Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Acteur John Jones (62) gaat door het vuur voor de brandweer: 'Ik was een beetje klaar met de bullsh*t'

John Jones speelde in tv-series als SamSam en Vrouwenvleugel voordat hij 18 jaar geleden een opvallende carrièreswitch maakte: hij werd brandweerman.

John Jones

In Galicië, een autonome regio in het noordwesten van Spanje, gaat het helemaal mis. Het is half augustus, metershoge vlammen slaan wild om zich heen in een gebied dat kraakt van de droogte. Al weken is hier geen druppel regen gevallen. Bomen, struiken en graslanden veranderen in dorre vlaktes, wat in combinatie met de hoge temperatuur en de harde wind vanaf de Atlantische Oceaan het ultieme rampscenario is. Eén klein vlammetje en de hele regio ligt in de as. 

Er staat meer dan tienduizend hectare aan kurkdroog bosgebied in brand, wat neerkomt op zo’n 17.000 voetbalvelden. Met name de provincies Ourense en Zamora worden zwaar getroffen. Duizenden mensen slaan op de vlucht voor de grootste natuurbranden in meer dan dertig jaar in het gebied waar ook steden als Vigo en Santiago de Compostella liggen, het bedevaartsoord waar bidden nu geen enkele zin heeft. Het vuur verwoest alles wat op zijn pad komt en nog erger: het eist ook mensenlevens. Vier mensen komen om bij dit natuurgeweld, onder wie drie brandweerlieden.

Het natuurgeweld is zo hevig dat de Spaanse autoriteiten het niet in hun eentje kunnen rooien, ook niet met hulp van het naastgelegen Portugal. Vanuit de Europese Unie zijn er eerder al brandweertroepen uit heel Europa in probleemgebieden als deze gepositioneerd, als zogenaamde pre-positioning, waaronder uit Nederland. Een groep van zo’n twintig brandweerlieden reist af naar Spanje om hun vakbroeders daar te helpen. Ook stelt Defensie twee Chinook-helikopters beschikbaar die met grote watertanks vanuit de lucht het vuur bestrijden.

Beginnend brandje in de Spaanse provincie Ourense.

Inferno

Twee weken eerder is John Jones ook in Ourense. Het inferno dat hier later zal plaatsvinden bestaat dan nog uit plukjes natuurbranden die relatief makkelijk te controleren zijn, maar die wel al een voorbode zijn voor iets veel ergers. John is bevelvoerder bij de vrijwillige brandweer in Badhoevedorp, maar dat weten alleen de mensen met wie hij werkt. Bij het grote publiek is hij vooral bekend als Jimmy de Waard uit de comedyserie SamSam die halverwege de jaren negentig populair is, en als gevangenisbewaarder David Molenaar uit de serie Vrouwenvleugel. Dat lijkt alweer een leven geleden als je hem geroutineerd door de brandweerkazerne in Badhoevedorp ziet lopen waar hij al jaren de scepter zwaait. 

Zo’n 18 jaar geleden, een paar jaar nadat SamSam stopt, wil John iets anders. Niet dat hij klaar is met acteren, want daarvoor vindt hij het vak nog steeds te mooi. Nee, hij wil niet meer afhankelijk zijn van zijn acteerwerk en iets ‘nuttigs’ gaan doen. Iets betekenen voor mensen, voor de samenleving. “Ik was een beetje klaar met de bullshit,” zegt hij. “De pure ambacht van het acteren is prachtig, maar ik had niks met het ‘wereldje’, het geouwehoer, de roddelpers. Ik wilde met mijn poten stevig op de grond blijven.” 

Alles wordt uit de kast getrokken bij het blussen.

Jones is bekend tegen wil en dank, bekent hij. Eigenlijk al vanaf zijn geboorte. Als zoon van de grande dame van het Nederlandse theater Adèle Bloemendaal en de Amerikaans-Nederlandse danser en acteur Donald Jones staat hij als ‘wormvormig aanhangsel’ van zijn ouders, zoals hij het zelf noemt, altijd al in de schijnwerpers. Wat alleen maar erger wordt als hij zelf ook acteertalent blijkt te hebben, vooral op komisch gebied. De schijnwerper is een jas die hem eigenlijk niet past, in tegenstelling tot de brandweerjas, al komt hij daar eigenlijk pas per toeval achter. “Ik wilde eigenlijk een actie-comedy maken, of beter gezegd: een dramaserie met een komische noot,” zegt hij nu jaren later. En dan het liefst in een vakgebied waar veel actie is, zoals bij onze hulpdiensten.

