langer in mijn hoofd zitten. Daar verveel ik mensen op feestjes mee, met als terugkerende klassieker de geschiedenis van Larry Walters. Hij was een ex-legerkok met een schijnbaar onmogelijke droom, die in 1982 in een tuinstoel met heliumballonnen opsteeg en kilometers hoogte bereikte boven Californië. Elke keer als ik dat vertel, zeggen mensen: ‘Joh, hier zit een boek in.’ En dan beginnen ze te gapen, haha.”
Waarom heb je die verhalen niet eerder van je afgeschreven?
“Er zat geen samenhang tussen. Het waren losse flarden, anekdotes die nergens naartoe gingen. Totdat ik dacht: ik moet gewoon beschrijven wat er aan de hand is, namelijk dat ik als schrijver in mijn zoektocht naar het perfecte verhaal constant achtervolgd word door dit soort verhalen: van culthelden, buitenbeentjes en mensen die iets doen dat absurd lijkt. Mijn nieuwe boek werd de kapstok om al die losse verhalen op papier te krijgen.”
Een harem lijkt me wel aantrekkelijk, maar ik weet niet wat dat kost. Met auto's en andere spullen heb ik eigenlijk niets.
Writer’s Block, zoals je nieuwe boek heet, is persoonlijker dan alles wat je eerder hebt geschreven. Vind je dat spannend?
“Het hele boek is spannend, omdat het anders is dan wat een groot deel van mijn lezers van mij verwacht. Voetbal is in Writer’s Block bijzaak en het is inderdaad veel persoonlijker. Dat alles bij elkaar zorgt ervoor dat ik me wel heb afgevraagd: doe ik mensen hier een plezier mee? Als iemand als Wim Kieft zo’n groot verhaal aan je onthult, dan moet je wel een enorme oliebol zijn als schrijver als je daar geen goed boek van kunt maken. Bij dit boek is de grote vraag: komt het goed?”
Je komt niet over als iemand die zenuwachtig thuis in een hoekje zit te wachten op de oplagecijfers van de uitgeverij.
“Nee, want ik relativeer het ook wel. Allereerst is het niet zo dat heel Nederland bezig is met mijn boekje. Daarnaast heb ik ingecalculeerd dat de verkoopcijfers lager zullen zijn dan bij mijn vorige boeken. Writer’s Block is mijn negentiende boek. Ik heb het gemaakt omdat ik het wilde maken en toe was aan iets nieuws. Het gevolg is dat dit boek waarschijnlijk niet voor de grote massa is. Daar heb ik vrede mee.”
Staat je uitgeverij er op dezelfde relaxte manier in?
“Ja, zij vonden het een goed idee. Mede door mijn boek is mijn uitgever inmiddels ook verslingerd geraakt aan het werk van Joseph Mitchell, die aan het begin van het boek staat.”
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2FFd0kRJHnZzOFlQ1761216105.jpg)
Mitchell was een legendarische verslaggever van The New Yorker, totdat hij vanaf zijn 56ste ineens geen verhaal meer op papier kreeg. Heb je zelf ooit gedacht: o jee, nu stokt het, hierna komt er niets meer uit mijn handen?
“Ja, dat verklaart ook de opluchting als ik een boek af heb. Heel lang denk ik: dit wordt niets, het lukt niet. Het duurt altijd een behoorlijke tijd voordat ik op het punt ben dat ik denk: dit komt wel goed. Mijn grootste angst is dat ik op een ochtend wakker word en me realiseer dat ik het niet meer kan. Ik zou niet weten wat ik dan moest doen, want niemand kan je helpen.”
Is er nog iets anders waarmee je je geld zou kunnen verdienen?
“Tuurlijk niet. Ik zou niet weten wat ik moest doen als ik niet meer kon schrijven.”
Je hebt vast lekker verdiend aan Gijp, Kieft en Derksen. Zou je het financieel kunnen bolwerken als je nooit meer een boek uitbrengt?
“Dat heb ik nooit zo berekend. Maar het kan zeker niet op de manier waarop ik nu leef. Dat blijf ik het liefste zo doen.”