Eén klein probleem: politieseries zijn er aan het begin van dit millennium al genoeg, brandweerseries nog niet. Dat wakkert meteen het vuurtje in hem aan, figuurlijk uiteraard. “Voordat ik ging acteren werkte ik bij Defensie,” zegt hij. “Maar van de brandweer wist ik eigenlijk niks. Toen dacht ik: laat ik dat eerst eens onderzoeken, wat het werk van een brandweerman eigenlijk inhoudt. Want als je dat zelf niet eens weet, kun je er ook niks over maken.” Hij meldt zich aan bij de vrijwillige brandweer waar hij meteen in een warm bad terechtkomt. De mensen, de sfeer, de verbroedering, het gezamenlijke doel om te zorgen voor een ander, dat spreekt hem al vanaf de allereerste seconde aan: “Het is veel minder hiërarchisch dan bij Defensie.”

'In Portugal steken ze gerust een groot stuk heide in de fik voor een oefening, dat kan daar ook makkelijk: Portugal is niet zo dichtbevolkt als Nederland'

Wat begint als research mondt uit in een serie op RTL7: Dichtbij het vuur. Dat is een realityserie over de brandweer waarin John zelf met een camera op zijn helm en op zijn pak in het hart van de actie zit. Maar waar de ene programmamaker het onderwerp al snel laat varen als de serie is afgelopen, zo blijft John aan de kazerne in Badhoevedorp ‘plakken’. Het zaadje dat bij hem wordt geplant als hij er voor het eerst naar binnen loopt is dan allang ontkiemd, inmiddels is hij er diepgeworteld. Hij lacht: “Je zou kunnen zeggen dat mijn research nogal uit de hand is gelopen.”

Sinds een jaar wekken vooral natuurbranden zijn aandacht, omdat die ook steeds vaker in het nieuws komen, en dan met name die in het buitenland. Aan de Amerikaanse westkust, zoals in Californië, komen ze regelmatig voor, ook op plekken waar veel Hollywoodsterren wonen en die hun huis in vlammen zien opgaan. In Australië zijn ze er door de verschroeiende hitte ook al aan gewend, net als in het zuiden van Europa waar de temperatuur de laatste jaren ook steeds verder oploopt en gebieden steeds droger worden, met alle gevolgen van dien. Allemaal de gevolgen van klimaatverandering, weet ook John: “Dat kunnen we niet meer ontkennen.”

Extreme droogte

Ook in Nederland komen natuurbranden steeds vaker voor, zoals in Ede in april van dit jaar. Daar staat dan een groot deel van de Edese hei in brand, aangewakkerd door een harde wind. Ook in het bosrijke gebied rondom Driebergen-Rijsenburg en in de Peel op de grens tussen Noord-Brabant en Limburg is het door extreme droogte steeds vaker raak. “In Nederland lijken natuurbranden een ver-van-mijn-bed-show, maar door klimaatverandering komt het dichterbij dan je denkt,” zegt John.

'Iemand waarschuwde ons dat er verderop nog een brand was. Wij op die brand af. Bleek hij de dorpsgek te zijn die dat vuur zelf had aangestoken'

Natuurbranden komen volgens hem allang niet meer alleen in Zuid-Europa voor, maar ze rukken steeds verder op naar het noorden. Duitsland heeft er ook steeds vaker last van, en zelfs nog noordelijker gelegen gebieden in Denemarken en Zweden. Daar moeten we iets mee, denkt John een jaar geleden: “We leven inmiddels in een weerscyclus van in de winter veel regen waardoor alles lekker groeit, en in het voorjaar en zomer veel droogte. Dat is brandstof voor een beginnende ramp.”

Met een nieuwe tv-serie wil hij nu de focus leggen op de gevaren van natuurbranden, omdat we in Nederland ons lang niet altijd bewust van de gevaren die ook in ons land op de loer liggen, zegt hij. Zijn we naïef met z’n allen? Denken we dat het allemaal wel meevalt bij ons? John kiest zijn woorden zorgvuldig: “Ik weet niet of we naïef zijn, dat klinkt namelijk alsof je met je vinger wijst. Dat doe ik niet. Maar we zijn op z’n minst onwetend, dat wel.” Hoe vaak gebeurt het niet dat iemand in hartje zomer in een gortdroog natuurgebied een sigaretje opsteekt of de barbecue aanzwengelt. Echt, zulke mensen zijn er. Of iemand die met een peuk in zijn bek even zijn auto volgooit bij het tankstation, ook zoiets.

Het blusteam in opperste concentratie.

Je zou zeggen dat geen weldenkend mens dat in zijn hoofd haalt, maar je zult versteld staan van hoeveel mensen nergens een gevaar in zien. “Bij een uitslaande brand laatst deden wij metingen, met brandwerende pakken en ademhalingsapparatuur. Komt er opeens een kerel, volledig onbeschermd, de hoek om met zijn hond. En maar kijken, zo van: wat zijn jullie voor gekke dingen aan het doen? Terwijl ik alleen maar dacht: draai je eens om en kijk eens naar die rookpluimen, vriend. Mensen doen soms gekke dingen.” Hij snapt overigens wel waarom mensen hun schouders ophalen als we het hebben over natuurbranden in Nederland: “Het is als een verzekering: jarenlang betaal je en denk je: waarom doe ik het eigenlijk? Totdat je je verzekering stopzet en je huis afbrandt. Well, thank you!

Om inzicht te krijgen in hoe natuurbranden ontstaan en vooral ook in hoe je ze kunt bestrijden doet John vorig jaar een belrondje door heel Europa. In Nederland behoort het blussen van natuurbranden niet standaard tot de algemene brandweeropleiding, dus hij zoekt het iets verderop. Via een Nederlandse brandweerman komt John terecht in Portugal, waar nota bene een Duits opleidingsteam gespecialiseerd is in natuurbrandbestrijding. John wordt er met open armen ontvangen, ook met een camera onder zijn armen, al vindt hij dat zelf in eerste instantie ook wel een vreemde gewaarwording: “Een Duitser die je in het Duits toeschrijft dat je de waterslang moet aanleggen, dat klinkt toch apart.” Hij schraapt zijn keel om zijn Duitse instructeur na te doen: “Schneller! Schneller! Schlaug anlegen!” 

Helemaal fout

Wat hij in Portugal meteen merkt is dat daar anders wordt gereageerd op een potentiële brand dan hier in Nederland gebeurt. Vuur is vuur en gaan is gaan. Ook tijdens de basisopleiding die hij volgt. “In Portugal steken ze gerust een groot stuk heide in de fik voor een oefening,” zegt John. “Dat kan daar ook makkelijk: Portugal is minder dichtbevolkt dan Nederland. Bij ons is alles zo volgebouwd dat je niet even een stuk land kunt aansteken. Voor je het weet staat iemands achtertuin in brand, bij wijze van spreken.”

Spaanse brandweermannen in actie.

Als John hoort dat het deze zomer helemaal fout gaat in Galicië, niet ver van waar hij de opleiding tot natuurbrandbestrijding doet, twijfelt hij geen seconde: eropaf. Het mes snijdt wat hem betreft aan twee kanten: de lokale brandweer kan alle hulp gebruiken en hij kan zijn opgedane kennis meteen in de praktijk brengen. Samen met een Nederlandse brandweerman stapt John in de auto, met drie camera’s en licht- en geluidsapparatuur op de achterbank. Andere Nederlandse brandweerlieden pakken het vliegtuig of de trein. Twee Chinook-helikopters vliegen in één ruk door vanaf een Nederlandse legerbasis naar het Spaanse rampgebied.  

Galicië is net Zwitserland, alleen warmer en droger, weet hij als hij zich een weg baant door de steeds groter wordende brandhaarden. Op dat moment zijn de vlammen nog niet zo hoog en onberekenbaar als twee weken later, dus het is een ideale situatie om zijn kennis in de praktijk te brengen. Maar dan wel op de Spaanse manier, zegt hij: “De tactiek en de simpelheid waarmee ze in het zuiden vuur bestrijden is veel groter dan bij ons. Daar wachten ze niet totdat er een bluswagen klaarstaat. Nee, met pick-up trucks en handgereedschap vliegen ze er meteen op af. Dan rijden ze het bos in en ruimen ze vast dor hout en andere dingen op die een potentieel gevaar vormen bij het uitbreiden van het vuur.” 