Hoe ziet die manier van leven eruit?
“Op dit moment heb ik de luxe dat ik me volledig op het schrijven van mijn boeken kan concentreren. Dat betekent dat ik er niet bij hoef te klussen als dagvoorzitter, wat veel andere schrijvers wel doen. Niet dat ik dat überhaupt zou kunnen, maar het hoeft ook niet.”
Ik dacht eigenlijk dat je zou zeggen dat je er een Ferrari en een harem op nahield.
Lachend: “Een harem lijkt me wel aantrekkelijk, maar ik weet niet wat dat kost. Met auto’s en andere spullen heb ik eigenlijk niets.”
Ik wil een beeld schetsen van de persoon die ik volg. Vaak ben ik daar maandenlang mee bezig, soms woon ik zelfs bij mensen in huis
Behalve dan met de verzamelingen in je werkkamer.
“In Writer’s Block beschrijf ik dat ik een kleine fetisj heb voor relikwieën van mijn journalistieke helden. Ik heb een gesigneerde print uit 1944 van Joseph Mitchell, mijn grote held. Er is een vergeelde bladzijde uit een schoolschriftje met de aanzet van een column die Simon Carmiggelt met balpen op papier zette, inclusief doorhalingen en toevoegingen. Op mijn toilet heb ik een wc-papiertje dat collega en vriend John Schoorl speciaal voor mij heeft gejat van de wc van de Amerikaanse schrijver Gay Talese. Hij ging hem ooit interviewen voor De Volkskrant en ik zei voor de grap: neem iets mee dat me inspiratie geeft. En een paar weken later viel er dus echt een wc-papiertje in de bus, haha.”
Wat moet iemand in huis hebben om een held of idool van jou te worden?
“Het zijn mensen die ik bewonder om wat ze kunnen. In veel gevallen laten ze iets wat heel ingewikkeld is er heel achteloos uitzien. Dat inspireert me. Het is ook een beetje beangstigend, omdat mijn eigen gekrabbel daar in schril daglicht bij afsteekt. Maar bovenal is het een groot plezier om hun werk te lezen. Dat houdt me aan de gang.”
De mens achter het verhaal
Michel van Egmond is een van de succesvolste schrijvers van Nederland. Met zijn bestsellers Gijp, Kieft, Topshow, Derksen en Inside won hij als enige auteur drie jaar op rij de NS Publieksprijs en verkocht hij meer dan een miljoen boeken. Van Egmond staat bekend om zijn scherpe oog voor detail en droge humor, waarmee hij niet zozeer de sport, maar vooral de mens erachter beschrijft.
In zijn nieuwste boek Writer’s Block verlegt hij zijn blikveld en schrijft hij in zijn vertrouwde, luchtige stijl over kunstenaars, politici, sporters én zichzelf. Van Pablo Picasso tot René van der Gijp: allemaal passeren ze de revue in zijn zoektocht naar het perfecte verhaal. Van Egmond woont en werkt in Rotterdam, waar hij met nuchterheid en zelfspot zijn schrijverschap blijft vormgeven. Hij heeft een relatie met journalist en schrijver Antoinnette Scheulderman en hij is vader van twee dochters. Ook is hij te horen in de podcast KieftJansenEgmondGijp en in de Feyenoord-podcast Dick Voormekaar Show, samen met VI-journalist Martijn Krabbendam.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2FXQpDiVo2sSiVW31761216219.jpg)
Staat jouw schrijfantenne altijd aan?
“Niet de hele dag, maar Antoinnette (Scheulderman, mijn levenspartner) betrapt me er vaak op dat ik zeg: ‘Daar zit een boek in.’ Meestal meen ik dat niet serieus, maar het valt me gewoon op. Dat is beroepsdeformatie. Maar ik kan het wel uitzetten hoor.”
Je spreekt wekelijks af met je goede vriend Wilfried de Jong, die al jaren tegen je zegt dat je eens over iets anders moet schrijven dan voetbal.