'Ik was een beetje klaar met de bullshit. Acteren is prachtig, maar ik had niks met het wereldje, het geouwehoer, de roddelpers'

Volgens John pak je brand meestal niet van voren aan, maar via de flanken, zegt hij. “Anders is het net alsof je een vrachtwagen probeert tegen te houden die zonder rem de berg afrolt. Da’s onbegonnen werk.”

Door een lijn in de grond te graven, in de richting van waar het vuur naartoe gaat, kun je een brand vaak controleren, al gebeuren daar ook de meeste ongevallen mee: “Als dat vuur net iets sneller gaat dan verwacht of er net omheen krult, heb je al een probleem.”

Net aangekomen in Ourense is er ook al een probleem, herinnert John zich: “Toen we de eerste brand hadden afgesloten, reed er een auto de berg af. De bestuurder waarschuwde ons dat er 800 meter verderop nog een andere brand was. Wij de auto in en op die brand af. Bleek hij de dorpsgek te zijn die dat vuur zelf had aangestoken. Hij was een pyromaan die al drie keer eerder was gearresteerd voor brandstichting en nu ook weer werd opgepakt.”

De bodem blijft nog smeulen.

Natuurbranden ontstaan vaak door menselijk handelen, zegt hij. Dat die in Spanje soms ook zijn aangestoken, kun je volgens John vanuit de lucht al zien: “Natuurbranden ontstaan over het algemeen niet in kleine plukjes, dat is niet natuurlijk.” Soms zijn het gewoon boeren die hun eigen land in brand steken: “Anders moeten ze het maaien en dat kost vaak te veel tijd en geld. Dat hebben ze daar meestal niet.”

Voorop in de strijd

Vaak komen die boeren er mee weg, al wordt de regelgeving omtrent natuurbrandbescherming ook in Zuid-Europa steeds strenger. “In Frankrijk word je als campinghouder tegenwoordig bekeurd als er naast de camping geen strook van een aantal meter vrij is van begroeiing,” zegt John. “En zéker van droge bosschage. Dat is natuurlijk ook vragen om problemen, zeker in tijden van klimaatverandering.” Het zijn van die basisprincipes die er bij iedereen ingeramd moeten worden, hoe voor de hand liggend die ook lijken.

Ook in Nederland, dat is ook de reden waarom John voorop gaat in de strijd: “Ik wil niet alleen het brandweerwerk laten zien, maar ook hoe je natuurbranden bestrijdt. Ik ben in Portugal ook in een laboratorium geweest. Daar testten ze bijvoorbeeld hoe de wind uit een bepaalde richting komt en recht op een heuvel afgaat waar zich een brandhaard bevindt. Wat je in zo’n geval kunt doen aan brandpreventie. Het ruimen van dode takken bijvoorbeeld, of het bos ingaan en plukjes tak en gras meenemen om te zien hoe snel het brandt. Dat betekent dat die zone code rood krijgt, een andere zone weer code oranje of geel et cetera. Dat je weet waar je rotzooi kunt verwachten, zeg maar.”

Brand meester.

In Nederland zou dat volgens hem ook geen overbodige luxe zijn: “Ons land is zó dichtbevolkt dat je ook kunt denken: hoe droog is het gebied naast een woonwijk of een camping? Zo gek is dat helemaal niet. Als we hier niks aan doen is het een kwestie van tijd totdat het bij ons ook misgaat.”

Binnenkort gaat John nog naar Griekenland en Frankrijk voor opnames van zijn serie. Ook reist hij naar Los Angeles waar hij vlieguren moet maken om zijn helikopterbrevet te behouden. “Dat brevet heb ik al sinds 1998,” zegt hij. Dat zou overigens nog wel een droom van hem zijn, natuurbrandbestrijding vanuit de lucht: “In Amerika is het vrij normaal dat commerciële helikopters en blusvliegtuigen worden ingehuurd om vuur te blussen. In veel Europese landen is dat ook zeer gebruikelijk.

In Nederland alleen nog niet: bij ons doet Defensie dat nog met zogenaamde bucket-vluchten. Nog wel.” Hij lacht: zo’n commercieel vliegbedrijf ziet hij ook wel zitten. “Ik ben 62,” zegt hij. “Hoe fit ik ook nog ben: ik kan niet eeuwig berg op, berg af blijven hakken. Misschien is het wel sjiek om brand vanuit de lucht te bestrijden.” De passie voor zijn vak straalt uit zijn ogen: “Maar eerst die serie maken.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Entertainment
  • Joris van Gennip, Privéarchief John Jones