“Wilfried is een van de mensen tegen wie ik al die verhalen vertelde. Hij riep dan: ‘Jezus, dit moet je niet tegen mij vertellen, dat moet je opschrijven.’ In die zin heeft hij me, samen met anderen, aangespoord om Writer’s Block te schrijven. Het kwam ook uit mezelf, want ik ben niet de voetbalfreak waar veel mensen me voor houden.”
Er was wel een Matthijs van Nieuwkerk.
“Klopt. Ik was bezig met mijn nieuwe boek toen hij tussendoor kwam. Daarna ben ik weer verdergegaan met Writer’s Block.”
‘Er zijn zelfs mensen begraven met mijn boek en in gevangenissen schijnt Gijp het meest gelezen boek ooit te zijn’
Vind je het vervelend dat er in de media zoveel aandacht was voor dat misgelopen boekproject?
“Nee, want dit had ik wel verwacht. Als je zo’n verhaal opschrijft, weet je dat het op internet wordt uitvergroot. We worden geregeerd door clickbait, dat hou je niet tegen. Maar het is ook zo weer weg.”
Heeft het nog iets opgeleverd?
“Hij heeft me alle succes gewenst met het boek. Nadat het was verschenen, heb ik niks meer van hem gehoord, maar daar had ik ook niet op gerekend.”
Hoe is het voor een nuchter persoon als jij om je constant te bewegen tussen BN’ers?
“Sommige zijn vrienden van me geworden. Verder begeef ik me als professional in die wereld, omdat ik een beeld wil schetsen van de persoon die ik volg. Vaak ben ik daar maandenlang mee bezig, soms woon ik zelfs bij mensen in huis.”
Wat moet iemand in huis hebben wil jij een boek over hem of haar schrijven?
“Een goed verhaal. Omdat ik ooit in de sportwereld terecht ben gekomen, vind ik daar de meeste verhalen. Maar ik beschouw het niet als voetbalverhalen. Ik word een voetbalschrijver genoemd, maar er komt zelden een bal voor in mijn boeken.”
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2FOyTSovM8qwlGKE1761216249.jpg)
Wat hoop je dat mensen meenemen uit Writer’s Block?
“Niks. Ik hoop dat ze zich hebben vermaakt, dat ze de laatste bladzijde halen en geen spijt hebben van de tijd en de 24 euro die ze eraan hebben gespendeerd. Mijn boeken zijn er om mensen te amuseren en entertainen, niet om ze te verheffen. Je kunt ook gerust leven zonder die boeken van mij te lezen.”
Er wordt gezegd dat jij miljoenen niet-lezers aan het lezen hebt gekregen.
“Miljoenen lijkt me overdreven, maar ik heb inderdaad veel reacties gekregen van mensen die zeiden: ‘Voordat ik Gijp las, had ik nog nooit een boek gelezen.’ Dat is nooit de opzet geweest, maar wel een mooi compliment. Er zijn zelfs mensen begraven met mijn boek, en in gevangenissen schijnt Gijp het meest gelezen boek ooit te zijn. Dat vind ik een verbazingwekkend en schitterend bijeffect van iets wat ik grotendeels voor mijn eigen lol heb gemaakt.”
Voel je druk om van elk nieuw boek weer een bestseller te maken?
“Er is wel een verwachtingspatroon dat steeds hoger wordt, vooral bij mezelf. Ik ben nooit helemaal tevreden en wil elke keer iets dichter bij het ideale boek komen, al weet je dat nooit zeker. Ik probeer me er niet te veel mee bezig te houden en begeef me zelden in literaire kringen. Alles bij elkaar kan ik het goed van me afzetten.”
Ben je al bezig met iets nieuws?
“Ik kan pas echt aan iets nieuws beginnen als Writer’s Block helemaal is geland. Dan kan ik het afsluiten en weet ik hoe het is gevallen. Ik denk nog niet in een bepaalde richting, maar ik wil in ieder geval een boek maken waar je om kunt lachen. Dat vind ik belangrijk — en moeilijk.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Clemens Rikken